Na een openingsdag waarin vooral Transit en EF de meest stabiele
indruk maakten, was het voornamelijk uitkijken wat de
internationale acts Doí en God Is An Astronaut konden presteren op
dag twee. Beginnen deden we echter met locaal talent, gevolgd door
wat nationaal wild. Je zou het wat kunnen vergelijken met de
voetbalcompetitie, of in het geval van Dunk! misschien beter de
basketcompetitie, waarbij het niveau stijgt naarmate je verder (in
je reeks) op verplaatsing moet.
De opener van vanavond stond vorig jaar ook reeds op Dunk! en heet
Tuxedo. De jongelui, allen van een steenworp rond
de Bevegemse Vijvers, stonden vorig jaar ook reeds op dit festival
en kwamen nu duidelijk (en gelukkig) iets volwassener uit de hoek.
Niet volwassen genoeg om met de grote jongens mee te lopen (dat
verwachten we ook niet), want vaak konden we ons toch niet van de
indruk ontdoen dat ze zowel op gebied van songwriting als lyrics
nog wat werk aan de winkel hebben. Ze weten duidelijk wel wat leuke
riffs aan elkaar te breien en songs als ‘Bang Bang Bang’ en
‘Cocain’ waren best aardig.
Het is jammer dat Cecilia::Eyes (post-rock uit
Henegouwen) niet meer gebruik maakt van hun piano want hun
introsong op Dunk! (klassieke piano met een mijmerend
gitaarmotiefje daarboven en zonder drums) was echt wel leuk en
lijkt ons een manier om van hun juk af te geraken. Dat juk is dat
Cecilia::Eyes post-rock brengt zoals twaalf bands in een dozijn dat
doen en dat dit het voor hen niet makkelijker maakt enige vorm van
uniciteit te verwerven. Gevolg: een optreden door mensen die het
technisch allemaal wel beheersen maar boeiende momenten afwisselen
met erg verwachte (lees: weinig opwindende). Soit, de band bestaat
nog niet gek lang, dus geef ze nog wat groeimarge.
We gaan van Morlanwelz naar Zaventem voor het viertal van
Guernica. Hun frivole gitaarrock ging er bij ons
vlotjes in, al kon de set niet in alle opzichten overtuigen.
Nummers als ‘Far From Sound’ en ‘I Wish I Was American’ – ook op
hun ep de sterkhouders – behoorden tot het betere gedeelte
van de set, maar wat we van hun nieuwe (?) materiaal hoorden, vond
we bij momenten nog wat als los zand aan elkaar hangen. Opvallend
was het alternatieve einde dat ‘I Cried the Day Marlon Brando Died’
meekreeg, wellicht omdat het albumeinde een stuk moeilijker te
brengen is.
Het muzikale niveau op het Dunk!Festival ging gevoelig de hoogte in
toen het nog steeds zeer Deense Doí het podium
betrad. Het is een band met een vrij breed geluidspakket dat gaat
van het stilistische van Nina Simone tot het etherische van Sigur
Rós. Er hangt een zekere gratie over Doí, iets wat je met
instrumenten als piano en viool snel bereikt, maar ook loert een
licht bombast vaak om de hoek. Doí is zo’n band die houdt van
contrastwerking, zoals in het mooie ‘In Your Sigh’ waar ze van een
zeer Scandinavisch kabbelend pianomelodietje er plots met een dreun
invliegen. De voor de gelegenheid gemutste Martin Juel Dirkov
bewees zich de sterkste zanger van de avond en bracht ons met zijn
band opvallend mooie momenten als ‘Cars.Alarms’ en ‘Missing.’
Blijkbaar kon het op Dunk! nóg beter want wat God Is An
Astronaut er verwezenlijkte, was nog een klasse hoger.
GIAA is een van de bekendste Ierse alternatieve bands van het
moment en telkens is het toch verbazend toekijken hoe ze erin
slagen zo’n wall of sound te creëren met slechts een
gitarist/toetsenist/zanger, een bassist en een drummer. Eigenlijk
brengen ze met hun post-rock weinig vernieuwing maar wat ze doen,
zit zo goed in elkaar dat het echt wel werkt. De hoogtepunten
volgden elkaar op, met ‘All Is
Violent, All Is Bright‘, ‘Fragile’ en ‘Fire Flies and Empty
Skies’ als drie topmomenten, mooi gepositioneerd in het begin,
midden en einde van de set. Dat de vocals van Torsten Kinsella vaak
verloren gingen, nemen we er graag bij. Opmerkelijk waren ook de
zeer geslaagde visuals, van oorlogstaferelen, tot natuurfenomenen
en tv priests, die duidelijk met zorg waren uitgekozen. God Is An
Astronaut bewees zich een waardige afsluiter van een mooie
Dunk!-editie en heeft zich in onze mentale lijst van favoriete
bands toch weer een aantal plaatsen hoger gepositioneerd.