Van heroïnejunk bij The Birthday Party tot een duet met Kylie Minogue in tien stappen? Nick Cave beschikt over de uitzonderlijke gave zichzelf met iedere plaat opnieuw uit te vinden en mag met Dig, Lazarus, Dig!!!, de veertiende studioplaat met The Bad Seeds, alweer een nieuw gezicht in de galerij van Bekende Australiërs bijzetten. Nick Cave deel veertien: de man met de snor.
Nick Cave en zijn compagnons de route Warren Ellis, Martyn Casey en Jim Sclavunos keerden zich vorig jaar af van het kantoorwerk dat muziek maken geworden was en brachten onder de noemer Grinderman een geslaagde plaat uit vol rauwe vegen uitgerafelde blues. Op de nieuwste release van Nick Cave en zijn Bad Seeds wordt de ingeslagen weg van Abbatoir Blues/The Lyre of Orpheus (gracieuze juweeltjes) of No More Shall We Part (verstilde schoonheid) danig verstoord door dat Grindermanexperiment. Er lijkt weer plaats te zijn voor ranzige vuiligheid ten huize Cave, al ligt de klemtoon op Dig, Lazarus, Dig!!! minder op sound en meer op song dan bij Grinderman het geval was.
Terug naar de tijd van oude bekenden als "Deanna", "Red Right Hand", "From Her to Eternity", "The Mercy Seat" of de excellente John Lee Hooker-cover "Tupelo" dus. Right on: vuilbekkende, vunzige nummers die door een verroeste mangel gehaald werden. Aan zijn cameo in The Assassination of Jesse James hield Caves bovenlip een onding over (dixit Cave: "een man zonder snor is haast even bespottelijk en lelijk als een vrouw mét snor"), maar van de lyrische soundscapes die hij voor de soundtrack van die film maakte, bleef niks hangen. Slechts twee songs neigen lichtjes naar ballads. "Jesus of the Moon", met een prominent viooltje, sluit aan bij dromerige moordgedichten als "Henry Lee". De andere lome trage wordt daarentegen gedrapeerd met een funky orgeltje, een freestylende elektrische gitaar, een beangstigend kwelende viool en een onweerstaanbare groove. Què? Klasseer "Hold on to Yourself" dus maar eerder in de categorie "Dig, Lazarus, Dig!!!".
Want de rest van de plaat ligt geheel in de lijn van die titeltrack en vooruitgeschoven single. Cave kiest resoluut voor het parlando, de gitaren krijgen Jack White-effecten over zich heen gestort en The Bad Seeds treden aan als testosteronkoor (zoals de hitgevoelige Queens of the Stone Age dat wel eens plegen te doen in songs als "Make it Wit Chu"). Die formule is niet overal even succesvol: "Moonland" en "Albert Goes West" klinken goed, zitten lekker in elkaar, maar de fantastische noise-erupties van Grinderman blijven uit. Het doel wordt zodanig op de lange baan geschoven dat enkele nummers slechts schamele schampschoten blijven.
Maar voor elk nummer dat onder de lat van de perfectie belandt, staat er ook een pareltje op Dig, Lazarus, Dig!!!. "Lie Down Here (And Be My Girl)" bijvoorbeeld, met een flink uithalende noisegitaar, een spookachtige pianoriedel en een dijk van een refrein (allen in koor: "Lie down here and be my girl!"). Of "Dig, Lazarus, Dig!!!", een geüpdatete versie van het Lazarus-verhaal die teert op een onuitstaanbaar catchy groove (zie ook "Louie Louie" van The Kingsmen). De verschroeiende danse macabre "Night of the Lotus Eater" maakt kans op de eretitel instant classic en van datzelfde torenhoge niveau is ook het dwingende "We Call Upon The Author", met één van de beste teksten die Cave ooit neerpende. Hij roept er God ter verantwoording en maakt met zijn unieke frasering wereldellende tot poëzie ("random discrimination / mass poverty / third world death / infectious disease / global inequality and deepening socio-economic divisions"), en humor van de ellendige condition humaine ("I feel like a vacuum cleaner / a complete sucker"), terwijl hij terloops de literaire legende Bukowski tot brandhout verpulvert.
Met zijn onweerstaanbare grooves en godsvrezende tirades zorgt Nick Cave voor een aanstekelijke plaat. Jammer dat Dig, Lazarus, Dig!!! eerder kiest voor de lange duur en daarmee de uitbarstingen à la façon de Grinderman fataal buitenspel zet. Grinderman: 1 – The Bad Seeds: 13.