In 1979 zong de jonge punkhond Jello Biafra nog vol overtuiging dat de hippies niet terug zouden keren ("California Über Alles") maar nog geen twintig jaar later lijken zijn woorden gelogenstraft te worden door de komst van hippie-messias Devendra Banhart en de vele folkies in zijn kielzog. Maar bobo Banhart en de zijnen zijn niet de echte hippies van de nieuwe eeuw, dat is Akron/Family.
Het zootje ongeregeld dat samen Akron/Family uitmaakt, blijft een belevenis om te aanschouwen. Tijdens het laatste Domino-festival nodigden ze zowat de hele AB-Club uit op het podium en lieten ze de overblijvende toeschouwers uit volle borst meezingen en dansen op hun tribale, door LSD beïnvloede songs. Het optreden was een amalgaam van oude en nieuwe nummers, waarvan sommige duidelijk hun weg gevonden hebben naar Love Is Simple, de derde volwaardige plaat van dit gestoorde collectief.
Wie het vorig jaar uitgebrachte Meek Warrior in huis gehaald heeft, weet wat hij mag verwachten: op hol geslagen folkriedels, handgeklap en meerstemmig gezang, maar ook aan Hendrix verwante gitaaruitbarstingen, door Pink Floyd beïnvloede uitgesponnen songs en een volgehouden gekte, die al dan niet steunt op legale en minder legale genots- en geestesverruimende middelen. Akron/Family is nog geen haar veranderd.
De grote troef van de groep waren tot op heden echter de sterke liveshows, die als handleidingen bij de band konden dienen. Het grillige parcours werkt immers beter op een podium dan op plaat, en vooral zij die het geluk hadden de groep live aan het werk te zien, snapten waar de albums heen gingen. Zonder die handleiding was het echter allesbehalve eenvoudig om in de wereld van Akron/Family te stappen.
De groep heeft er immers een handje van weg om in een en dezelfde song dertig verschillende stijlen toe te passen en in één beweging van Beatles-achtige pop over te stappen naar tribale folk, tussendoor wat psychedelische gitaren aan te laten rukken, en het geheel te overgieten met allerlei natuurgeluiden. Een song als "Lake Song/New Ceremonial Music For Songs" bijvoorbeeld vraagt al een recensie op zich, wil men alle invloeden, stijlen en finesses van het nummer eer aandoen.
Die grilligheid zorgde er tot voor kort voor dat de groep op plaat te hermetisch bleef. Alleen wie wist hoe warm de groep live klonk, kon voorbij de "koude" productie de lieflijke gekte vatten. Het gaat bij deze groep immers veel minder om de songs (aan een omschrijving van dat auditieve vuurwerk is zoals gezegd geen beginnen) als wel om het totaalpakket, dat zich in het verleden maar niet naar de albums liet vertalen.
Op Love Is Simple vallen de twee werelden eindelijk samen. De waanzin van de vorige platen is nog steeds dominant aanwezig maar op de een of andere manier blijft de naturel van de optredens behouden, waardoor er ditmaal veel minder in de haren gekrabd wordt wanneer een nummer zich aanbiedt. Niet het minst is dat te danken aan producer Andrew Weiss (Rollins Band, Ween, Butthole Surfers) die perfect weet hoe studiogekte vertaald kan worden naar een organisch geheel dat ook de luisteraar boeit.
Op Love Is Simple zijn Weiss en de groep erin geslaagd de live-ervaring te evenaren. Een plaat lang lijkt het wel alsof Akron/Family in de woonkamer staat, geen wonder dus dat er vanaf de eerste noot meegezongen, gedanst en geklapt wordt. Tracht maar eens onbewogen te blijven bij "Ed Is A Portal", of niet zacht mee te neuriën met "Crickets". Het is geen gezicht en het is ongetwijfeld irritant voor de buren, maar het komt wel recht uit het hart. Wie bij Love Is Simple onbewogen blijft, controleert het best eens of de rigor mortis nog niet ingetreden is.
Akron/Family, het ultieme antidotum tegen cynisme, fatalisme en pessimisme, speelt op 23 november in de AB-Club. Ga erheen, u kunt er alleen maar baat bij hebben.