Stijn had een idee: een rockband in het circus. En als Stijn een idee heeft, dan komt dat er ook van. Tien keer speelt Monza dus in de rood-wit gestreepte tent van Circus Rose-Marie Malter. ‘Rock Im Ring’; het blijkt een knap concept dat zijn doel niet mist.
Het hele circusgedoe mocht ons eigenlijk niet verbazen. Stond Noordkaap op de hoes van Feest in de stad immers al niet netjes in het circuspak in de piste? Zo’n vaart loopt het vanavond echter niet: er werd deze keer geen clownsgezicht op Meuris’ gezicht geschminkt, en vestimentair is er voor sobere uniformhemden gekozen; want Monza is een groep, zo blijkt uit het nieuwe en puike Attica!.
Een gitaargroep meer bepaald. De keyboards worden tot het absolute minimum beperkt, dit is vooral de show van eerste gitarist Bruno Fevery. Met zijn lange donkere lokken en onverschillige houding heeft hij iets van de jonge Bernard Butler, en wat hij uit zijn zes snaren perst doorstaat de vergelijking moeiteloos. Vanaf de machinale groove van opener “Wie danst er nog” bewijst hij één van die vele gitaarhelden te zijn die Meuris schijnbaar moeiteloos weet te rekruteren.
Dat hij die talenten soms moeilijk kan houden wanneer er door grotere bands aan hun mouw wordt getrokken, is de keerzijde van de medaille. Het is echter te hopen dat Fevery het evenwicht met zijn andere groep, Arsenal, kan behouden want dit Monza heeft eindelijk dat wat een echte groep nodig heeft. Deze vijf mensen zijn een strakke rockband, geen collectie goede sessiemuzikanten. En dus kan er zonder franjes gerockt worden: vooruit, gas geven. Aan een rotvaart worden droog beukende nummers “Tanken in Luxemburg” en het naar Queens Of The Stone Age zwemende “De schuld van de DJ” het publiek in gemikt.
Geruggensteund door zo’n groep steekt ook Meuris een tandje bij. Meer dan ooit scheurt hij net niet door zijn stem, mismeestert hij zijn tamboerijn en danst hij gespannen rond als, ja: een leeuw in een kooi. Het vertrouwen in het nieuwe materiaal is groot, en dat is terecht: ook wanneer er niet wordt geschreeuwd, zoals in “Engeland”, blijft het to the point en krachtig.
Ook oud materiaal wint aan scherpte door de nieuwe behandeling. “Alles half” was met zijn Joy Divisiongevoel altijd al het prijsbeest van Grand, “Als techniek faalt” klinkt tien keer krachtiger dan de al te cleane albumversie. Blij overigens om nog eens “Gigant” te horen, al doet het alleen maar meer honger krijgen naar een Rewind-concert van Noordkaap in de AB. Wel jammer: we hoorden “Van God los” ondertussen al in zoveel versies, maar ook de rhythm-and-bluesachtige benadering van Fevery werkt niet beter dan het origineel. Tijd dat de groep zijn doorbraakhit nog eens rechttoe rechtaan durft afleveren. Al mag die gewoon thuisgelaten worden ook: Monza heeft dit nummer al lang niet meer nodig.
Van de theatrale mogelijkheden van de tent wordt gretig gebruik gemaakt: een zwart doek rond de band bij aanvang, dalende lusters (“Zelf in elkaar geknutseld met spul van de Gamma. Dit is een doe-het-zelfgroep.”), frutsels rondom en een rondracende Meuris die met de volgspot gaat spelen. Alleen de filmpjes die op schermen achter de groep meelopen, lijken er wat nodeloos bij gesleurd. De band gaat die in een vreemd intermezzo overigens even op het gemak bekijken met Dionne Warwick op de achtergrond.
Nog eens een oud Noordkaap-nummer in de bissen met “Een heel klein beetje oorlog”. Aan het verkillend mooie “Tegenstand is mooi” — het definitieve Monzamotto — om een orgelpunt achter ‘Rock Im Ring’ te zetten.
Het getuigt van lef om deze toer op poten te zetten, maar Meuris haalde zijn slag thuis. Minder en minder is Monza “de tweede groep van Stijn Meuris”, maar gewoon: “de groep van”. Dat die straks op Werchter mag aantreden is dan ook maar terecht. Kom op tijd uit uw tent.
Monza toert nog tot eind mei met circus Rose-Marie Malter mee. Alle info op www.monza.be.