Vooruit, Gent, 3 oktober 2007
In het kader van HouseMusic 2007
Is Nouvelle Vague méér dan een gimmick? Thesissen zullen er over
deze kwestie nog niet geschreven zijn, maar wij wachten alvast met
bovengemiddelde interesse nieuw werk van de Fransen af. Hun
titelloze debuut was de meest verfrissende zomerbries van 2004, en
opvolger Bande à
Part bracht meer van hetzelfde. Maar net dat is een beetje het
probleem dat veel mensen met het collectief rond Marc Collin en
Olivier Libaux hebben. Het verrassingseffect van hun unieke aanpak,
new wave- en punkklassiekers coveren in bossanovastijl, is namelijk
al een tijdje uitgewerkt. Wat blijft er dan over, de hype voorbij?
Een volgelopen Vooruit zou het op een mooie herfstavond snel genoeg
te weten komen.
Collin en Libaux maken er een sport van om, Massive Attack-gewijs,
telkens met een andere bezetting de baan op te trekken. Zo houden
ze het voor zichzelf en de trouwe fans spannend, en geven ze meteen
bevriend talent de kans om zich aan een groter publiek te tonen.
Camille is ondertussen in hetzelfde straatje als Carla Bruni en
Charlotte Gainsbourg een bescheiden ster geworden bij onze
zuiderburen, maar veel mensen leerden haar pas kennen dankzij de
crimineel charmante Dead Kennedys-cover ‘Too Drunk To Fuck’ op de
eerste Nouvelle Vague-plaat. In Gent mocht de minstens even
verrukkelijke Mélanie Pain (in het ware leven zangeres bij het niet
onverdienstelijke duo Villeneuve) nog eens opdraven. Ze werd
vergezeld door onder meer Gerald Toto, een Parijse soulzanger met
Indische roots.
Het optreden begon echter redelijk dramatisch. Mélanie kampte met
een griepje, en spijtig genoeg voor haar én voor ons stond ‘The
Killing Moon’ (origineel van Echo & The Bunnymen), een nummer
waarin de zang doorslaggevend is, bovenaan de setlist. Het publiek,
dat grotendeels via de HouseMusic-actie gratis aan een ticket
geraakt was, reageerde opvallend ongeïnteresseerd, zodat de dame
uit Aix-en-Provence nog meer moeite had om boven het gepraat uit te
komen. We hadden met haar te doen, en Gerald Toto blijkbaar ook.
Tijdens de rest van het concert nam hij meer nummers dan gewoonlijk
voor zijn rekening, en Mélanie hield het grotendeels bij het shaken
van haar bevallige booty.
De set bestond voornamelijk uit de bekendere covers, samen met
enkele ‘nieuwe oude’ nummers. Een speciale vermelding verdient de
heerlijke versie van ‘Sweet Dreams’. Niemand die zo’n genietbare
invalshoek van het afgezaagde Eurythmics-nummer had verwacht. Toto
amuseerde er zich kostelijk mee, en ook de band kon tijdens de
snellere swingende stukken eindelijk eens helemaal loos gaan.
En dat deden ze tijdens de rest van het optreden eigenlijk veel te
weinig. Afgezien van het veel zwakkere stemmetje van Mélanie
verschilde Nouvelle Vague live amper van Nouvelle Vague op cd. Ook
Gerald Toto kon weinig toevoegen aan de plaatversie, zodat het
optreden vaak gevaarlijk dicht richting voorspelbaarheid zweefde.
Zeker met een nog deels te bekeren publiek voor je, gelden er nu
eenmaal andere regels op het podium dan in de studio, en de band
slaagde er dan ook zelden in om de Vooruit mee te krijgen.
Gelukkig zijn de nummers nu eenmaal niet kapot te krijgen. ‘A
Forest’, ‘Teenage Kicks’, een door een volle zaal meegekweeld ‘Love
Will Tear Us Apart’: het zijn stuk voor stuk klassiekers in hun én
in een ander genre. Het probleem van Nouvelle Vague is dat de
vijver waaruit ze vissen nu eenmaal verre van onuitputtelijk is.
Voorlopig lukt het hen nog om het niveau van alle andere
gelijksoortige cd’s die je voor € 2 in de afprijsbakken vindt en
die verder enkel op muziekquizzen worden gebruikt (genre ‘A Reggae
Tribute to Bob Dylan’) met verve te overstijgen, maar de vraag is
welke richting Collin en Libaux nu zullen uitgaan. Live speelde
Nouvelle Vague jammer genoeg iets te veel op safe om echt boeiend
te zijn. Wij zijn en blijven fans, maar veel nieuwe zieltjes zullen
ze in de Vooruit niet bekeerd hebben.