Harrison Ford maakte wellicht de beste carreer move van
zijn leven toen hij in 1985 de hoofdrol aannam in ‘Witness’. In de
vorige tien jaar was hij een superster geworden door heldhaftig op
te draven in ‘Star
Wars’ en ‘Indiana
Jones’ – rollen die hem wereldberoemd en stinkend rijk hadden
gemaakt, maar die hem ook in een artistiek verdomhoekje dreigden te
drukken. Iedereen houdt van een held, maar niemand gaat naar goede
acteurs zoeken achter die facade. ‘Witness’ bood Ford de kans om te
bewijzen dat hij meer kon dan slechteriken omver knallen met een
lasergeweer of een zweep – dat hij ook reële emoties kon opwekken,
dat hij diepgang had. En het lukte hem. Misschien voor de eerste
keer werd Harrison Ford de filmster aanzien als Harrison Ford, de
acteur. De film zelf werd een klassieker; een zeldzame misdaadfilm
die het genre overstijgt.
De jonge weduwe Rachel Lapp (Kelly McGillis) en haar zoontje
Daniel (Lukas Haas) behoren tot de Amish gemeenschap van het
platteland in Pennsylvania. Wanneer de twee een reis ondernemen
naar Philadelphia, is Daniel getuige van een bloederige afrekening
in het toilet van het centraal station. De harde grootsteedse flik
John Book (Ford) moet de zaak oplossen, maar enig graafwerk wijst
al gauw uit dat de moord verband houdt met corruptie binnen de
politie. Nadat Book gewond raakt, heeft hij geen andere keuze dan
zich, samen met Rachel en Daniel, verborgen te houden bij de
Amish.
Die opzet is in feite erg conventioneel, en zelfs een beetje
saai: we krijgen een doordeweekse intrige (het heeft allemaal te
maken met verdonkeremaande drugs, maar who cares?) die zo
had kunnen weglopen uit een aflevering van ‘Aspe’, en die
aanleiding moet geven tot een vis-uit-het-water verhaal dat je al
van een kilometer afstand ziet aankomen. Laat me raden: de geharde
flik zal tegen het einde van het verhaal geleerd hebben dat je
andere levensstijlen moet waarderen, of niet soms? En de moeder van
het jongetje zal uiteraard smoorverliefd op de flik worden,
right? Wel… Ja en nee. De verhaalstructuur van ‘Witness’
is op zichzelf inderdaad niet zo memorabel, maar regisseur Peter
Weir (die hier z’n eerste film maakt buiten Australië), weet er een
haast poëtische emotionele dimensie en oprechtheid aan mee te
geven, die ervoor zorgt dat de film de banaliteit van z’n
uitgangspunt probleemloos weet te overstijgen.
Want een verhaal over twee totaal verschillende culturen (de
twintigste eeuwse, moderne levensstijl tegenover een filosofie die
in honderden jaren onveranderd is gebleven), is uiteindelijk maar
zo voorspelbaar als de scènes waarmee je dat verhaal vertelt. En
Weir heeft er een handje van weg om precies de juiste toon te raken
in het éne onvergetelijke moment na het andere. Let op een scène
waarin Book zijn revolver toont aan Daniel. Hij speelt bijna de
goede vader voor de jongen op dat moment, verwijdert zorgvuldig de
kogels, legt uit hoe het mechanisme werkt, zegt hem dat hij altijd
voorzichtig moet zijn enzovoort. Dan komt Rachel binnen, en ze pakt
hem de revolver simpelweg af, omdat ze wapens afkeurt. Met die éne
scène zorgt Weir ervoor dat de relaties tussen die drie personages
(John Book, Rachel en Daniel) helemaal geherdefinieerd worden:
plots gedragen de twee volwassenen zich als de ouders van dat kind,
die het oneens zijn over de opvoeding van hun zoon. Het
inhoudelijke punt van die scène is nogal obvious: John en
Rachel groeien naar elkaar toe door hun bezorgdheid over het kind.
Maar de uitvoering ervan is effenaf briljant. Nog zo eentje: een
lyrisch in beeld gebrachte montage van de Amish die op een enkele
dag een schuur overeind zetten. Of Book en Rachel die een dansje
placeren op de tonen van ‘What a Wonderful World’. Om nog maar te
zwijgen van de prachtige, gevoelige en geenszins gratuite
naaktscène van Kelly McGillis. Roger Ebert zei het al, en hij heeft
gelijk: a film is not about what it’s about. It’s about how
it’s about it. ‘Witness’ is daar de perfecte illustratie van.
De inhoud van de film is nooit erg diepgaand, maar Weir vertelt
zijn verhaal met zo’n tedere, gevoelige hand dat de prent veel meer
wordt dan enkel het optelsommetje van z’n thema’s.
En die thema’s zijn er uiteraard van wederzijdse aanvaarding.
Book leert de Amish waarderen en omgekeerd realiseren zij zich aan
het einde ook wel dat niet alle “English” per definitie slechte
mensen zijn. ‘Witness’ is uiteindelijk een film over prioriteiten:
de Amish hebben hun eigen familiewaarden zo absoluut bovenaan het
lijstje gezet, dat de rest van de wereld hen gestolen kan worden.
Het gevolg is dat de banden binnen die gemeenschap ongemeen sterk
zijn, maar dat ze een afgezonderd leven leiden, dat hun vrijheden
sterk beperkt. Gerelateerd daar aan is er ook de clash tussen een
cultuur die pacifisme predikt onder alle omstandigheden, hoe ze ook
getreiterd of uitgedaagd worden, en één waarin geweld wordt
aanvaard als onderdeel van het leven. Peter Weir toont een
opvallende volwassenheid door aan het einde niet te zwichten voor
de verlokkingen van een mega happy ending: John en Rachel
staan, ondanks alles wat er tijdens de film gebeurt, zo ver van
elkaar verwijderd dat een relatie sowieso onmogelijk is.
‘Witness’ is één van de weinige misdaadfilms waarvan je je
uitsluitend de scènes herinnert die niets met de misdaadplot te
maken hebben. Wanneer de moordintrige dan toch weer op gang komt,
lijkt het bijna tegen de zin van de filmmaker te zijn. De moord
zelf, bekeken vanuit het standpunt van de kleine Daniel, is nog een
strak stukje suspensecinema, maar de finale is eerder een
ongeïnspireerde shoot-out die in een andere film lijkt
thuis te horen. Het is alles tussen die twee scènes dat van de film
maakt wat het is.
Harrison Ford toont zijn ernstige kant als John Book, en levert
een schitterende prestatie, waarmee hij Indy en Han Solo
probleemloos van zich afschudt. Ford weerstaat de verleiding om te
veel te doen, speelt het understated, kalmpjes. Hij
probeert niet openlijk en nadrukkelijk te gaan acteren, nu hij daar
dan toch eens de gelegenheid toe krijgt. Geen theatraliteiten, niks
over de tops. Kelly McGillis (één van de koninginnen van de
eighties cinema), is al even sterk, met eveneens een
ingehouden vertolking, die ongelooflijk veel smeulende passie
verraadt. In de bijrollen duiken een jonge Danny Glover en een
debuterende Viggo Mortensen op.
Voeg daar nog aan toe dat Weir gebruik maakt van een knappe
fotografie, met sterke contrasten tussen helder, haast uitgebleekt
wit licht en donkere schaduwen. Het resultaat doet vaak denken aan
de schilderkunst uit de lage landen van de zeventiende en
achttiende eeuw; niet toevallig de tijd waarin de Amish zijn
blijven steken.
‘Witness’ is één van de weinige films die z’n gebrek aan reële
diepgang weet goed te maken, simpelweg omdat het verhaal zo verdomd
goed verteld wordt. Weir weet hoe hij z’n publiek moet raken, en
daar heeft hij geen moordenaars of geweren voor nodig – liever
niet, zelfs.