Wie geregeld kringloopcentra en rommelmarkten afschuimt, heeft ze ongetwijfeld al meermaals gezien: de verschoten portretten van gezinnen, families en ernstig voor zich uitkijkende heren en dames. Hoe verleidelijk is het niet om een leven te verzinnen bij een enkele foto, om de afbeelding te claimen en er iets nieuws van te maken?
Iets gelijkaardigs moet ongetwijfeld door de hoofden van de Tupolev-leden gespookt hebben toen ze hun debuut Memories of Björn Bolssen doopten en de foto van de heer Bolssen als hoesontwerp namen. Björn Bolssen bestaat immers niet (er is althans niets over hem terug te vinden), waardoor het vermoeden mag rijzen dat ook de man op de foto niemand minder dan een nobele onbekende is, al dan niet uit het Wenen van Tupolev.
Geheel conform het idee achter titel en beeld klinkt Memories of Björn Bolssen opvallend leeg en stil, alsof het aan de luisteraar is om de ontbrekende noten en melodieën in te vullen. Hoewel de groep zich oorspronkelijk in het doodlopende postrockstraatje bevond, lijkt hij op zijn debuut veel meer een neef van Bohren & Der Club Of Gore te zijn. De aan noir jazz verwante muziek van Tupolev klinkt echter nergens zo voldragen.
In “Garlic 07” is mits enige goodwill een echo op te vangen van Mogwais Come On Die Young. Want ook al heeft het nummer als geheel een veel duidelijker grootstadsjazzgevoel, toch kan de slepende melancholie die eigen is aan Come On Die Young niet genegeerd worden. Ook “md2” draagt sporen van weemoed in zich, maar hier wordt de sfeer van verlopen nachtclubs en hun gemarginaliseerde clientèle veel duidelijker in de verf gezet.
Ondanks zijn duidelijk droeve ondertonen laat “8.83” zich veel minder gemakkelijk plaatsen, ook al omdat het zo goed als volledig door louter de piano en bas gedragen wordt. Een gelijkaardig idee wordt toegepast in “Short Remainder”, een nummer dat voorbij is nog voor de luisteraar goed en wel beseft waarheen de song hem leiden wil. De piano is in het gros van de nummers van primordiaal belang, al krijgen ook de drums en elektronica een rol toebedeeld die niet louter ondersteunend is.
Zo vormen de verschillende instrumenten (cello, piano, drum en elektronica) in “Mohavedi” een mooi geheel, waarbij elk instrument zich ten dienste stelt van de andere. In “Reaset” neemt de piano het voorplan na een korte demarche van de drum; het nummer laat evenwel de verschillende instrumenten vrij om elk hun eigen weg in te slaan. “A Scale Of Gaps” trekt na de eerste minuut volop de kaart van de elektronica, waarop de andere instrumenten zich hullen in stilzwijgen.
Aanvankelijk lijkt het er op dat “Nothing’s Gonna Happen” conform zijn titel geen verrassingen in petto zal hebben, maar met de eindmeet in zicht smokkelt de groep er alsnog een paar zanglijnen in, al is hun meerwaarde al bij al niet bijzonder te noemen en is het zelfs te begrijpen waarom Tupolev voor een instrumentale plaat koos. “Fin” sluit — nomen est omen — de plaat af zoals hij begonnen is, met de nadruk op de droeve piano.
Hoewel Memories of Björn Bolssen nog maar net verschenen is, is Tupolev al gestart met werken aan een nieuwe plaat. Toch moet de groep er voor opletten niet een doorslagje van het debuut af te leveren. Dat het merendeel van de songs volgens eenzelfde stramien verloopt, kan immers voor een plaat nog door de vingers gezien worden. Groots is Memories of Björn Bolssen niet, maar het nodigt wel uit tot enkele mijmeringen nu en dan, bijvoorbeeld over de levensloop van de heer Bolssen.