Hoe zit het eigenlijk met de mazen van úw net? Wij hadden er tot voor kort Devastations laten doorglippen, maar zijn eind vorig jaar teruggefloten door een rist positieve recensies en een aantal vermeldingen in eindejaarslijstjes allerhande. Yes, U werd dus met hoge verwachtingen onthaald, maar het meesterwerk dat er na vele beluisteringen uit tevoorschijn zou komen, heeft zich vooralsnog niet laten opmerken.
Natuurlijk, een meesterwerk. What’s in a name. Duik in een gat ergens tussen Tindersticks en Low, en uw sound zal als vanzelfsprekend op hoera’s worden onthaald. Nu en dan een scheut postrock erbij, en een stem als een donsdeken: meer moet dat dan misschien niet zijn. En er komt ook spannende muziek van, dat is een feit. Maar niét de hele plaat lang, en dan is het géén meesterwerk.
Devastations is niet aan zijn proefstuk toe. Yes, U is de derde plaat in vijf jaar tijd. Klonk de groep aanvankelijk veeleer klassiek, met pianoarrangementen en de sexy bas van Conrad Standish, dan kiest hij op Yes, U vrij nadrukkelijk voor een ander pad. Dat de band hometown Melbourne ingeruild heeft voor Berlijn, lijkt daar niet vreemd aan te zijn. Devastations klinkt sinisterder dan ooit en schuift de klassieke piano opzij voor diens gekke neef, de synthesizer.
Die stijlbreuk zorgt, hoe kan het ook anders, voor een verkenning van het nieuwe speelterrein. Nadrukkelijk voel je de heren de nieuw gecreëerde ruimte aftasten. Het Tindersticks-jasje van weleer moest nodig uit, maar de eigen jas laat nog even op zich wachten. Zo moeten distortiongitaren "Mistakes" inluiden, terwijl er daarna een haast banale popsong met handclaps volgt. "An Avalanche Of Stars" is dan weer een vederlichte triphopdeun die nooit echt van de grond komt. Of hebben wij het misschien niet helemaal door?
Wel overtuigend is het epische "Oh Me, Oh My". Bijzonder sfeervol doemt deze sleper op vanuit de mist — als een schip te nachte, zeg maar — en slechts begeleid door een kringelend gitaartje, een slacker van een elektronisch deken en een kermende Standish, mag dit nummer nog veel langer dan zijn acht minuten duren. Standish heeft een nieuwe geliefde en vannacht mag ze hem alles vragen, want "You brought me back to life". Mooi, ijl en uiterst ge(s)laagd.
Van een ander kaliber, maar ook voor de madame, is het lichtjes silly "The Face Of Love". In deze mag gitarist-pianist Tom Carlyon zijn stem roeren en daar komt in het refrein een onbeschaamd shalalala’en van. Het is even opkijken, maar de groep komt ermee weg. Het nummer kan dan ook bogen op de mooiste pianomelodie van de plaat en een heerlijke samenzang tussen Carlyon en Standish. Ook "The Saddest Sound" is nooit minder dan beklijvend, hoewel het muzikaal niet van zijn lijn afwijkt. "What’s the saddest sound that a man can make?", vraagt Standish zich herhaaldelijk af. Een hoop vragen voor heel weinig antwoorden. En net die verklappen we u niet.
Uptempo wordt Yes, U maar één enkele keer en misschien is dat een gemiste kans. Heel veel ingehouden geborrel mag slechts één maal knetteren in het donkere "Rosa", dat klinkt als een allerlaatste zwanenzang van Hope Of The States, maar dan nog blijkt de aanloop naar de explosie al zowat de eigenlijke explosie te zijn. Hoewel, die outro mag er zijn, met zijn gitaarmuur als een gierende Apocalyps. In "The Pest" gaat de knip er meteen daarna alweer op, maar hier krijgen we dan weer een spooky sfeer en een blik pertinente observaties voorgeschoteld. De elektronisch opgebouwde spanning kanaliseert zich slechts twee maal in een kringelend niemendalletje van een instrumentaal refrein en blijft eindeloos ongrijpbaar. Openingstrack "Black Ice" draagt minder spanning in zich en klinkt achtereenvolgens als een melodieus Tarwater en als UNKLE met een saaie gastzanger.
Wij weten wel wat de enthousiaste critici in deze Yes, U aanspreekt. Met die ingehouden spanning en die smeltkroes aan verschillende stijlen heeft Devastations een postmoderne en interessante sound te pakken. Toch lijkt dat geluid op deze plaat nog niet helemaal op punt te staan, en wij onthouden ons voorlopig dan ook van ongebreideld gejubel. Of moeten we het allemaal misschien nog echt ontdekken?