Vijf concerten beslaat de huidige Europese tournee van Sonic Youth. En eentje daarvan vindt plaats in Lokeren, waar de New Yorkers als het ware een Sonic Youth-introductieconcert geven.
Programmatie op festivals vergt inzicht en durf. Werden de meer elektronisch gerichte acts tijdens hun eerste verschijningen op festivals met argusogen bekeken, dan lijken ze nu hun stek te hebben gevonden. En die is: nà de headliner. Zo was het niet onlogisch om na Neil Young op Rock Werchter nog Moby geserveerd te krijgen. Net zo goed houdt het steek om Shameboy na Sonic Youth te plaatsen. Maar de onverlaat die het aangedurfd heeft Sonic Youth te degraderen tot voorprogramma van Superfuckinggrass verdient het om in zijn adamskostuum tussen de rosse mieren gedropt te worden.
Maar ook het programmeren van Sonic Youth is enigszins vreemd. De laatste reguliere plaat van de band dateert onderhand van 2006 en de Daydream Nation-tournee van vorig jaar is alweer een tijdje afgelopen. Rest bij het betreden van de Grote Kaai de vraag wat de groep zal brengen. De twee recent verschenen SYR-platen in gedachten, verwacht je je aan een noisetrip die de liefhebbers van de die-hard fans zal weten te scheiden. Wat een interessante oefening zou zijn: zodoende zou eindelijk de eigen graad van trouwheid aan de band duidelijk worden.
Niets van dat, zo blijkt. De New Yorkse band betreedt het podium om na een als intro dienstdoende tapecollage lost te barsten in een uit het titelloze debuut uit 1982 gelichte “The Burning Spear”. Ongeloof in duizenden ogen wanneer Thurston Moore zijn gitaar te lijf gaat met twee drumsticks en de band een uitermate groovende versie neerzet van deze zelden gespeelde parel.
Wat volgt is een bloemlezing uit de carrière van de band, waarbij het opvalt dat dit concert lijkt op een soort epiloog van de tournee rond Daydream Nation. Met opmerkelijk veel materiaal uit die plaat weet Sonic Youth het publiek dat er vorig jaar op Pukkelpop bij was niet bepaald te verrassen, maar een meeslepend “Trilogy” en een door Lee Ranaldo furieus gezongen “Eric’s Trip” maken dat gebrek aan een compleet nieuwe setlist ruimschoots goed.
Ranaldo maakt overigens nogmaals diepe indruk tijdens “Mote”, dat zich laat gelden als het sfeervolle hoogtepunt van de avond. En zo blijkt alweer hoe de Sonic Youth-concerten netjes de aandacht weten te verdelen over de drie frontfiguren. Want ook Kim Gordon heeft haar momenten in de schijnwerpers: klinkt ze vroeg in de set nog niet volledig bij stem tijdens “’Cross The Breeze”, dan maakt ze later tijdens “Bull In The Heather” –waarbij de tweede bas, bespeeld door Marc Ibold, helemaal tot zijn recht komt- en “Drunken Butterfly” zwaar indruk en betrap je jezelf er op dat je je afvraagt of die vrouw écht 55 is. En op dat ogenblik is “Shaking Hell”, als eerste bis, nog niet eens gepasseerd.
Het zal ons benieuwen wanneer, en wie weet zelfs of, Sonic Youth met een volgende “echte” studioplaat naar buiten komt en hoe dat zijn vertaling zal kennen op het podium. Feit is dat deze groep duidelijk niet op een volwaardige tournee moet zijn om een degelijk concert te brengen. Deze passage van Sonic Youth toont een groep in grootse doen. Tijdens het afsluitende “Teen Age Riot” valt het bijvoorbeeld op hoe fris dat nummer nog steeds klinkt. Vergelijk dat met sommige in 2007 geschreven songs en het geheim van Sonic Youth komt bloot te liggen: deze groep staat los van tijd en ruimte. Probeer vervolgens als kwakkelend bandje maar eens zonder gezichtsverlies hetzelfde podium te bestijgen.