In Amerika behoort hij al enkele jaren tot de bekendste, hipste,
coolste en best verkopende hiphopartiesten, hier in Europa en met
name in België krijgt hij nauwelijks voet aan grond, of het zou
moeten zijn dat u hem kent van zijn vroegere hit ‘Go DJ’ of van
zijn gastrap op ‘Soldier’ van Destiny’s Child. We hebben het over
Lil Wayne natuurlijk, de rapper uit New Orleans die het van de
daken schreeuwt dat hij en niemand anders “the best rapper
alive” is. En toegegeven, echt liegen doet hij niet.
Wayne is vanzelfsprekend niet de technisch beste rapper. Die eer
moet hij aan iemand als Genius van Wu-Tang Clan laten, maar hij is
wel veruit de origineelste. Of kent u nog veel rappers die tijdens
een hiphopfestival, waar alle artiesten simpelweg een rits hits
afhaspelen, godbetert een gitaar bovenhalen, vervolgens kattenvals
beginnen te zingen en hier zichtbaar genoegen in scheppen? Verder
is Wayne verslaafd aan hoestsiroop (sizzurp!), heeft hij
een rauwe stem waarmee hij afwisselend fluistert, schreeuwt, dreigt
en krijst en hilarische oneliners op je af schiet.
Mede door tientallen gastrollen op hits van bekend volk (van
OutKast over Chris Brown tot Jay-Z) maar vooral door enkele
steengoede mixtapes groeide Waynes populariteit exponentieel de
voorbije drie jaar. Toen hij ook nog eens begon op te scheppen hoe
geniaal goed zijn nieuwe cd wel ging worden, swingden de
verwachtingen voor deze plaat serieus de pan uit. Nadat de release
enkele malen uitgesteld werd (een deel van de cd was gelekt), ligt
hij dan toch eindelijk in de rekken: ‘Tha Carter III’. De hoes
voorspelt alleszins veel goeds: we zien Weezy als baby: een
referentie aan de cd-hoezen van hiphopklassiekers ‘Illmatic’ van
Nas en ‘Ready To Die’ van Notorious BIG.
‘Tha Carter III’ begint enorm sterk met ‘3 Peat’. “Swallow my
words, taste my thoughts”, smeekt Wayne, om te vervolgen met
“And if it’s too nasty, spit them back at me”. Lil Wayne
is on fire. Tweede liedje, tweede hoogtepunt. ‘Mr. Carter’
is de tweede Lil Wayne/Jay-Z collaboratie en deze keer is het wel
raak (herinner u het gedrocht ‘Hello Brooklynn 2.0’ op Jay-Z’s
‘American Gangster’). De song kan gezien worden als een
machtsoverdracht: Jay-Z (echte naam: Shawn Carter) geeft de fakkel
door aan Lil Wayne (ofte Dwayne Carter, vandaar de naam van de
song).
Vervolgens wordt ‘A Milli’ ons in de maag gestampt, een
mixtape-achtige song met loodzware bassen, geproducet door
Bangladesh. Lil Waynes raps zijn hier zo onsamenhangend, zo bizar,
dat je je afvraagt hoe high hij wel niet was toen hij ze opnam.
‘Got Money’ is een club banger van formaat met een hook van de
onvermijdelijke T-Pain. Het is enorm hitparadegevoelig, en dat dit
exemplaar ondermaats is voor Wayne, bewijst alleen maar wat voor
een hoog niveau we van hem gewoon zijn.
Dat Wayne de origineelste is, bewijst hij op ‘Dr. Carter’, waarop
hij zich voordoet als een dokter die hiphop moet redden van rappers
zonder flow en respect en met een “lack of metaphors and
originality”, en op ‘Phone Home’, waarop hij zegt dat hij zo
goed is dat hij wel een alien moet zijn.
Minder origineel is het hypocriete ‘Mrs. Officer’. Hier laat Wayne
helaas zien dat zelfs hij niet aan de hiphopclichés ontsnapt. Het
nummer heeft een schunnige tekst met een te vlotte r’n’b-beat
eronder en Wayne fantaseert over het neuken van een politieagente
(“She wants me to fuck the police”), terwijl Bobby
Valentino de hele tijd op hoogst irritante wijze de sirene van een
politieauto nabootst. En dan is er natuurlijk ook het mierzoete
‘Lollipop’, in de USA een gigantische hit. Raar genoeg werkt het
nummer door net diezelfde reden waarom ‘Mrs. Officer’ zo irritant
was: vuile, hilarische praat met een simpele, platte beat
eronder.
Natuurlijk kan Kanye West (zowat de enige persoon in het
hiphopwereldje die aan het ego van Wayne kan tippen) niet op een
belangrijke hiphopplaat ontbreken: Mr. West tekent voor het iets te
gemakkelijke ‘Comfortable’ en het geniale ‘Let The Beat Build’, dat
zo nadrukkelijk Wests stempel draagt dat Wayne wordt gedegradeerd
tot een figurant.
Op ‘Tie My Hands’, Waynes eerst Katrina-song, toont hij dat hij
niet vies is van een beetje politiek en dat zijn raps wel degelijk
relevant kunnen zijn: Wayne geeft Bush een veeg uit de pan en
steekt de inwoners van New Orleans een hart onder de riem.
Verder vergelijkt Wayne zichzelf met Martin Luther King, is hij op
de helft van de liedjes schor, vloekt en zweert hij dat het een
lieve lust is en lacht hij met zijn eigen grappen alsof hij ze ter
plekke verzonnen heeft: business as usual dus.
Afsluiten wordt er gedaan met ‘DontGetIt’, een song van negen
minuten waarin Wayne wat dieper ingaat op het moeilijke en zware
leven van zwarte Amerikanen in hun eigen USA.
Het aangekondigde meesterwerk is dit helaas niet. De sterkte van
dit album is tevens zijn zwakte: de verscheidenheid die ‘Tha Carter
III’ aan de dag legt, boeit maar Wayne verliest daardoor wat van
zijn focus en klinkt hier en daar iets minder geïnspireerd dan we
van hem gewoon zijn. Maar al bij al is dit superieure hiphop, een
bij vlagen geniale cd die zonder blozen naast de betere
hiphopreleases van de laatste tijd mag staan, zoals ‘Graduation’
van Kanye West en ‘American Gangster’ van Jay-Z. En wat nog het
meeste verbaast, is dat Wayne na al het materiaal dat hij de
voorbije drie jaar heeft uitgebracht, nog steeds fris, origineel en
relevant uit de hoek kan komen en geen seconde verveelt.
Yessir!
http://www.myspace.com/lilwayne