



Net wanneer we bijna begonnen uit te kijken naar nieuwe
biefstukken van Alexandre Aja (‘Haute Tension’, ‘The Hills Have Eyes’),
laat de Franse schlockmeister het goorlapje vallen met ‘Mirrors’,
een overbodige remake in de onuitroeibare reeks overbodige
Aziatische horrorremakes. De Fransoos gaat met zijn nieuwste voor
een Shiningske, maar glijdt genadeloos uit over zijn
zelfgebrouwen grand guignol en een alsmaar idioter wordende plot,
waar zelfs de creepy meisjes met lang zwart haar spontaan
van zouden beginnen giechelen. En laat ons hopen dat de schrijvers
van ’24’ nog veel licht implausibele avonturen voor het
Bauerke mogen verzinnen, want anders krijgt Kiefer
binnenkort gevaarlijk veel tijd om in dit soort shitola te
kruipen.
Kiefer Sutherland speelt Ben Carson, een geschorste
undercoveragent die al een jaar lang worstelt met het feit dat hij
per ongeluk een flik heeft doodgeschoten. ‘I killed a man, you
just don’t get over that’. Boo-hoo. Zijn vrouw (keun
Paula Patton) heeft hem, samen met zijn drankprobleem, buitengesjot
en nu woont hij tijdelijk in bij zijn jongere zusje (Amy Smart). Om
zich te herpakken, neemt hij een job aan als nachtwaker van een
afgebrand winkelcentrum. Tijdens zijn ongemeen boeiende rondes in
het vervallen consumptieparadijs, ontdekt Ben dat er vreemde dingen
aan de hand zijn met de spiegels in het warenhuis. Niet alleen
zitten er onuitwisbare vuile handen op, ze bevatten ook gemene
demonen die Ben spontaan in de fik laten schieten.
Bastards. Wanneer ook zijn familie in gevaar komt, doet
Ben er alles aan om de waarheid en de mysteries van de spiegels te
achterhalen om zo de vage vloek op te heffen. Of zoiets…
In een poging om wat vettige goor in het tamme J-horrorgenre
(eigenlijk is het origineel, ‘Into the Mirror’, Koreaans, maar
soit) te injecteren, lijkt Aja op het eerste zicht de man voor de
bloody job. Met zijn doorbraak ‘Haute Tension’ was het
even hard lachen als gillen met die neen-dat-kan-je
niet-menen-plottwist en de man slaagde er ook in om van het
verwerpelijke ‘The
Hills Have Eyes’ een snoeihard gorefest met ballen te
maken. Hij wist waar hij zijn camera moest plaatsen, was één van de
weinigen van de nieuwe garde horrorregisseurs die nog een beetje
moeite deed om wat spanning in de genrevehikels te steken én hij
was een ongegeneerd vetzakske die de fans beloonde met
heftige splattertaferelen. En hoewel zijn gortige hand wel degelijk
te voelen is in het R-rated ‘Mirrors’, stelt Aja verrassend teleur
met een triviaal spookhuisverhaal dat even idioot, visueel
oninteressant als saai uit de hoek komt met de grootste clichés uit
het horrorhandboekje.
Een opgejaagde beginscène en een dreigende begingeneriek doen
nochtans het hele spiegelconcept alle eer aan (hoewel ze wel
vergeten zijn om het 20th Century Fox-logo te spiegelen). Dit is
echter het soort gimmickcinema dat valt of staat met zijn
uitwerking, want laat ons even serieus zijn, écht angstaanjagend
zijn spiegels – net zoals de videocassettes uit ‘The Ring’ – op zich nu
ook niet. En daar verknoeit Aja het dus. Hij vangt helemaal niks
interessants aan met zijn premisse en vertikt het ook om de
psychologische laag van de gespleten persoonlijkheid,
gesymboliseerd door de ostentatief in beeld gezette reflecties, af
te pellen. Aja wil bloed zien spatten, maar werkt wel binnen een
format waar psychologie, spanningsopbouw en suggestie beter werken
dan een doorgesneden keel en een losgerukte onderkin. Dat laatste
zorgt desalniettemin voor de meest memorabele én lachwekkendste
scène van de film.
Zo krijg je een veel te brave Aja die constant wordt
teruggefloten wat betreft grafisch geweld en in de plaats alle
flauwe nummertjes van het uitgeholde genre nog eens dunnetjes
overdoet. Aanzwellende muziek, veel goedkope boe-effecten (als het
geen zwarte katten zijn, dan zijn het wel plots door het beeld
vliegende duiven) en de terugwerkende kracht van een verhaal dat
bij elke nieuwe wending minder steek houdt. Iets dat niet wordt
geholpen door de volgehouden sérieux, de onbedoeld hilarische
dialogen (‘don’t make me threaten you!’) en de
afschuwelijke vertolkingen, met die van een ferm tegen zijn
goesting lispelende Kiefer op kop.
Pas helemaal aan het einde kan Alexandre de gore zich niet
langer bedwingen en zegt hij radicaal foert tegen de brave,
tempovertragende en inconsistente regeltjes van de spiegelterreur.
En eigenlijk krijgen we op dat moment de ‘Mirrors’ te zien waar we
al een dik anderhalf uur op aan het wachten waren. Compleet van de
pot gerukte, maar o zo plezante horrorschlock waar Kiefer ‘Evil
Dead’-gewijs Bruce Campbell mag spelen. Het is ongepast, kig
gemonteerd en haalt de gammele plot nog verder onderuit maar het is
ook geweldige silly fun.
Aja stond aan de drempel om een gevestigde regisseur in het
horrorgenre te worden, maar met de onfortuinlijke keuze voor
‘Mirrors’ is het terug naar af voor de man die zich beter in zijn
sas voelt tussen de groteske mutanten en opgefokte actiehorror dan
middenin een slap afkooksel van spookhuisklassiekers als ‘The Shining’ en de
originele ‘The Haunting’. Een paar leuke goormomentjes, Kiefer die
een hele film lang onnozele dingen moet doen (zie hem tante
nonneke bedreigen met een pistool, de stouterd), en ontelbaar
veel déjà-vu-opwellingen maken van ‘Mirrors’ een saai, futloos en
slechts sporadisch onbedoeld grappig spiegelpaleis.