Tommy Lee Jones heeft de groeven in zijn gezicht vakkundig
geblokkeerd op de stand tussen “bezorgd” en “diep bezorgd” in ‘In
the Valley of Elah’, het nieuwste anti-Irakdrama in de lange serie
die we de laatste maanden te zien hebben gekregen. Hij fronst, hij
gromt en af en toe zie je zijn ogen bijna uit hun kassen vallen
wanneer hij probeert te suggereren hoe zijn personage zijn verdriet
inslikt. Jones doet dat zo goed dat ze hem een Oscarnominatie
hebben gegeven voor de moeite, maar het is jammer dat die
vertolking zich in een film bevindt die voor de rest maar weinig
interessants te melden heeft. Paul Haggis heeft na zijn
Oscarwinnaar ‘Crash’ hier immers een
prekerig, overnadrukkelijk melodrama gemaakt met een voor de hand
liggende boodschap, die er voor alle zekerheid toch maar met
voorhamer wordt ingebeukt.
Jones speelt Hank Deerfield, een ex-MP die op een dag het
bericht krijgt dat zijn zoon Mike onwettig afwezig is uit het
leger. Mike was net terug uit Irak, was de avond voordien gaan
feesten met een paar vrienden, maar is vervolgens niet
teruggekomen. Hank fronst en zakt af naar de basis van zijn zoon in
New Mexico om te weten te komen wat er aan de hand is. Al snel
krijgt hij het antwoord op zijn belangrijkste vraag: het verminkte
dode lichaam van Mike wordt teruggevonden aan de kant van een weg.
(Dit is geen spoiler, trouwens, dat gebeurt al tijdens het eerste
half uur.) Hank fronst en samen met politieinspecteur Emily Sanders
(Charlize Theron) gaat hij op zoek naar de verantwoordelijken. Al
snel duiken er verhalen op over druggebruik en marteling van
gevangenen in Mike’s regiment. You better believe dat Hank
fronst wanneer hij dàt hoort.
’t Zou een understatement zijn om te zeggen dat Haggis
hier niet bepaald nieuwe thema’s aansnijdt. “Oorlog kan de morele
gezondheid ernstige schade toebrengen”, deelt de regisseur ons hier
mee op een nooit aflatend lijkbidderstoontje. Niet dat we dat nog
niet eerder wisten: zo ongeveer drie kwart van het oeuvre van
Stanley Kubrick ging over de ontmenselijking die gepaard gaat met
een oorlog, en specifiek in de context van Irak, kregen we eerder
al drama’s als ‘Rendition’ en het
(onterecht) weinig geziene ‘Mark of Cain’. Enfin,
we wéten het stilletjesaan wel: fatsoenlijke jongens worden naar de
andere kant van de wereld gestuurd om immorele dingen te doen op
bevel van hogerhand en ze komen terug (àls ze terugkomen) als
andere mensen. Dat verhaal hebben we al eerder gehoord, maar goed,
had Haggis die thematiek nu kunnen verpakken in een krachtig drama,
dan had het nog wel kunnen werken. Sommige dingen mogen best nog
eens herhaald worden, zeker als het relevante dingen zijn, maar dan
moet dat wel gebeuren op een welbespraakte manier.
Jammer dus. ‘In the Valley of Elah’ is voor de helft een
whodunit en voor de andere helft een drama over het
rouwproces van een vader om zijn zoon. Als drama werkt de film nog
het beste, hoewel er ook daar opmerkingen te maken zijn. Jones
fronst en fronst, maar hoewel zijn vertolking net wat té veel
wegheeft van zijn personage in ‘The Three Burials of
Melquiades Estrada’, weet hij wel een oprechte emotionele link
te leggen met het publiek. Het is mooi hoe Jones en Haggis kleine
momentjes gebruiken om te weten te komen wat voor man Hank is.
Zelfs jaren nadat hij op pensioen werd gesteld door het leger,
poetst hij nog elke avond zijn schoenen. ’s Ochtends maakt hij
nauwkeurig zijn bed op, ook al verblijft hij dan in een hotel.
Wanneer hij iemand tegenkomt die zijn vlag verkeerd heeft
opgehangen, gaat hij die man helpen. Jones is every inch
de nobele soldaat, die oprecht gelooft in de clichés over God
and country, en nu met de schaduwzijde daarvan geconfronteerd
wordt. Oké, de weg die Jones aflegt over de loop van de film is
voorspelbaar (van America, fuck yeah! Naar “hmm, misschien
is die oorlog in Irak toch niet zo’n goed idee), maar Jones weet
het wel geloofwaardig te spelen. Zijn woede en verdriet om wat het
leger en de oorlog zijn zoon heeft aangedaan, zijn dan ook voelbaar
en geven het dramatische aspect van de film een zekere
geloofwaardigheid. Dit in tegenstelling tot Susan Sarandon, die als
Hanks vrouw absoluut geen hol te doen krijgt, behalve af en toe
eens op te duiken om te beginnen huilen of als klankbord te dienen
voor Tommy Lee Jones. Daar kan Sarandon zelf niets aan doen – ze
krijgt gewoon geen rol om te spelen.
Dat is het drama-deel. Het whodunit-deel is er veel
erger aan toe. ‘In the Valley of Elah’ is geen prent waarin je
autoachtervolgingen of explosies moet verwachten, dat is een
gegeven, maar het verantwoordt nog niet dat het centrale
moordmysterie geheel verstoken blijft van spankracht of suspense.
De manier waarop de zaak wordt opgelost, is ongeveer even banaal
als de gemiddelde aflevering van ‘Baantjer’ en net zo
geloofwaardig. Check this: een heel eskadron
politieinspecteurs, zowel gewone flikken als MP’s, staan een hele
nacht te draaien op de plek waar Mike’s lichaam wordt gevonden,
maar Tommy Lee Jones werpt er één blik op, ziet meteen bloedsporen
die niemand anders heeft opgemerkt en kan bijgevolg op z’n dooie
gemakje concluderen in wiens rechtsgebied de moord is gebeurd. Een
koel hoofd houden onder druk, heet zoiets. Voor het overige sleffen
Jones en een nogal fletse Theron van plek naar plek, ze gaan
rekeningetjes na van een plaatselijke fast food-keet en
leveren al bij al niet bijster briljant speurwerk. Dit alles
onderbroken door een expliciet symbolische scène waarin Jones het
verhaal van David en Goliath vertelt aan het zoontje van Theron.
Dat beroemde gevecht vond namelijk plaats in de vallei Elah – de
plek waar ieder mens zijn monsters onder ogen moet komen. Ook de
monsters binnenin (slaak nù uw zucht van verwondering bij
dergelijke subtiele beeldspraak).
Ach ja, het is goed bedoeld, maar het ligt er allemaal zó dik
op. Haggis banjert zijn thema’s (hoe belangrijk ze misschien ook
zijn) er hardhandig in – zijn moordverhaaltje is flauw en zijn
symbolen gezwollen en pathetisch (let vooral ook op die gruwelijke
eindscène). Hij meet zich een air aan van diepzinnigheid en
politieke relevantie, maar geloof me: dit is een melodrama. Niet
meer en niet minder.