Toen Arid in 1998 voor de eerste keer op Werchter ten dans speelde,
voelde je het al aan je water dat deze groep een grote toekomst
had. De zweetgeurtjes van puberende en gillende meiden voor het
podium onderstreepten deze stelling zelfs nog meer. En inderdaad:
Arid veroverde niet alleen de harten van menig tienermeisje, ook de
trouwe Studio Brussel luisteraars konden de deuntjes van Jasper
Steverlinck en Steven Dupré wel waarderen. De debuutplaat ‘Little
Things of Venom’ was dan ook een puik album vol rocksongs met net
dat beetje extra, wat vooral toe te schrijven was aan het
stembereik van Jasper Steverlinck, die, niet echt ten onrechte,
vaak vergeleken werd met Jeff Buckley. Persoonlijk konden we de
opvolger van het veelbelovende debuut dan weer net iets minder
pruimen: ‘All is Quiet Now’ leed daarvoor wat te veel onder zijn
Amerikaanse productie.
In 2002 scoorde Jasper Steverlinck met de hulp van de Kolacny
broertjes vrij onverwacht een hit met de cover van David Bowie’s
‘Life on Mars’, in die mate zelfs dat er een solo-album volgde en
Arid tijdelijk ‘on hold’ werd gezet. Tot we vorig jaar plotseling
een nieuwe Arid-song mochten verwelkomen die alvast even gezellig
en vertrouwd klonk als de rookpluim uit ons ouderlijke huis op een
barkoude winterdag. Dat moeten de samenstellers van de
Knuffelrock-reeks ook gedacht hebben, want ‘Words’ prijkt op de
laatste editie van deze kleffe verzamelaar.
Maar laat dat je er niet van weerhouden om de derde plaat van deze
Gentse ex-Rock Rally finalisten links te laten liggen, want er
staat genoeg fijn luistervoer op deze schijf. Nog steeds is het
handelsmerk de stem van Jasper Steverlinck, maar wat zijn
solo-carrière zo ontbeerde, was de wisselwerking met gitarist David
Du Pré, die hier wederom de gitaren beroert. Wat opvalt is wel dat
deze gitaren wat meer naar de achtergrond zijn verschoven en de
piano een meer prominente plaats heeft ingenomen. Zo klinkt ‘Lost
Stories’ vooral als nog maar eens een pianoballade die alleen maar
door de stem van Jasper Steverlinck boven de middelmaat uitkomt, en
ook ‘I Don’t Know Where I’m Going’ roept meer herinneringen op aan
de ‘Life on Mars’-periode dan aan vintage-Arid.
Wij zijn dan weer meer te spreken over de wat steviger en typischer
Arid-songs als ‘If You Go’, dat met zijn meer uit de kluiten
gewassen refrein zonder twijfel een radio en dus Afrekening-hit zou
moeten worden. Ook ‘I Hear Voices’ hebben wij aangestipt als een
van de betere nummers op ‘All Things Come in Waves’. Wwe hoorden er
zelfs de gitaar-sound van The Edge in. En diezelfde band horen we
zelfs in de beginakkoorden van ‘In Praise of’, het absolute
prijsbeest op deze nieuwe Arid: rustig uit de startblokken om al
vrij snel wat heftiger gitaarakkoorden te laten horen in het
refrein, denk aan ‘Life’ op hun debuutplaat zonder de onverwachte
tempowisselingen. Wij dachten vooral: eindelijk een stevige brok
onvervalste rock!
Conclusie: wat ons betreft heeft ‘All Things Come in Waves’ het
bestaansrecht van Arid weer een flinke duw in de rug gegeven. Zelfs
in die mate dat we hopen dat Jasper Steverlinck zich niet meer zal
laten verleiden om het opnieuw solo te proberen. De fans kunnen
bijgevolg gerust zijn en deze plaat blindelings aanschaffen, de
iPod-generatie kan de wat mindere nummers links laten liggen en
enkel de hoogtepunten aan hun downloadlijst toevoegen.