En zo werd goddeau zes jaar. Met twee optredens, een uitverkochte zaal, en dj’s achteraf. In de woorden van Jani Jani, drummer van I Love Sarah: "For tonight, God is an astronaut!"
Het was even schrikken voor de mensen van STUK: God Is An Astronaut stond voor een uitverkochte zaal. Uiteindelijk waren de platen van de groep hier te lande vrij onopgemerkt voorbijgegaan, en hadden ze op goddeau en enkele verwante sites na nauwelijks aandacht gekregen. Maar plots blijkt er dus wel een kleine driehonderd man de band te willen zien. Internet, meneer: het verandert alle zekerheden van de muziekwereld, maar deze keer wel ten goede.
"Dit moet zowat het grootste publiek zijn waar we ooit voor opgetreden hebben", stelt Jani Jani dan ook vast, en hij laat zich niet in het minst intimideren. Vroeg in de set wordt een postrock-achtig nummer gespeeld "voor de jongens van goddeau", maar verder doet I Love Sarah guitig haar eigen controversiële ding met een hoop geinige bindteksten als toemaatje. Een gitaar en drumstel gooien zich samen met twee casios op een roetsjbaan en maken de dolle rit naar beneden, dat geluid ongeveer.
Werk van het recente Hoekzetel Bruno wordt aangevuld met oude getrouwen als "Toothbrush" en "QCQ L Zouk", en steevast wordt het geheel van nog een extra toefje metal (met een stukje "Roots, Bloody Roots" op de koop toe) voorzien. De trance-parodie "De Gokchinees" moet het "Swedish Designer Drugs"-moment zijn, maar zorgt enkel voor verwarring, net als de hele, briljante set. De rammelende "muzaknoise" van gitarist Rudy Perdu en Jani Jani laat het publiek verdeeld en driftig discussierend achter: aan hoofdact God Is An Astronaut om het opnieuw te verenigen.
Via sites als last.fm en MySpace heeft de groep al een hele schare volgelingen rond zich weten te verzamelen, en dus weet God Is An Astronaut zich al van bij de atmosferische intro verzekerd van een hoop applaus en grote verwachtingen. die worden ingelost, met bij momenten sterke, melodische postrock uit de oude school. "Tempus Horizon" bouwt langzaam op vanuit een eenzame gitaar terwijl het lichte drumspel van Lloyd Hanney vermijdt dat de muziek te zwaar op de hand wordt, ondanks de al te metal-achtige uitbarstingen van gitarist Torsten Kinsella. Live is God Is An Astronaut minder "mooi" dan op plaat: het trekt voluit de kaart van de hevige gitaren.
Op het scherm achter de groep passeren beelden die synchroon met de muziek worden gemonteerd: in het ritme passende ontploffingen, bommenwerpers die hun lading lossen,… Een zwarte predikant die danst op de maat van de drumbreak in "Radau" getuigt dan weer van het gevoel voor humor van de drie groepsleden. Van alle apocalyptische bands is God Is An Astronaut ongetwijfeld de lichtste. Her en der wordt de muziek zelfs dansbaar, en smokkelt Kinsella een regelrechte funkgitaar in het eerder naar Mogwai neigende geheel.
Postrock is echter een link genre om te beoefenen: je bent er al snel slecht in, als je niet heel goed bent. Af en toe blijft God Is An Astronaut haken achter die lijn, en struikelt ze. Dan meanderen de songs wat te lang aan — hoewel geen enkel nummer de vijf minuten-grens overschrijdt — of volgen ze een ietwat voorspelbare opbouw. Op die momenten mist God Is An Astronaut dramatiek en een verhaal en is de muziek te statisch. Zo zakt de set halverwege ernstig in.
Dat wordt vanaf "Radau" en een uitstekend "Sunrise In Aries" echter rechtgezet met een finale waarvan "All Is Violent, All Is Bright" in de bissen het donderende sluitstuk is. Eindelijk is er de epiek die we dit hele optreden lang een beetje misten. Het was een beetje jammer voor goddeau, maar als een losgeslagen komeet schampte God Is An Astronaut slechts rakelings langs het adjectief "uitstekend". Niettemin was het een mooie avond. We zijn blij met al de fijne lezers die we dinsdag hebben ontmoet en hopen u volgend jaar opnieuw in groten getale te zien op zeven jaar goddeau.com.