Zes uur lang Shakespeare, zonder tussenstops. Senatoren en consuls hakken onvermoeibaar op elkaar in onder het mom van Romes politieke strijd. Camera’s volgen hen op de voet, beelden verschijnen overal. Romeinse Tragedies is een groots politiek mediaspektakel, dat op geen beter moment in België had kunnen worden gespeeld.
Romeinse Tragedies is de ultieme tour de force van de tandem Ivo Van Hove en scenograaf Jan Versweyveld. Drie politieke stukken van Shakespeare die zich allemaal situeren in het antieke Rome, worden na elkaar gespeeld: van Coriolanus — een Romeinse publiekslieveling die eenmaal hij de politiek ingaat de wind van voren krijgt — over de samenzwering tegen Julius Caesar tot de tragische liefdesgeschiedenis van Antonius en Cleopatra. Toch is het niet deze overvloed aan Shakespeare die de aandacht trekt: voor één keer steelt de scenografie de show. De tragedies worden immers geplaatst binnen een hedendaagse, multimediale context. De manier waarop alles in beeld wordt gebracht en aan de toeschouwer de vrijheid wordt gelaten zelf zijn weg hierin te vinden, is in één woord: af.
De voorstelling begint met een flitsende en overrompelende oorlog. Stroboscopen, paukenslagen — livemuziek komt van het Vlaamse ensemble Bl!ndman — en flitsende televisiebeelden zorgen voor het eerste wauw-gevoel. Dan volgen de eerste scènes en kan het mediacircus beginnen. Aanvankelijk kom je als toeschouwer oren en ogen tekort, maar geleidelijk ontdek je hoe alles in elkaar zit. Vraag van de avond: kunnen de vijf uren Shakespeare die nog volgen, blijven boeien?
Vormelijk staat Romeinse Tragedies als een huis, maar de inhoud hinkt achterop. Denken we alle multimediatoestanden weg, dan blijft er niets anders over dan een zeer klassieke Shakespeare-enscenering. De dramaturgische keuze om de band tussen politiek en menselijke emoties aan te halen is weliswaar relevant, maar wat Van Hove deed met klassiekers als Het Temmen van de Feeks of Don Carlos kan hij hier niet evenaren. Zo zien we ook dat de vele grote kanonnen van het gezelschap — acteurs als Fedja van Huêt, Chris Nietvelt en Jacob Derwig — zichzelf niet kunnen overtreffen. Enkel Hans Kesting als Antonius (en toneelmeester) en Marieke Heebink in verschillende bijrollen zetten een echt knappe prestatie neer.
Het publiek mag zich vrij bewegen op het podium en in de zaal. In de praktijk blijkt die vrijheid toch enigszins beperkt. Zo blijkt alles wat op het podium gebeurt toch vooral naar de zaal te zijn gericht. Van op de klassieke bühne behoud je constant het totale overzicht, van keuzes maken is er daar geen sprake. Het had allemaal spannender gekund: weg met die tribune! En als er dan toeschouwers op het podium zitten, jaag ze dan niet weg wanneer één van de acteurs per se in die zetel moet worden gefilmd. Laat de acteurs — en in hun kielzog de cameralui — ook nog wat zoeken. Nu blijft Romeinse Tragedies te uitgebalanceerd: de scheiding tussen publiek en acteurs blijft te absoluut en de ingebouwde momenten van ombouw zijn een te systematische trigger voor de toeschouwer om van plaats te veranderen. De gedurfde scenografie berust in deze voorstelling vooral op spektakelwaarde, terwijl ze ontzettend uitdagend ingezet had kunnen worden.
In de pers wordt over het algemeen driewerf hoera geroepen om Ivo Van Hoves “huzarenstuk”. Vergelijkingen met Ten Oorlog zijn nooit ver weg. Luc Perceval greep met Shakespeare echter terug naar de oerinstincten van de mens en probeerde de toeschouwer te treffen in de onderbuik. Romeinse Tragedies kan dit niet. Technisch is het een prachtspektakel, maar inhoudelijk gaat het niet verder dan een degelijke, klassieke voorstelling. Ga dit zien, maar verwacht vooral een eindproduct, geen gedurfd experiment.
Romeinse Tragediesis nog tot 30 september te zien in Vlaanderen en Nederland. Voor speeldata, zie de speellijst.