Het heeft een aantal omzwervingen geduurd voor we de retro-ogen van
Alela Diane in de juiste rekken naar ons zagen staren. Niet omdat
die ons zelf niet opvielen, maar omdat ‘The Pirate’s Gospel’ in
zijn min of meer huidige vorm al drie jaar bestaat. In 2004 bracht
Diane dit debuut namelijk uit in eigen beheer, in 2006 releasete
Holocene Music een licht aangepaste versie uit in Alela’s Verenigde
Staten en pas dit jaar kon Europa van dit fonkelend folkmeisje
genieten. Dat het tijd werd.
Alela Diane Menig – Diane is haar tweede voornaam – werd in 1983
geboren in een muzikaal gezin in het Californische Nevada City. Als
kleine meid zong ze met de oudjes regelmatig folksongs aan de
keukentafel en pappie lief leerde haar de eerste akkoorden aan. Het
was pas op haar 19e, toen Diane het thuis afbolde, dat ze muziek
serieus begon te nemen en aan het schrijven sloeg. In San
Fransisco, waar ze ging studeren, componeerde Alela haar debuut
‘Forest Parade’ bijeen, dat veel verder dan wat vrienden nooit is
verspreid. Het grootste deel van de songs voor ‘The Pirate’s
Gospel’ schreef Alela op avontuur door Europa. Eenmaal terug in
Nevada City, kreeg vader Menig de taak haar nieuwe debuut op schijf
te zetten. Aan de opnames werkte een aantal vrienden en familie
mee, en na veel omwegen komt dit staaltje huisvlijt vandaag
eindelijk in onze handen terecht.
De vergelijking tussen Alela Diane en Karen Dalton valt meteen op,
al wordt dit wel wat door het hoesje van ‘The Pirate’s Gospel’ en
haar Indiaans ogende uiterlijk beïnvloed. Bob Dylan, maar ook
Nick Cave en
Devendra
Banhart hebben ooit hun liefde voor Karen Dalton verklaard en
haar wat scherpe stem vinden we deels bij Alela terug. Dalton was
‘het folkantwoord op Billie Holiday’ en maakte naam op het eind van
de jaren zestig. Karen is sinds 1993 niet meer onder de
levenden.
De eerste single van ‘The Pirate’s Gospel’ heet ‘The Rifle’, meteen
een van de hoogtepunten van de plaat. Het nummer bevat een vrij
klassieke strofe-refrein-strofe-refrein-strofe-slot-opbouw waarbij
vooral het contrast tussen angst en onmacht – papa haalt zijn
geweer boven want ze komen vanuit de bossen en mama slaat op de
vlucht – met het wat lichtvoetige, opbouwende gitaarspel opvalt.
Backing vocals zijn van Alela’s goede vriendin en hier (nog)
onbekende folkzangeres Mariee Sioux, die aan een vijftal songs
heeft meegeholpen.
Een stuk opvallender zijn de backings van vader Tom Menig op
titelnummer ‘The Pirate’s Gospel’. We kunnen de song best als jolig
omschrijven en hoewel het in dit genre, dat zich leent tot
neerslachtigheid, moeilijk is zowel vrolijk als geloofwaardig over
te komen, slaagt Diane hier perfect in. De song is zelfs een van de
sterkhouders van deze release. De aparte aanpak levert een
combinatie op van banjo, hadngeklap, geneurie en de lage yo ho
ho’s in de refreinen, want “While some folks pray / Their
path to Jesus / We’re gonna sing / The Pirate’s Gospel.” Als
Disney eens aan een piratenfilm denkt, biedt zich hier een kans
aan.
Een mini-koortje met een twee kindjes van vijf en acht verhoogt de
aaibaarheidsfactor van het erg mooie ‘Pieces Of String’. Het
schattige is dat ze net bij “I’d have a choir of little
childeren sing along” hoorbaar zijn. Naar het einde toe haalt
Alela haar stem fantastisch over, iets wat ze live wel meermaals
doet. In dezelfde zoete sfeer bevindt zich afsluiter ‘Oh! My Mama’.
Het is een van de songs die ons een zeer bekoorlijke inkijk geven
in Alela’s leven, in dit geval hoe ze zelf door haar moeder is
opgevoed en dit later ook zal doen als ze zelf een dochter zal
hebben. Het tekstueel hermetische ‘Foreign Tongue’ is een van de
weinige nummers die Alela helemaal alleen voor haar rekening nam en
krijgt warmte door haar zachte gefluit.
Een terugkerend thema is dat van vogels, het vliegen en veren. Deze
fascinatie komt sterk tot uiting in het licht existentialistische
‘Can You Blame The Sky?’. Is het de schuld van de lucht dat een
moeder(vogel) haar kinderen achterlaat of de schuld van andere
vogels? Alela houdt het op het tweede. Vanuit de hemel worden we in
de gaten gehouden door al die moeders die hun warme veren op ons
laten neervallen.
Een nieuwe Amerikaanse vogel heeft de oceaan na een lange reis
overgestoken en heeft een van de sterkste folkdebuten van de
laatste jaren meegebracht. Alela Diane heeft de charme en de stem
om zo groot te worden als haar stadsgenote Joanna Newsom, en is
nu al de nieuwe lievelinge van onze weird folk-liefhebbers. Now
let us sing the pirate’s gospel!
www.aleladiane.com
www.myspace.com/alelamusic