En plots stonden ze daar weer. Zonder enige aanleiding, zonder veel voorafgaande fanfare bleek Tindersticks plots opnieuw bijeen. Sinds een week ligt nu ook het nieuwe album The Hungry Saw in de winkel; op de planken van het Cirque Royale kwam de plaat helemaal tot leven. Een mooiere openingsavond had Les Nuits Botanique zich niet kunnen wensen.
”We zijn opnieuw een groep mensen die samenspelen omdat ze er zin in hebben, niemand heeft het gevoel dat dit een verplichting is”, vertelt zanger Stuart Staples ons de middag voor het optreden. Dat was dan ook de reden waarom de groep er in de zomer van 2004 de brui aan gaf: de muzikanten voelden zich te vastgeroest in hun rol, hun zin voor avontuur was langzamerhand verdwenen.
Twee soloplaten van Staples, een grondige discussieronde en vijf jaar later keert Tindersticks nu echter weer. Drie groepsleden lichter, maar nog geen spat veranderd. En op het podium van het Cirque Royale staan uiteindelijk toch weer twaalf muzikanten, onder wie een behoorlijke blazers- en strijkerssectie. Toch trekt de band niet alle schuiven open. Tijdens het anderhalf uur durend concert bespeelt Tindersticks alle registers, maar mag het meer dan eens ook minimaal.
”Als het om een reünie gaat, dan zullen we niet opnieuw samen komen”, liet Staples twee jaar geleden al weten. Dit is dan ook geen nostalgisch terugblikken of teren op voorbije glorie. The Hungry Saw staat vandaag centraal en wordt integraal en in volgorde gespeeld, de (soms overbodige) instrumentale tussenstukken incluis. De opeenvolging van de nummers is op die plaat dan ook met zorg gekozen; van het licht swingende, soulvolle “Yesterdays Tomorrows” — dat aan heel wat dynamiek wint door de blazers — tot het glorieuze orgelpunt “The Turns We Took Together”.
Tindersticks, dat is ook vooral de doorrookte bariton van Staples. Dat zijn stem ontbrak in het lijstje beste zangers, dat Radio 1 ons afgelopen week presenteerde, mag een regelrechte schande heten. Vanavond mag ze zich uit revanche uitgebreid tonen, als in het ingetogen “Come Feel The Sun”, waar ze zich rond een sierlijke viool kronkelt, of in het smachtende “Boobar Come Back To Me”. Met sprekend gemak glijdt de man van soul naar chanson en terug. In “Travelling Light” gaat hij noodgedwongen zelfs in duet met zichzelf, want Carla Torgerson van Walkabouts is er vanzelfsprekend niet bij.
Halverwege wordt dan toch diep uit de voorbij zes platen geput. In “Dying Slowly” zucht en smacht Staples nog wat meer, “If You’re Looking For A Way Out” van eighties-discoband Odyssey klinkt in de doorleefde versie van Tindersticks vanavond als een tijdloze klassieker. In “Sleepy Song” mogen de blazers finaal even de ingehouden spanning aan flarden blazen. Niets is echter zo knap als het op onrust drijvende “Say Goodbye To The City” dat regelmatig tegen de chaos aanschurkt.
Na “The Turns We Took Together”, het met klassieke grandeur afgeleverde slotnummer van The Hungry Saw, serveert de groep nog het nieuwe “What Are You Fighting For?”, het nummer dat oorspronkelijk de plaat had moeten beëindigen. En nog meer exclusiviteit in de bissen volgt wanneer Staples en gitarist Neil Fraser met “Hey, Don’t You Cry” een klein nummertje van op de kinderplaat Songs From The Young At Heart opdiepen: voor Brussel heeft Staples altijd wel wat meer over, een extra bisronde bijvoorbeeld.
Moeten we nog concluderen? Welaan dan: Tindersticks was een unieke groep toen ze doorbraken in 1994 en veertien jaar later zijn ze dat nog steeds: meer Europees van klank dan de gemiddelde Belgische rockgroep, minder dramatisch dan de doorsnee Franse chansonnier. Tindersticks is terug, en dat is goed, want er zijn er geen andere. En we hebben ze nodig. Dat The Hungry Saw dus het begin mag zijn van een nieuwe reeks platen en concerten.