Gezien de opgewarmde kost die Air de voorbije jaren op plastic brandde, is het moeilijk te geloven dat hun debuut zowel de hardste rocker als de softste popper èn hun ouders wist te bekoren. En ook bij de zoveelste herbeluistering blijkt Moon Safari een onverwoestbaar album vol tijdloze nostalgie.
Toen Air in 1998 met Moon Safari plots op de radar verscheen, was dat als een exponent van een golf hippe Franse acts, waar ook Daft Punk, Cassius, Etienne de Crécy (met zijn Super Discount) deel van uitmaakten. Filterhouse die zichzelf niet al te serieus nam en op Frans-ironische wijze zijn voordeel deed met disco en andere kitsch. Ook al leek de eerste (radio)hitsingle “Sexy Boy” mooi in dat concept te passen, album Moon Safari klonk in zijn geheel compleet anders.
Toen Moon Safari in 1998 verscheen, waren er nauwelijks mainstream referenties die niet uit de verwaarloosde krochten der Foute Muziek moesten opgeduikeld worden. Het moest van Yes geleden zijn dat er nog onbeschaamd Moog-gepriegel vooraan in de mix gesmeten werd. En ook de theremin was (toen nog) een weinig gezien ding in serieuze muziekmiddens. De invloed van een seventies-icoon als Serge Gainsbourg en synth-megalomaan Jean-Michel Jarre is duidelijk. Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel laten hun uitgebreide arsenaal aan vintage-synthesizers bovendien niet bepaald wegroesten. Er is echter meer aan de hand dan wat postmoderne retro-koketterij.
Ook al is het gezien de titel een extreem cheesy metafoor, Moon Safari klinkt nog steeds als een demotape uit een gecrashte ufo. Elk nummer zoemt onscherp voorbij, van de eerste wazige beats in “La Femme d’Argent” tot het extreme gefilter in “Le Voyage De Pénélope”, en de vervreemding overheerst. Ook al lijken veel Moog-lijntjes extreem vervormde stemmen, er wordt nauwelijks gezongen op Moon Safari en als het al eens gebeurt, mag enkel Beth Hirsch (op “All I Need” en prachtsong “You Make It Easy”) de vocoder aan de kant houden. Zelfs de schijnbare vrouwenzang op “Sexy Boy” bestaat uit de danig vervormde stemmen van Godin en Dunckel zelf. Het draagt allemaal bij tot de retro-futuristische droomsfeer die het album oproept.
Van bij de eerste tonen nemen Dunckel en Godin de luisteraar mee naar een fantastiewereld van pastel, plastic meubels, Brigitte Bardot en een grenzeloos geloof in een rooskleurige toekomst. Vorsprung dürch Technik, maar dan Frans en met de wrange blik vanuit die blijkbaar toch niet zo rooskleurige toekomst. Moon Safari is een seventies-fantasie zoals die periode enkel bestaat in tv-series en cultfilms.
Het is muziek die nog net een masker van onschuld kan ophouden, maar goed weet dat het een masker is. Hoe liefelijk en dromerig “You Make It Easy”, “Talisman”, en “Ce Matin Là” ook mogen klinken, de melancholie overheerst.
Net door die nostalgische melancholie behoudt Moon Safari ook zoveel jaren na dato een geheel eigen plek in de muziek. Het werd de blauwdruk voor heel wat muziekjes die (of je het nu lounge of chill-out wil noemen) zelden genoeg boven de muzak-grens uitstegen.
Ook Dunckel en Godin zelf wisten sindsdien slechts sporadisch het niveau van hun debuut-album te benaderen. Van hun latere output lijken voorlopig alleen “Playground Love” en “Cherry Blossom Girl” voor de eeuwigheid gemaakt. Het draagt alleen maar bij tot de semi-mythische status van Moon Safari. Bovendien heeft een halve generatie studenten halverwege “La Femme d’Argent”een eerste frietzak gerold en ter hoogte van “Talisman” de eerste uitmatch op het kotbed gewonnen. How’s that for nostalgia?
Zopas kreeg ook Moon Safari een deluxe/expanded/limited edition-treatment. De CD met b-kantjes heeft nauwelijks eeuwigheidswaarde, maar de dvd met de uitstekende tourdocumentaire “Eating, Sleeping, Waiting and Playing” is dan weer wel een leuke toevoeging.