Een iets minder album betekent voor Tunng nog niet dat de optredens navenant moeten zijn. Op Good Arrows mag de verveling weliswaar toeslaan, live sleurt het zestal folk overtuigend de 21ste eeuw binnen.
Ze zien er uit als hippies, maar ze kunnen wel degelijk met computers overweg en beats programmeren. Voor alles is het Britse Tunng dan ook synoniem met een bepaald geluid: folktronica, de symbiose tussen onversneden folk en ritselende elektronica. Diepe beats verenigen zich met gitaartapijten en een veelheid aan belletjes en speelgoedgeluiden tot een boeiend en speels geheel.
Toch liep er deze zomer iets fout op derde album Good Arrows. In tegenstelling tot op de twee vorige platen ging de groep hier ernstig de mist in. De mayonaise wilde niet meer pakken, de elektronica was bijna niet te horen, en de folksongs van vooral Sam Genders waren slaapverwekkend en ongeïnspireerd. De groep leek op drift.
Niets van dat alles in de AB Club dinsdagavond. Met een zinderend concert zetten knoppendraaier Mike Lindsay, Sam Genders en hun vier kompanen hier die uitschuiver recht. Van bij de stevige opener "People Folk" blijkt dat het zestal met zijn spierballen wil rollen. Goed gerodeerd door het vele toeren haken de elektronica, drie gitaren, de klarinet en het arsenaal aan belletjes en schud-dingen perfect ineen. "Take" — één van de zeldzame uitschieters op Good Arrows — is daarna live een stuk sterker dan de al mooie albumversie.
Wanneer de extra tracks "Bodies" (hoge meewiegfactor) en "Clump" (opnieuw erg stevig) passeren, wordt duidelijk wat het probleem van dat nieuwe album is: de veel te subtiele rol die de elektronica mag spelen. Op de planken zet de groep een stevig en rijk geluid neer dat bij momenten zelfs dansbaar aandoet. In het instrumentale "Soup" wordt de plotse uitbarsting volledig uitgebuit en niet meteen weer weggemixt, en dat is een grote verbetering. Wanneer in "Hands" echter vooral wordt gefocust op de fingerpicking is de verveling alweer niet ver te zoeken.
Tunng is dan ook beter als de groep ronduit "dansbaar" durft te zijn. "Bricks" is een stampertje met diepe bassen, net als "Beautiful And Light" van op debuut Mother’s Daughter And Other Songs. Aan het einde van "Engine Room" overwoekeren de beats het nummer zelfs helemaal. Het laatste woord is voor de nieuwe single "Bullets", waarin de groep een pracht van een harmonische samenzang neerzet. Een hoogtepunt om mee af te sluiten.
Al volgt in de bissen nog een cadeautje. Bloc Party’s "Pioneers" wordt vertimmerd tot een overtuigende sjamanendans die nogmaals de sterkte van de groep benadrukt: niet enkel folk maar ook elektronica. Als dit optreden één ding duidelijk maakte, dan is het wel dat Tunng moet proberen zijn livegeluid op plaat te vatten. We duimen dat het op de opvolger van Good Arrows eindelijk lukt.