Weet u, lieve vrienden en vriendinnen, recenseren zal nooit verward
worden met het schrijven van literatuur (volgt u even, het wordt
vast nog duidelijk). Stelt u zich even voor: op uw bureau ligt
‘Strawberry Jam’ van Animal Collective, hoogstwaarschijnlijk een
van de interessantere bands van het voorbije decennium, met een
discografie die even divers klinkt als de platencollectie van uw
veganistische buurman of -vrouw (toch?). Wat wil nu het geval? U
bent volledig wild van die nieuwe plaat. U denkt: “Hoe kan ik dat
gevoel op degelijke wijze in een doorlopende tekst uitdrukken”? U
bezint zich over de grote, innovatieve auteurs van de voorbije
eeuwen. U gaat na of u duizend woorden kunt typen met een absoluut
minimum aan leestekens. Natuurlijk niet, zoiets is onmogelijk,
tenzij u een weblog onderhoudt. Hetzelfde geldt voor een overmatig
gebruik van hoofdletters en conjunctietekens.
Toch is de individuele expressie niet onmogelijk. Onlangs las uw
dienaar nog een artikel over de meest recente Hoobastank in de vorm
van een brief aan God Onze Vader. Ach, de ironie der dingen. Toch
wordt dit, ondanks de niet conventionele inleidende paragrafen, een
doodordinaire kopie van recensies die jaar na jaar geschreven
worden. Het schrijven van literair werk vereist namelijk een zeker
talent en zelfbesef.
Maar we gingen het dus over ‘Strawberry Jam’ hebben, beste lezer.
Wel, laten we beginnen met een klein hoopje frustratie hardhandig
te verwijderen. Gezien Animal Collective de voorbije jaren een
heuse meute fans achter zich aan sleurt, is het ook geheel normaal
dat er reeds heel wat over gezegd en geschreven werd. Zo kon men
eind 2005 lezen dat Feels, het zesde
album van de band (in haar verscheidene, collaboratieve vormen)
voor het eerst dicht bij de popmuziek ging aanleunen en ‘brak’ met
de traditionele composities die men tot dan toe te horen had
gekregen. Als we de lijn doortrekken, is het dan ook logisch te
concluderen dat ‘Strawberry Jam’ een direct gevolg is van de
recente ontwikkelingen. Nu kunnen daar wel argumenten voor gevonden
worden, maar laten we één ding duidelijk stellen: bij Animal
Collective kan je eigenlijk moeilijk van ’tradities’ spreken, en
nog minder van tradities die ‘gebroken’ worden.
Als we bijvoorbeeld teruggaan naar 2004 en het prachtige ‘Sung
Tongs’ tot ons nemen, dan kun je – hemeltje! – iets zeer
gelijkaardigs neerpennen als wat men een jaar later bij ‘Feels’ zou
doen. Nu is het wel zo dat het werk voor ‘Sung Tongs’ weinig te
doen had met popmuziek, maar we vinden er wel soortgelijke
songstructuren die we op ‘Feels’ en ‘Strawberry Jam’ terugvinden,
vooral als u een poging waagt om ‘Here Comes the Indian’ uit te
zitten.
Dat moeders nieuwste dan weer enkele popjuweeltjes bevat, dat zult
u ons niet horen ontkennen. Daar waar ‘Feels’ werkelijk een
excentrieke plaat was, met gitaarpartijen die recht uit de kelder
van Wilburn Burchette leken te komen, neemt ‘Strawberry Jam’ een
rechtlijnig pad met teksten die makkelijker te ontwaren zijn, en
een ontpopte Panda Bear (Noah Lennox). Deze laatste heeft zich dit
jaar met veel plezier vastgereden in een stijl die te vergelijken
valt met traditionelere gezangen, gecombineerd met de falsetten uit
de zestiger jaren. Kortom: honderd procent retro. Toch is Avey Tare de ster van
dit album; hij neemt dan ook het overgrote deel van het vocale
gewicht op zijn schouders. Hij slaagt er nog steeds in om een
drietal octaven te bestrijken en te krijsen als waren wij een te
bezweren publiek.
Het is bovendien erg moeilijk om teleurstellende elementen terug te
vinden op ‘Strawberry Jam’. Het is een compact, krachtig plaatje
geworden dat ons van hoogtepunt naar opwindend hoogtepunt loodst.
“A peacebone got found in a dinosaur wing”, klinkt het bij
opener ‘Peacebone’. Het pompende ritme en de Caraïbische klanen
gewikkeld in stoffige psychedelica zorgen voor spastische
gelaatsuitdrukkingen en spontane kleptomanie. ‘Unsolved Mysteries’
lijkt het perfecte antwoord te zijn op die rampzalige programma’s
die we allemaal reeds op ‘National Geographic Channel’ mochten
bewonderen (“The blood in the dark / will attract the sharks /
who are not violent / we all have hungry bellies”). Zowel
‘Peacebone’ als ‘Unsolved Mysteries’ hebben een zeker
nintendocore-gehalte, misschien kan de pers dan ook de theorie
lanceren dat de volgende Animal Collective vol Dan
Deacon-electronica zal zitten.
Misschien moeten we onze focus toch verleggen, van de ‘memorabele
momenten’ naar het album in zijn geheel. Wat vooral blijft
opvallen, is hoe de drinkebroers uit Baltimore zich lijken te
concentreren op een bliksemsnelle aanval op de zintuigen. De
grootschalige jams van weleer zijn hier niet te vinden; ‘Fireworks’
is misschien het enige nummer dat echt over een zwaarlijvige
constructie beschikt (alsook een akkoordenpatroon dat schrikwekkend
veel doet denken aan Minnie Ripertons ‘Loving You’). Deze
overwegend nieuwe aanpak is een frisse kijk op Animal Collective,
zoals ze dat toch al op hun meeste platen op een of andere manier
wisten te verwezenlijken.
Het is niet veel bands gegeven om met drie albums op rij de
eindejaarslijstjes te bereiken (zonder dat we al te cynisch doen
over het concept ‘eindejaarslijstje’). Dat het Animal Collective
ogenschijnlijk wel gelukt is, en dan nog met drie compleet
verschillende albums, is op zijn minst indrukwekkend te noemen. Hoe
‘Strawberry Jam’ zich verhoudt jegens de eerdere platen, is
relevant noch interessant, en is bovendien moeilijk te bepalen. Wat
wel als een paal boven water staat, is dat de stal van Avey Tare,
Panda Bear, Deakin en Geologist heel wat moois geproduceerd heeft
dit jaar, inclusief dit briljante, zevende studio-album. En dan
komen ze nog naar België ook, nondepietjes.
Animal Collective speelt op 26 oktober in de Botanique te
Brussel.
http://www.myspace.com/animalcollectivetheband