Kermislichten, skeletten, spookhuizen en indianendansen. Jep, Animal Collective kwam nog eens langs om ons een psychedelische trip voor te schotelen die zijn gelijke niet kent. Helaas zat er af en toe een stevige bad trip tussen de goeie brokken.
Na het bij momenten erg toegankelijke Feels verkaste Animal Collective van Fat Cat naar Domino en de gitaren werden opgeborgen. Op het nieuwe Strawberry Jam overheerst de elektronica en werd de zang zelfs zodanig naar voor gemixt dat de teksten van Avey Tare tegenwoordig verstaanbaar zijn. Een toegift aan de commercie? Als dat zo is, dan stak het trio (Het is een collectief, dus iedereen doet maar mee als hij zin heeft en Deacon hoefde deze keer blijkbaar even niet) vrijdagavond met een even brede grijns zichzelf opnieuw stokken in de wielen: wie kwam om eindelijk eens liedjes te horen had zichzelf de trip naar de Botanique kunnen besparen.
Toch is er veel veranderd nu Deakin (even) niet meer meedoet: achteraan staan een hoop gesofisticeerde boxen die het geluid van werkelijk overal doen komen, daarvóór zien we veel elektronica op tafels en wat percussie waarachter Geologist (de man met het eeuwige speleologenlampje op zijn voorhoofd) en Panda Bear plaatsnemen en waartussen Avey Tare een dik uur lang zal rondstuiteren. Zijn gitaar zal hij hoop en al drie keer beroeren; als een volleerd frontman heeft hij aan zijn microfoon genoeg om zichzelf een houding te geven.
Electronica dus, al is dat de eerste minuten niet te merken. Even begint alles rustig, tot dan plots het vuurwerk losbarst en samen met een batterij lichten ook synths aan het jubelen slaan. Een nummer later tekenen ook de Beach Boys-harmonieën die ook Panda Bears soloplaat Person Pitch kenmerkten present. De muziek van het collectief zal deze avond regelmatig de stempel van die Noah Lennox dragen.
Zoals dat de gewoonte is bij deze groep, wordt meer materiaal gespeeld dat nog niet op plaat is uitgebracht dan wel, en nummers herkennen is dan ook als de driekoningenboon vinden in de taart: de kans is klein, maar als het gebeurt, is het publiek de koning te rijk. De geweldige nieuwe single “Peacebone” is popmuziek uit een andere dimensie, het aanstekelijke “Fireworks” is zo vintage Animal Collective dat we het een halve minuut verwarren met “Banshee Beat”. Vanop Sung Tongs wordt nog eens publieksfavoriet “Who Could Win A Rabbit” opgediept: volbloed eenentwintigste eeuwse psychedelica.
”Op Sung Tongs en Feels hadden we steeds enkele ’sfeermomenten’, maar dat soort nummers hebben we deze keer bewust achterwege gelaten”, vertelde de groep vorige zomer aan onze (jm). Die lijn trekt de groep helaas niet door op het podium. Al te vaak worden we geconfronteerd met oeverloos meanderende vulsels, waar we liever wat sterkhouders van het in de setlist onterecht genegeerde Feels hadden horen passeren: met de beste momenten op die plaat hadden de groepsleden immers bewezen dat ze — als ze dat willen — experimenteerzucht en boeiende songstructuren met elkaar konden verzoenen.
En dus wisselen ze elkaar af: de momenten van verveeld in het rond staan kijken, het loosgaan op een ravetrack uit een parallelle wereld, en meedeinen op een door Geologist en Panda Bear gesaboteerd folknummer van Tare. Pas in de bissen mogen we eindelijk nog eens de oude indianendansmetafoor bovenhalen voor de kreten die om verenbos en tomahawk smeken, en dan is het wel duidelijk: dit Animal Collective is zijn speelzucht en kinderlijke vreugde kwijtgespeeld. We blijven de groep fascinerend vinden, ook vrijdagavond, maar hier was het collectief niet op zijn sterkst. Volgende keer toch maar opnieuw de gitaren meebrengen?