In deze tijden waarin zelfs groepen steeds korter op de bal spelen en pas twee dagen voor de release aankondigen dat hun plaat te downloaden valt, met dien verstande dat een fysiek exemplaar later volgt, is dat laatste een verademing, vooral als het artwork een pareltje is.
De Canadese electro-akoestische componist Nicolas Bernier liet zich inspireren door visueel artiest urban9 en vice versa bij het maken van Les arbres. Het album wordt vergezeld van zes tekeningen/collages die elk bij een nummer horen. In de beelden van urban9 overheersen donkere kleuren (verschoten groen en zwartbruine tinten) waartegen haast witte figuren afgetekend staan. De link met de muziek of titels is niet altijd even duidelijk, hoewel in beiden zowel een onbestemd soort droefheid als een onbehagen schuil gaat.
In "Post" verbergt de piano zich vijf minuten lang achter ruislagen, dreigende echo’s en onbestemde klanken. Wanneer ze zich in de tweede helft van het nummer dan toch laat kennen, zweert ze bij etherische melodieën die zelfs in de hogere sferen een onvervuld verlangen en rusteloosheid tentoonspreiden die niet willen behagen maar veeleer het evenwicht verstoren. De afbeelding, enkele kale bomen en een eenzame vrouw maken de luisteraar noch kijker iets wijzer.
Het verloren gelopen jongetje dat een lammetje vastklemt, belooft niet veel goeds voor "This Is A Portrait". Het nummer laat zich kennen door een vollere klank en een minder instrumentgebonden geluid. De aanwezige cello en accordeon worden pas in de laatste minuut onderscheiden (of aanwezig?) binnen het veelvoud van geluiden. De sfeer van het nummer laat zich minder eenvoudig vatten in vastomlijnde begrippen en roept vooral tegenstrijdige emoties op, die naargelang de eigen gemoedstoestand een invulling krijgen.
"Piano" ontwikkelt zich tot de soundtrack bij een obscure alsook elitaire Aziatische horrorfilm. De piano-impulsen, hartslagen, nauwelijks hoorbare klikken en dies meer creëren samen een gevoel van nakend onheil dat tergend langzaam dichterbij sluipt en nooit zijn ware gelaat toont. Geen wonder dat in de bijhorende afbeelding de gezichten van beide meisjes achter een donkere vlek schuilgaan terwijl hun witte kleedjes nauwelijks iets van hun pracht verloren hebben binnen de allesoverheersende grauwheid.
Vreemd genoeg loochenen de spelende kinderen (en de boom die ze beklimmen) net de track die ze vergezellen. Want ook al is "Spleen" niet zo donker als de andere, de aanwezige accordeon noch cello kunnen verhullen dat ook ditmaal een weifelen en een knagende onzekerheid aan de basis liggen. De dualiteit van afbeelding en muziek is minder prominent aanwezig in "Bora", al blijft alles (in het bijzonder achteraf) voor interpretatie vatbaar.
De snijdende klanken roepen niet alleen de geest van de wind op maar impliceren ook een blazerssectie die er niet is. Geen enkele andere track op het album weet niet alleen zo goed muziek en titel te verzoenen maar ook minimalistisch electroklanken te koppelen aan een klassiek intermezzo (opnieuw de cello). De trompet op "Ouverture" is wel degelijk een echt instrument, al weet Bernier opnieuw hoe alle geluiden en klanken in elkaar over dienen te vloeien.
Net als in de afbeelding, een vreemdsoortige zeppelin boven een kaal en uitgedund bos, weerklinkt iets tragisch-heroïsch in het nummer. Een verval dat eigenhandig ingezet werd, wordt nog steeds beweend. Wanneer de violen spreken, verdwijnt alles tijdelijk naar de achtergrond om daarna het contrast nog duidelijker in de verf te zetten. De ene huilt terwijl de andere registreert en voortleeft in verminkte vorm.
In Les arbres vormen de (kale) bomen een rode draad doorheen de begeleidende tekeningen. Urban9 weet treffend de (voornamelijk) elektronische composities van Bernier visueel bij te treden door voor eenzelfde mix van grauwe desolaatheid en dubbelzinnige onduidelijkheid te kiezen. Zoals zoveel electro-akoestische composities vergt ook Les arbres veel van de luisteraar: de zes nummers hinten weliswaar naar een bepaalde gevoelsstemming maar een standpunt nemen ze nooit in. De keuze ligt in de handen van wie luisteren (en kijken) durft.