



‘Silk’ is zo’n beetje het Engelstalig antwoord op de kabbelende
Aziatische cinema: spaarzaam met dialogen, een verhaal dat als een
meanderend riviertje zijn weg zoekt, onderkoelde gevoelens die
eigenlijk uitgeschreeuwd zouden willen worden en een focus op lang
gerekte handelingen in plaats van een wervelwind aan actie. Waar
het resultaat van deze formule vaak hypnotiserend mooi en
sluimerend poëtisch is, geeft regisseur François Girard er wel een
serieuze bad name aan. Idem dito voor de liefde.
Geografisch komen we in deze road trip for the soul
overal, emotioneel nergens.
Frankrijk in de 19de eeuw. Hervé Joncour (een weinig Frans
ogende Michael Pitt) heeft de vrouw van zijn leven gevonden in
Hélène (Keira Knightley). Ze trouwen en worden heel gelukkig. Het
leven van Hervé verandert echter drastisch wanneer in zijn dorp een
mysterieuze ziekte de voorraad zijdewormen treft en iedereen zonder
werk en eten komt te zitten. Hervé wordt als handelaar in eitjes
van zijderupsen naar Japan gestuurd, een reis van enkele maanden.
Na zijn tocht per trein, te voet, per schip en geblinddoekt te
paard komt hij aan bij baron Hara Jubei, die gezonde eieren aan hem
verkoopt. En daar gebeurt het, tijdens zijn verblijf bij Jubei
raakt Hervé geobsedeerd door diens mooie concubine en maakt hij een
slippertje. Terug thuis houdt Hervé de lippen stijf op elkaar, maar
in zijn hoofd blijft het meisje rusteloos rondspoken. Wanneer er
oorlog uitbreekt in Japan en de handel er onverantwoord gevaarlijk
wordt, trekt Hervé toch nog koppig naar Japan, gedreven door de
herinnering aan een zijdezachte huid en een paar prikkelende
ogen.
‘Silk’ is gebaseerd op het boek ‘Seta’ van de meermaals
bekroonde Italiaanse schrijver Alessandro Baricco. De man pakte het
met zijn kleine roman tegelijk groots en eenvoudig aan. ‘Dit is
geen roman. En ook geen verhaal. Dit is een geschiedenis,’ schreef
hij in zijn voorwoord. Van zijn ambities en pluimlichte parabel
over de liefde blijft in de filmversie niet zoveel over – als een
pronkstuk zal deze film de geschiedenis zeker niet ingaan. Is het
boek gewoon niet te verfilmen, is het een poëtische, zintuiglijke
ervaring die enkel dansend tussen de lettertjes tot zijn recht kan
komen of schort er iets fundamenteels aan de interpretatie van
Girard en de bezieling die hij in het script heeft gelegd? Girard
weet alleszins perfect hoe hij Keira Knightleys pruilmondje
prachtig in beeld moet brengen, maar qua regie en scenario gaat de
Fransman met ‘Silk’ de duistere mist in.
Het eerste wat opvalt is dat er helemaal geen tijd wordt genomen
om de personages voor te stellen. Hélène houdt van lelies (ze wil
een grote tuin) en wil graag een kind van Hervé. Lelies en baby’s,
tot zover Hélène. Hervé is al niet veel beter. Hij reist een paar
keer heen en weer, neemt telkens afscheid en komt terug. We voelen
nauwelijks iets van de emotionele crisis die hij doormaakt. ‘Silk’,
het boek, moet het van de beschrijvingen en mijmerende bedenkingen
hebben, iets waar de film niet op kan teren. De voice-over is
alvast geen waardige vervanger voor zijn innerlijke monoloog.
Michael Pitt, die ons recent nog een straffe toer lapte met zijn
vertolking in ‘Funny Games’, slaat je bijna dood met zijn monotone,
slaapverwekkende stem, die niets vertelt waar we warm of koud van
worden. Het liefdesverhaal voelt onderkoeld, afstandelijk aan alsof
er een dikke laag sneeuw op ligt. Bij een epische lovestory is het
de kunst om ervoor te zorgen dat je als kijker de werkelijkheid
naast je neerlegt, volledig door de film opgezogen wordt en op
schoot kruipt bij de acteurs om hun hart te voelen kloppen tot in
je eigen keel. Het enige dat nog telt is dat het liefdespaar
ondanks alles samenblijft. Bij ‘Silk’ gaven we geen krimp.
Pitt en Knightley hadden bovendien allebei een off-week tijdens
de opnames. Er is nul komma nul seksuele spanning tussen hen, je
zou ze zelfs gaan verdenken van een relatie tijdens de opnames, in
de veronderstelling dat dat altijd omgekeerd evenredig is met wat
er vóór de camera gebeurt. Om de spanning te meten met de tweede
vrouw, de concubine, krijgen we zelfs niet de tijd: de camera zoemt
een paar keer in als ze sensueel thee uitschenkt, maar daar moeten
we het dan mee doen. Wat maakt haar meer dan een flirt? Haar huid,
haar exotische uitstraling? Michael Pitt doet het ons niet
begrijpen of voelen, we moeten het maar uit zijn daden afleiden (de
brief die hij laat vertalen, het gevaar dat hij trotseert). Nergens
wordt ook maar het fijnste draadje aangereikt om emotioneel
betrokken te raken. We zien gewoon een zwaar deprimerende Pitt
Japan in en uit reizen en in zijn tuin rondhossen. De gekapte
strostructuur vloeit ons niet mee op de gebeurtenissen, verstoort
de continuïteit en er lijkt niets op het spel te staan. De film is
nog niet eens echt opengebarsten of je voelt al van mijlenver dat
ze het aan het afronden zijn. Door de stoïcijnse inleving, het
ondermaatse acteerwerk en het weinig creatief met het boek
omgesprongen scenario dommelt de film in nog voor hij goed en wel
begonnen is.
Ja, ‘Silk’ zit vol goede bedoelingen om een film met een
dieperliggende boodschap te zijn – de man die zoekt naar iets dat
hij eigenlijk de hele tijd heeft – en het boek had het potentieel
om er een intense beleving van het maken, maar Girard kan niet
verbergen dat hij met zijn scenario niets te vertellen heeft en dat
beelden blijkbaar niet altijd voor zich spreken. We krijgen mooie,
heldere beelden van sneeuwlandschappen, romantische shots van
Hélène en Hervé in hun droomtuin, waar doorgaans onze mond van zou
openvallen, ware het niet dat er onderhuids heel wat emoties zouden
moeten rommelen, maar we ze nergens tot bij de kijker voelen
gloeien. Tegen de tijd dat de film tot een emotionele ontlading had
moeten komen, lagen wij al lang te tellen hoeveel pianopingels de
muziek nog trager kon. En zelfs dat bleek een beproeving. Zeker en
vast een hoofdstukje uit Michael Pitts carrière dat we uit ons
geheugen gaan wissen.