“Die muziekwereld is zo’n jungle en zo slecht georganiseerd”, zuchtte Stef Kamil Carlens vorig jaar in een gesprek met goddeau. Te wijten aan die jungle verschijnt het uitmuntende Big City niet in Frankrijk. Daaraan is echter wel het bestaan van Big Blueville te danken. Elk nadeel heb z’n voordeel.
Zita Swoon nam Big City dan maar gedeeltelijk opnieuw op, aangevuld met een paar nieuwe songs, terwijl een paar (onbekende) oudere nummers — naar stilaan aloude Zita Swoon-traditie — een nieuw kleedje aangemeten kregen. Alles werd op achtenveertig uur tijd opgenomen en bereid volgens het Band In A Box-procedé. Zo is Big Blueville (dat in de Benelux slechts in een beperkte oplage van 5.000 exemplaren verkrijgbaar is) een perfecte symbiose van die laatste twee platen en laat het mooi de evolutie horen die Zita Swoon op z’n creatieve hoogtepunt de laatste paar jaar wéér heeft doorgemaakt. Frankrijk mag tevreden zijn.
De bedoeling was om de live-feel van Zita Swoon zo goed mogelijk op plaat te krijgen, hoewel dat een schier onmogelijke opdracht is. Je moet de band vooral gezien hebben om te beseffen hoe straf en onnavolgbaar hij klinkt. Toch zijn de pogingen op zijn minst verdienstelijk. Niet toevallig springt de fantastische single van weleer “I Feel Alive In The City” er weer uit: net als op het podium klinkt deze versie wat dringender, scherper en gewoon bloedverdampend mooi, en wordt er aan het einde een verdomd aanstekelijk stukje Franse hoogzomer in gemangeld.
Voorts krijgen nog vier nummers van Big City een soortgelijke make-over, maar die legt geen verborgen schoonheid bloot of perfectioneert de songs ook niet, voor zover dat nog nodig of mogelijk was. Het onvolprezen “Infinite Down” (het blijft een van de beste nummers die Carlens ooit geschreven heeft) mag Amel Serra Garcia in navolging van de rest op Big City kruiden met een stevig snuifje percussie en wiegt mee in het vocale hemelbed van de zusjes Gysel. “Je Range” en “L’Opaque Paradis” klinken zoals verwacht wat uitgebeender en bevestigen zonder capriolen dat ze mee het hart van Big City zijn en blijven, al slagen ze er niet volledig in de live-feel van de concerten naar de plaat te vertalen. Het immer uitbundige “Everything Is Not The Same” (wat een feest, live!) doet dat wel.
De nieuwe nummers sluiten mooi aan bij de vorige plaat. Zo wordt het bedeesde “Looking For A Friend” gedragen door een weer heerlijk klaterende piano, terwijl het gezapige en veelbelovende “Quand Même Content” (met een oorstrelend mooie intro) de ondertussen welbekende ingrediënten bevat die Zita Swoon maken tot wat de groep nu geworden is, zonder één seconde als een herhalingsoefening te klinken. Het zwierige “Josieanna” benadert dat niveau niet, het refrein balanceert op de rand van het drammerige en zet zo de rest van de song helaas in de schaduw. En ten slotte willen we de mooie herwerking van het oudere, veelal onbekende “Giving Up The Hero” (uit de soundtrack van “Sunrise”) nog eervol vermelden omdat het nogmaals bewijst wat Zita Swoon al drie jaar eigenlijk niet meer moet bewijzen.
Big Blueville is eerder dan zomaar een tussendoortje, een sterke aanvulling op Big City, maar ook weer niet zo noodzakelijk dat we u aanmanen naar de platenwinkel te hollen voor deze gelimiteerde uitgave. Ze maakt vooral duidelijk dat Zita Swoon een band is en blijft die je live moet horen en zien. Al was het maar om Tom Pintens nog eens mee op het podium te zien staan, want die houdt het binnenkort voor bekeken bij de band — een beslissing die vorig jaar al in de lucht hing — om zich meer op al zijn projecten te kunnen toeleggen. Ongetwijfeld een zware aderlating, maar een Zita Swoon in deze fleur van zijn leven zal dit nadeel ook wel weer in een voordeel kunnen ombuigen.