Contradicties moeten er zijn. Hoewel onze favoriete songs meestal die zijn waarin de realiteit op pijnlijk treffende wijze alle eer wordt aangedaan, hebben we tegelijkertijd niks tegen een artiest die zich al eens in het diepe en ondoordringbare woud van fabel en fictie durft te wagen. De interessantste afgezant uit het rijk van het fabelachtige opereert momenteel onder de naam Bat For Lashes.
Bat For Lashes is de nom de plume van Natasha Khan, een 27-jarige Engelse met Pakistaanse roots. Khan studeerde in Engeland film en muziek en legde er zich, naast haar dagtaak als kleuterleidster, ook actief toe op visuele kunst. De muziek die ze sinds 2003 nu en dan uitbracht, genereerde aanvankelijk weinig aandacht, maar na een paar gesmaakte voorprogramma’s voor CocoRosie en lovende woorden van Thom Yorke was er van de ene dag op de andere hoegenaamd geen sprake meer van obscuriteit of te weinig buzz rond het album Fur And Gold.
De openingssong “Horse And I” trekt de luisteraar meteen Khans wereld binnen, en dat is er een waarin dieren met spraak begiftigd zijn en waar er niet zal worden gerust voor queesten ten einde zijn. Geruggensteund door een jachtig klavecimbel en militante percussie die als onrustig hoefgetrappel klinkt, verhaalt Khan hoe ze, gekleed in wapenuitrusting, ’s nachts gewekt wordt door een mystiek gouden licht en door een paard gesommeerd wordt haar taak als uitverkorene aan te vatten, Joan of Arc achterna. “There is no turning back”: op basis van deze opener alleen al volgen we met graagte.
De creaturen van de nacht zijn ook op post in “Tahiti”, dat door Khans etherische en zachte zang (denk aan Cat Power en Björk) en klaterend tingeltangel haast als het wiegelied van een bosnimf klinkt. Zo ziet Khan er op het podium overigens ook een beetje uit: denk aan Pocahontas met pauwenveren. Het visuele aspect bij Bat For Lashes is uiterst weloverwogen: niet alleen zitten Khans verhalen tjokvol beelden, ook in het artwork voor het album, de video’s en op het podium wordt consequent voortgeborduurd op het fantastische thema.
Khan fleurt haar nummers graag op met frivole tierlantijntjes — de handclaps, het klavecimbel, de harp, de zingende zaag — maar dat de opsmuk niet altijd hoeft, bewijst ze in een nummer als “Sad Eyes”, waarin ze zichzelf louter op piano begeleidt. Het sobere arrangement en het slepende en de lichte snik in haar stem zijn in staat om een bomvolle tent het zwijgen op te leggen, zo bleek onlangs nog op een fel gesmaakt optreden op de jongste editie van Glastonbury.
Toch zijn niet alle verstilde nummers zo’n schot in de roos: “Seal Jubilee” en “I Saw A Light” proberen met het nodige gevoel voor drama op te bouwen naar een climax en de plaat trillend uitgeleide te doen, maar door een gebrek aan spankracht en inventiviteit is het veeleer moeilijk een geeuw te onderdrukken. Daartegenover staan dan weer de sprankelende pop in “Prescilla” en de sixtieskoortjes in het vrij jazzy “Sarah”, nummers waarin Khan op haar best is omdat ze er haar creativiteit en verbeelding vrij spel in durft te geven.
Wanneer een paar karakteristieke drumroffels “What’s A Girl To Do” inzetten, moeten we even aan The Ronettes’ “Be My Baby” denken, maar het liefdesliedje van Khan blijkt al gauw van een heel ander allooi. Wat te doen wanneer het aanvankelijke verlangen is uitgedoofd en veranderd in onverschilligheid? Is alles echt voorbij als de chemie er niet meer is? Khan werpt de toehoorder de vraag voor de voeten maar geeft niet de minste aanzet tot een afdoend antwoord. Er zijn dan ook eenvoudiger vragen in dit leven. Ze brengt haar muizenissen bijna parlando in een dromerig arrangement dat, net als de retorische vraagstelling, ook na de afsluitende drumroffels nog een tijdje in het ijle en het nu blijft hangen. Het is dan ook zowat het enige nummer op Fur And Gold dat zich niet ophoudt in de schemerzone tussen feit en fictie.
“Wat ruist er door het struikgewas?” Toon Hermans zelf heeft nooit een bevredigend antwoord op deze vraag willen geven, maar Bat For Lashes heeft er na haar queeste wel een aardig idee van. Het was ons alvast een genoegen haar metgezel te mogen zijn.