Dingen die je niet mag doen als je dertig wordt: denken dat je nu volwassen moet worden, het leven ernstig gaan nemen, er van uitgaan dat je vanaf nu tot het Radio1-publiek behoort. Ben Gibbard en Chris Walla van Death Cab For Cutie zijn onlangs dertig geworden en dat is aan het nieuwe Narrow Stairs soms te horen.
Een grapje kan er in elk geval nog altijd van af, al weten we niet of het vanuit de band zelf gelanceerd is: zo slingert op internet al enkele maanden een valse versie rond van Narrow Stairs met muziek van het Duitse Velveteen. Het bleek een behoorlijk probaat middel om het vroegtijdig lekken van een plaat te saboteren en downloaders te ontmoedigen. Dat dat Velveteen een behoorlijk suf groepje is, was ook mooi meegenomen: zo lijkt Narrow Stairs meteen al een stuk beter. En dat is nodig, want het is een minder vlotte hap dan voorgangers Transatlanticism of Plans.
Dit is een donkere plaat. Zong Gibbard altijd al liever over de tragische kant van de liefde, de dertig gepasseerd is de romantiek al eens voorbij en grijnst de banaliteit om de hoek: een man is al lang niet meer gelukkig, maar blijft bij haar omdat hij niet alleen wil sterven ("Sometimes I think of leaving/but you can do better than me/and I can’t do better than you"), een dubbelbed wordt gedumpt in een achterafstraatje bij gebrek aan slaappartner om het te vullen ("Your New Twin Size Bed") en een relatie valt langzamerhand aan pijnlijke stukken ("The Ice Is Getting Thinner"). Geen drama’s, gewoon de marteling van het alledaagse. Leven, dat is geen grote dramatische klets van de goden; het is de gekmakende waterdruppel om de zoveel seconden. En plots ben je wat je nooit had gedacht; een stalker die zijn droombeeld niet met rust kan laten als in de lange single "I Will Posess Your Heart".
Weg is de zoete warmte van voorganger Plans. In de plaats kwam een los maar veellagig livegeluid. Dat wordt ook weerspiegeld in de overgangen tussen de nummers, die zonder pauzes of met een plots kleurverschil op elkaar volgen. Zo wordt het warme ronde gitaartje van "Your New Twin Size Bed" zonder waarschuwing het gejaagde, hoekigere "Long Division" of breekt "Pity And Fear" af met een bruut geluid dat niets met het vervolg te maken heeft.
Ondanks de dominante zachtaardige tenor van Gibbard, gaan de aanvankelijk ingetogen gitaren in opener "Bixby Canyon Bridge" plots knetterend loos zoals ze dat bij Death Cab nog nooit hebben mogen doen. Gierende feedback doet uitgeleide naar de coda: dit is nieuw en meteen wordt duidelijk wat gitarist Walla bedoelde toen hij zei dat deze plaat tanden heeft. De acht minuten van "I Will Posess Your Heart" brengen daarna rust met ingehouden maar spannend samenspel tussen bas, piano en drum.
Echte singles moeten hier niet gezocht worden. Op het ondanks zijn titel toch zonnige "No Sunlight" na is alles van een tergend midtempo dat al eens te hard naar Radio1-muziek voor rustig geworden koppels stinkt. "Talking Bird" is zo’n te soft liedje, waarin Gibbard zo lievig zingt dat het eerder op de zenuwen gaat werken. Ook afsluiter "The Ice Is Getting Thinner" is Death Cab-by numbers: dit hebben ze al eerder én beter gedaan. Dan liever de Pet Sounds-belletjes en het walsje van "You Can Do Better Than Me" of de boeiende jazzy drums van "Grapevine Fires".
Narrow Stairs laat geen grootse indruk na. De groep is na tien jaar gerodeerd genoeg om zijn streng te trekken, maar de inspiratie bleef af en toe duidelijk haperen. Het losse, live opgenomen samenspel is een pluspunt dat de tracks heel wat punch geeft, maar af en toe lopen experimenten-om-het-experiment (die tabla in "Pity And Fear") al eens vast in het drijfzand van de geforceerdheid. Overgangsplaatje of begin van een cul-de-sac voor een groep die langzamerhand uitverteld is? De tijd zal het moeten uitmaken.