Sessiemuzikanten zijn vaak gedoemd tot een leven in de schaduw en tot het gevoel de eeuwige tweede te zijn. Hoe muzikaal onderlegd ze ook zijn, ze blijven uitvoerders van andermans werk. Maar voor velen lijkt dit genoeg te zijn.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen (Wendy & Lisa, Bootsy Collins, talrijke jazzcats) maar vaak waren zij sowieso al de sterren in de entourage van de artiest. Met Dave Heumann is het echter anders gesteld. De man speelde onder meer samen met Dave Pajo (Papa M), Cass McCombs en Will Oldham en bracht in 2004 zijn debuut Long Live The Well-Doer uit. Op dit album was vooral de invloed van Oldham nog sterk te horen, maar Heumann was niet de zoveelste kloon. De overduidelijke roots/americana werd immers gemixt met een stevige scheut hardrock/stonerrock en leidde naast een pak aardige songs ook tot enkele indrukwekkende huzarenstukjes ("All That Will Be Has Become, All", "Jonas Has A Tooth").
In datzelfde jaar wist Heumann een groep rond zich te scharen (multi-instrumentalist Walker David Tenet, drummers Mitchell Feldstein en David Bergander en bassist Corey Allender) en startte hij met de opnames voor de opvolger die pas drie jaar later zou verschijnen: Rites Of Uncovering. Op zijn tweede album, en debuut voor Thrill Jockey, zweert Heumann nog steeds bij Black Sabbath-achtige uithalen maar heeft hij de roots/americana van het debuut grotendeels ingeruild voor Britse folkuitstappen.
In "Signposts And Instruments" is van die stijlwissel nog niet zo veel te merken. De monsterlijke song smeedt een duivels pact tussen een jonge Black Sabbath en een Will Oldham op de top van zijn kunnen. Slopend langzaam sleept het nummer zich voort met een logheid die tot op heden alleen in de diepste woestijnen weerklonk, maar Heumann koppelt die zwaarte aan een tristesse die het droefste van Oldham echoot. "Tonight’s A Jewel", dat tot aan de knieën in de Britse folk staat, past paradoxaal genoeg al evenzeer in Arbouretums universum. De stoner/doom grijpt hier gewoon terug naar één van zijn bronnen.
Het haast negen minuten durende "Pale Rider Blues" is het puristische antwoord op het voorbije "experiment". Het is een geniale moker die tergend langzaam zijn zompige klanken laat neerploffen op een suf gebeukt lichaam. Ook "Ghosts Of Here And There" zweert bij zuiverheid, Heumanns stem blijft hangen tussen een meeslepend zanggeluid en een van hoop verstoken klank terwijl het nummer zich als een luchtige versie van een onheilssong aanbiedt. Maar geen kat die erin trapt, Arbouretums mix van doem en hoop, hard en zacht, log en luchtig houdt niemand voor de gek maar fascineert des te meer. Iets over de helft volgen "Mohammed’s Hex And Bounty" en "Sleep Of Shiloam".
Het verschil maar ook de gelijkenissen tussen beide nummers had niet groter kunnen zijn. Beide songs koppelen een zacht dreunend drumritme aan scheurende gitaaraanslagen en fluisterende aanhalen. Maar waar "Sleep Of Shiloam" een onrustige droom is die zijn tijd neemt, vat "Mohammed’s Hex And Bounty" treffend de sfeer van het album. De vreemde mix van gospel (die samenzang!) en stonerrock maakt van "The Rise" een niet eenvoudig te verteren nummer, vooral niet omdat de song na een vijftal minuten eerst teruggrijpt naar stokoude blues en daarna een chaos van feedback en gitaargepriegel ondergaat. Het zwakke "Two Moons" ten slotte wordt beter met de mantel der liefde bedekt. Er staat toch al genoeg moois op.
Dat Arbouretum ten tijde van Long Live The Well-Doer nog grotendeels over het hoofd gezien werd, is geen schande. Het debuut is niet meer dan een vingeroefening van een sessiemuzikant die voorzichtig zijn weg zoekt. Maar Rites Of Uncovering is meer dan dat. Het is een album dat niet alleen tot aan de nek in stonerrock en Britse folk zit, maar er ook nog eens een verdomd interessante symbiose uit puurt. Dave Heumann is definitief uit de schaduw getreden.
Arbouretum speelt op 18 augustus op Pukkelpop.