Het gaat A Brand voor de wind. Voor een groep die zijn eerste singles aan de man bracht via sigarettenautomaten wisten ze zich op korte tijd op te werken tot een Belgisch huismerk dat met behulp van vier gitaren en een drumstel een hele massa krankzinnig krijgt. Ook de nieuwe plaat Judas stevent af op succes. Het lijkt wel of de groep God aan zijn kant heeft, of is het de duivel?
Vijftien augustus 2008: D-Day voor A Brand. Nadat ze twee jaar geleden met hun plaat Hammerhead erin slaagden gitaarrock naar een nieuw niveau te lichten, staan ze die dag met vijf op één rij klaar om hun nieuwe album Judas op Pukkelpop los te laten. Een veertig minuten durende set doet de grootste tent van het festival knetteren. Het wordt een flitsende start. Ondertussen, een maand later, valt er nog steeds niets dan goeds op te vangen over de nieuwe plaat. Onlangs verschenen ze in De Laatste Show om er muzikaal af te sluiten met "Time". Een nummer waarmee ze vijf weken op nummer één stonden in de Afrekening. Net voor die opname kregen we ze nog even neergeploft in de sofa van hun kleedkamer voor een gesprek over bedrog, ouder worden, excessief zweten en vaststaan in de file in Kruibeke…
enola: Judas wordt overal positief onthaald. Hadden jullie er zelf een goed oog in?
Dag Taeldeman: "Ja. Toen de plaat af was, dacht ik: "Dit is het beste dat we tot nu toe gemaakt hebben". En dat denk ik nog steeds. Natuurlijk is het altijd bang afwachten wat het publiek ervan vindt, want je mag het zelf nog zo fantastisch vinden, de mensen kunnen er helemaal anders over denken. Onlangs zei iemand nog tegen me: "Ik denk dat "Mad Love Sweet Love" beter zou geweest zijn, als jullie het zelf zouden gezongen hebben en niet Michael Houston (straatmuzikant en gaststem op "Mad Love Sweet Love"; nvdr). Hij hield niet van de klankkleur van zijn stem, maar dat is nu nét waarom ik het nummer zo goed vind. Zo heeft iedereen wel een andere mening. Het belangrijkste voor mij is dat ik het zelf goed vind."
enola: Over Michael Houston gesproken. Die man hebben jullie letterlijk van de straat geplukt. Hoe ging dat?
Dag: "Ik had hem al vaker horen spelen op de Meir in Antwerpen en ik vond altijd al dat hij een ongelooflijke stem had. Ik heb dat in mijn achterhoofd gehouden en toen ik "Mad Love Sweet Love" geschreven had, wist ik dat zijn stem perfect bij het nummer zou passen. Ik ben op hem afgestapt en heb hem heel beleefd gevraagd of hij het zag zitten om in een nummer van ons te zingen. "Sure brother, I do anything. I do weddings, concerts, bar mitswa’s, anything", zei hij. (lacht) We hebben telefoonnummers uitgewisseld en vanaf toen ging de bal aan het rollen. Een heel speciale man is het. Hij heeft al veel gereisd, zowat overal en nergens op straat gespeeld en op een bepaald moment heeft hij zelfs een restaurant uitgebaat in Duitsland. Nu staat hij als straatmuzikant op de Meir, maar als hij er een dag geen zin in heeft, dan gaat hij gewoon naar huis. "I don’t feel it", zegt hij dan. Dat gebeurt wel meer. Het is iemand die heel veel voelt." (lacht)
enola: Zie je hem nog geregeld?
Dag: "Ik was oorspronkelijk van plan om nummers voor hem te schrijven, maar na de opname van de plaat was ik echt leeg. Niet leeg geschreven, ik kon gewoon geen verplichtingen meer aan. Ik heb hem moeten zeggen: "Laat me even bekomen." Sinds de release van de plaat ben ik terug volop beginnen schrijven. Zo heb ik de afgelopen maand een heleboel nummers geschreven. Ik weet nog niet voor wie of wat."
enola: In "Paper Covers Rock" hebben jullie het over Space Base Bolenti, een grote fantast uit het nachtleven die zijn tijd vult met het vertellen van sterke leugens. Zelf al eens betrapt op een sterke leugen?
Tom: "De grootste leugen die ik al verteld heb aan de andere vier, is dat ik vaststond in de file in Kruibeke."
Dag: (lacht) "Dat is inmiddels een joke geworden. Als we repeteren, moet Tom van Gent naar Antwerpen rijden en als hij te laat is, zegt hij telkens dat hij vaststond in de file in Kruibeke. Het is nu zelfs zo dat als iemand anders van ons eens te laat is, die ook gewoon dat excuus gebruikt."
enola: Bedrog (in al zijn vormen) is duidelijk het belangrijkste thema op jullie nieuwe plaat. Is iemand van jullie al serieus bedonderd?
Dag: "Oh ja! Ik zal het nooit vergeten. Het was tien jaar geleden. A Brand bestond toen nog niet, maar ik was al volop bezig met muziek. Ik had samen met een collega enkele nummers gemaakt en opgenomen. We stonden op het punt een contract te tekenen met een platenfirma. De contractbesprekingen waren afgerond en ik vertrok voor een maand naar Thailand. Wat bleek toen ik na vier weken terug was in België? Mijn collega had het contract alleen getekend. "Dat is gemakkelijker", had de platenfirma tegen hem gezegd. Ik voelde me ongelooflijk bedrogen. Ik heb afgehaakt en er is niets meer van in huis gekomen."
enola: Wat onmiddellijk opvalt, is dat de hoes van Judas, zeker in vergelijking met die van Hammerhead, heel eenvoudig is.
Dag: "Dat is waar. Bij Hammerhead had ik onmiddellijk een beeld voor me: een naakte vrouw met een hoofd in de vorm van een hamer. Het paste perfect en het was een sterk beeld. Deze keer heb ik er ook over nagedacht om zoiets te doen, maar ik wou niet in herhaling vallen. Ik had geen duidelijk beeld, dus hebben we het gehouden op een foto van de band. Het is simpel, maar ik ben er tevreden mee."
enola: Als het aankomt op kledij hebben jullie het graag wat minder gewoon. De zwarte jekkers die jullie tot nu toe tijdens optredens droegen, zijn ingeruild voor zilverkleurige kostuums. Vanwaar die keuze?
Dag: "Omdat het ons fantastisch leek om zilverkleurige kostuums te dragen. Het ziet er zo goed uit."
Tom: "We zweten wel wat af tijdens onze optredens en we zoeken nu naar een stof die daar beter tegen geweerd is, want kostuums zijn eigenlijk niet gemaakt om in te zweten."
Dag: "Ze zijn ook nog niet in de drogerij geweest omdat we een beetje bang zijn dat ze er gemolesteerd uit zullen komen, maar binnenkort gaat Tom het met zijn kostuum toch eens wagen. We zullen dan wel zien wat het geeft."
Tom: "Tot op heden zijn ze dus eigenlijk nog niet gewassen. Ze hebben enkel buiten gehangen, het wordt dus wel tijd dat ze naar de drogerij gaan." (lacht)
enola: Wat mogen we (naast de nieuwe outfit) live nog van jullie verwachten?
Tim: "Onze nummers geven we live altijd iets extra mee. We korten bijvoorbeeld een nummer in of geven het een langere intro om de climax groter te maken. Je zal ons nooit perfect onze plaat horen naspelen. Dat boeit niet. We vinden het zelf verschrikkelijk als een band dat doet."
enola: In jullie tourdagboek beschrijven jullie jezelf als: "Vijf mannen die geen, maar dan ook totaal geen schroom meer hebben voor elkaar". Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Tim: "Dat iedereen in zijn blootje rondloopt?" (lacht)
Dag: "Soms zitten we samen in een klein busje en dan mag je echt niet preuts zijn, dat gaat niet. We kleden ons uit waar iedereen bij staat en stinken allemaal dat het een deugd is." (lacht)
Tom: "Onze kleedkamer is doorgaans ook een stevige stal als we vertrekken."
Dag: "Ja, want meestal is er een feestje op het einde."
Tom: "En het is niet dat we opruimen voor we weggaan. Zo rock ’n roll zijn we wel." (lacht)
Dag: "Ach, dat is tof hé. Na een optreden moet je altijd een beetje stoom aflaten."
Tim: "Het kot afbreken doen we niet."
Dag: "Nee, moedwillig dingen kapot maken, dat vind ik onuitstaanbaar. Echt waar, daar kan ik niet tegen. Ik denk niet dat je ons snel op dat soort onnozelheden zal betrappen. Je zal ons op veel onnozelheden betrappen, maar opzettelijk dingen stuk maken, nee."
Tim: "Het is allemaal per ongeluk bij ons." (lacht)
enola: "Where’s your heart" gaat over iemand oud zien worden en het daar verschrikkelijk moeilijk mee hebben. Hebben jullie het zelf moeilijk met ouder worden?
Tim: "Nee, zelf niet. We pesten elkaar er wel constant mee. De ene krijgt bijvoorbeeld al wat minder haar op zijn hoofd of wordt al wat dikker."
Dag: (tegen Tim) "Jij bent wel die ene hé!" (lacht)
Tom: "Het is vooral Tim die daarmee gepest wordt. De aftakelingsverschijnselen zijn het grootst bij hem."
Tim: "Dat is niet waar."
enola: Jullie nieuwe album klinkt alleszins ingetogener en serieuzer dan de vorige albums. Heeft dat te maken met dingen die jullie meegemaakt hebben (gewezen gitarist van A Brand, Jan Stuyven, pleegde zelfmoord; nvdr) of is dat louter toeval?
Dag: "Ik denk dat het op zich toeval is, hoewel het onrechtstreeks wel een rol zal gespeeld hebben. In het begin zaten er heel wat sombere nummers tussen, maar die hebben we laten vallen. Ik had geen zin om een depressieve plaat te maken."
enola: Zijn er veel nummers die niet op de plaat terechtkomen?
Tim: "Voor we in de studio duiken, zonderen we ons altijd een weekje af op een boerderijtje. Daar spelen we alle nieuwe nummers en beslissen we welke we houden en welke niet. Na die week waren er drie nummers afgevallen."
Dag: "In de studio zelf zijn er nog twee geschrapt. Nummers waarvan we het gevoel hadden dat ze goed waren. Eens ze opgenomen waren, verloren ze echter hun kracht. Heel raar eigenlijk, maar dat gebeurt soms."
enola: Wie hakt de knoop door als jullie het artistiek over iets niet eens zijn?
Dag: "Grote artistieke meningsverschillen hebben we nog niet gehad. Het is wel zo dat Frederik (Heuvinck, de drummer; nvdr) en ik de richting bepalen en eens dat gebeurd is, heeft iedereen de vrijheid om te zeggen: "Ik zou dit zus of zo aanpakken.""
Tim: "Meestal ligt de eindbeslissing bij degene die het nummer gemaakt heeft."
Dag: "Niet slecht eigenlijk, want er is niets meer frustrerend dan een nummer schrijven en dat totaal verbasterd zien worden tot iets waar je niet meer achter staat. Ik weet dat ik hier makkelijk praten heb aangezien ik de meeste nummers schrijf. Toch denk ik en hoop ik dat het niet altijd zo zal zijn. Op zich is iedereen welkom om nummers te schrijven voor A Brand."
enola: Dat is genoteerd!
Dag: (corrigeert zich) "Ik bedoel binnen de groep hé."
enola: We konden maar proberen!