Een van de talrijke projecten met atomen van het zelden geëvenaarde
Godspeed You! Black Emperor in het bloed – wie kan ze allemaal
volgen? – is Hrsta, het viertal dat ons sinds 2000 op drie
bijzonder mooie platen heeft getrakteerd. Het specifieke element
heet Mike Moya, mede-oprichter van Godspeed en samen met Efrim
Menuck wellicht de meest invloedrijke factor in de superband op
rust. Dat geldt alleszins voor de beginjaren, want Moya verliet
Godspeed in 1998 om later andere Constellation paradepaardjes tot
leven te wekken als daar zijn Set Fire To Flames, Molasses en
Hrsta.
De licht vreemd klinkende naam Hrsta, uit te spreken als
“her-shta”, ontstond toen Moya zijn handboek Sanskriet doorzocht
naar een niet alledaagse klankcombinatie en betekent zoveel als
‘verheugd’. De typische, wenende gitaarklanken die we kennen van de
vroege Godspeed stopt Moya ook in Hrsta, en met zijn klagende, van
melancholie doordrenkte stem voorziet hij de niet-instrumentale
nummers van een tekst. Belangrijk in het geluid van het Canadese
viertal, en zeker op deze ‘Ghosts Will Come And Kiss Our Eyes’, is
het orgel van Brooke Crouser, het vrouwelijke bandlid en onderdeel
van het al even experimentele Jackie-O Motherfucker.
Om met de bij momenten hemelse pracht van Hrsta te beginnen,
prijzen we ten zeerste openingstrack ‘Entre La Mer Et L’Eau Douce’
aan, dat zijn titel deelt met een Canadese film uit 1967. Het
nummer wordt letterlijk in gang geblazen door het orgel van Brooke
Crouser, maar in tegenstelling tot wat de wekelijkse hoogmis als
muzikaal spektakel aanbiedt, brengt de introductie van Moya’s
gitaargejank het geheel tot beduidend hogere sferen dan het effect
dat een fles miswijn ooit op de pastoor zal hebben. Vooral de
tweede helft is zo bovenaards dat je terstond door de grond lijkt
te zakken en even alles rondom je als momentaan verwaarloosbaar
beschouwt.
Een song mét zang die onze volledige goedkeuring geniet, is ‘The
Orchard’. Het nummer toont de andere kant van Hrsta: de folkzijde,
waarbij het sferische evenzeer onontbeerlijk is maar meer evidente
songstructuren de nummers smeden. Denk aan Espers, zij het een stuk
aardser en minder sprookjesachtig. In dezelfde categorie vinden we
afsluiter ‘Holiday’, een cover van – oh ja – The Bee Gees. Hrsta’s
versie is minstens even droefgeestig, maar klinkt uiteraard een
stuk minder gedateerd. De ‘da da da’s’ in de refreinen zorgen er
mede voor dat de cover een stuk zwaarder uitvalt dan het origineel,
dat op zich al een sterk nummer was.
De langste track op Hrsta’s derde langspeelplaat, en beslist een
van de betere, heeft de Spaanse titel ‘Hechicero Del Bosque’
gekregen. Geen verwijzing naar een voormalige trainer van Real
Madrid, maar gewoonweg te vertalen als ‘woudtovenaar’. Het is een
bezwerend folknummer met een post-rockstructuur waarvan de titel je
aanzet er woudbeelden bij te bedenken, want de praktisch
onverstaanbare lyrics zijn vooral als klanken functioneel.
‘Hechicero Del Bosque’ is opgebouwd in twee delen, het tweede een
op hol geslagen finale in climaxstructuur. Het gaat er minstens
even psychedelisch aan toe in ‘Kotori’, dat opent met een korzelige
geluidsopname van de gezongen woorden van een vrouw maar snel
overgaat in een feest van psychedelica zoals het vroege Pink Floyd
het heeft bedoeld. Betoverend!
Er is weinig dat niet in goud verandert waar Mike Moya zijn handen
aan heeft gezet. Met ‘Ghosts Will Come And Kiss Our Eyes’ laat
Hrsta ons genieten van de derde knappe plaat op rij. Het is een
mooi afgewogen mengeling van psychedelische folk en post-rock die
live ongetwijfeld nog vernietigender zal uithalen dan de plaat ons
kan bieden. Hou die kalender in de gaten!
http://www.myspace.com/hrstamusic