Denkers en dromers, praters, doeners en durvers. Mensen die het van hun oren, hun ogen of hun neus moeten hebben. Types die babbelen, zwijgen, roepen, fluisteren of roddelen. Er wordt wat opgedeeld, met of zonder uw medeweten, uw goedkeuring of uw interesse. Maar één ding is zeker: u zal al uw zintuiglijke kwaliteiten nodig hebben om Salt van Forget Cassettes te trotseren.
Doesn’t ring a bell? Geen paniek. Dit trio uit Tennessee heeft vooralsnog weinig deining veroorzaakt in Europa. Een onopgemerkte, maar niet te onderschatten debuutplaat viel wat tussen de plooien, maar wij zullen hoogstpersoonlijk voorkomen dat Salt eenzelfde weg op gaat. Want wie Forget Cassettes schamper een flauw afkooksel van Yeah Yeah Yeahs noemt — de voorsprong die NY op Tennessee heeft? — moet nodig een neusverlenging à la Pinokkio overwegen. Wat Karen O namelijk occasioneel eens presteert — het ko-gevoel oproepen, hebt u ‘m? — lukt chanteuse Beth Cameron op Salt vijftig minuten en negen songs lang. Deze razende race wordt immers zonder remmen gereden: een rempedaal zit niet in deze V 12 gemonteerd, een adem- of rustpauze zit er niet in voor deze brok energie.
Toch wordt er met Forget Cassettes niet over platgeplaveide wegen zonder bochten gereden: Salt biedt een onheilspellend en turbulent parcours. De plaat dendert weliswaar over de kasseien van uw ziel dat er geen houden aan is, ze doet dat wel steeds met dien verstande dat een goede bocht meer spanning oplevert dan een lukrake Senna-klap tegen een bandenmuur. Tempowissels zijn niet van de lucht in songs als het uiteenspattende “Nicholas” of de onheilspellende powerpopsong “Salt And Syncope”. Maar altijd even strak.
Met een opener als “Venis On” neemt Salt zijn start natuurlijk ook weergaloos. Een deur die wordt opengeduwd, het trio dat rechtveert als op een sein en daarna zonder aarzelen aan het rammen gaat. Gitaren, drums en natbezwete T-shirts: één minuut ver op deze plaat is enkel Miss Cameron nog niet aan vervanging toe. Zij zet het op haar beurt op een verraderlijk zingen, steeds onheilspellender, tot een nieuwe, logische explosie elke verwachting heerlijk inlost. Wie het niet te luid wil, scheert zich beter in sneltempo weg. Of ’t is in uw broek!
In het manische “The Catch” lijkt Cameron zichzelf niet eens de tijd te gunnen om tijdens het zingen fatsoenlijk op adem te komen. Hijgend en steunend nestelt ze zich halverwege in een temporiserend bruggetje om even later de zweep weer van stal te halen. De piepende en snerpende gitaren zitten haar op de hielen tot ze buiten schot is. De eerste minuut van “Nicholas” biedt ook de luisteraar een adempauze.
Het is een misverstand te denken dat luide muziek zich minder zou lenen tot verfijning. Nummers als “My Maraschino” of “Patience, Beth (Reprise)” zijn in de eerste plaats “mooi” en zouden ook zonder dwingende drumritmes en dito baslijnen hun mannetje weten te staan. Forget Cassettes lijkt in een zevenminuter als “My Maraschino” naar de rauwe essentie te streven en die moet nu eens ingetogen en bedwelmend klinken, dan weer ontploft ze genadeloos in ieders gezicht.
In “Lonely Does It”, misschien wel de meest verstikkende track op de plaat, lijkt de band, na alweer een resem omzwervingen — van zacht naar hard en weer terug — halverwege een rustpunt te vinden waar het even goed meanderen is; de zoektocht naar de essentie lijkt zijn doel te hebben gevonden. Maar alsof de band zich bij het gevondene meteen weer rusteloos begint te voelen, wordt er opnieuw niet getalmd om finaal weer brokken te maken. “Tabula Rasa”, de uitdrukking had een alternatief voor de plaattitel kunnen zijn, houdt het aan het eind voor één keer rustig naar FC-normen, en Cameron en co. doen uitgeleide met een laatste kretensalvo en bulderende klappen. It is now safe to unfasten your seat belts.