Engels en Engels is twee. Behalve het ‘echte’ Engels (zoals dat bij
onze westerburen wordt gesproken) en de gewauwelde varianten uit
het land van cowboy George Dubya B. en van bij onze tegenvoeters,
onderscheiden we nog het toeristische Engels, het sporters-Engels
en het popmuziek-Engels. Meer dan op welk ander gebied ook is de
taal van Shakespeare uitgegroeid tot het Esperanto van de
popmuziek, met alle hilarische, maar soms ook irritante en
beschamende gevolgen van dien. (Denken we maar aan het
onsterfelijke “Don’t shed a tear before my eyes” in de Won
Ton Ton-klassieker ‘I Lie and I Cheat’.) Iemand die er kennelijk
zonder al te veel moeite in slaagt zijn afkomst weg te moffelen is
de Fransman Mickaël Mottet, de man achter Angil and the
Hiddentracks. Op zijn nieuwste plaat, ‘Ouliposaliva’, meet hij zich
alleszins een accent aan dat op het eerste gehoor erg geloofwaardig
klinkt.
Mottet, afkomstig uit St.-Etienne, kreeg zijn muzikale roeping
overigens al erg vroeg. Hij was pas zes toen hij piano en orgel
leerde spelen, zijn eerste band richtte hij op toen hij zestien
was. Als Angil bracht hij in 2004 ‘Teaser For: Matter’ uit, een
langspeelplaat waarvoor hij de meeste songs in zijn eentje
componeerde, arrangeerde en zelfs inspeelde. ‘Teaser For: Matter’
leverde Mottet en liveband The Hiddentracks een aantal optredens op
in Spanje en IJsland, ondermeer als voorprogramma voor acts als
Why?, Bright Eyes en The Kills. Na dit debuut volgden er nog een
tweetal ep’s en de cd ‘Teased’, een cadeautje voor de leden van de
fanclub, waarop andere artiesten nummers van de eersteling
herwerkten. Om zijn muzikale voorgeschiedenis helemaal af te
ronden, vermelden we ook nog The John Venture, waarbij Mottet met
zijn hiphoppende stadsgenoten van B R OAD WAY een alliantie aanging
die vorig jaar resulteerde in een – weerom – felbejubelde
plaat.
Voor de nieuwe Angil-plaat wilde Mottet iets speciaals doen, en dat
‘speciale’ heeft voor gevolg dat er een lichtjes andere naam op de
hoes van ‘Ouliposaliva’ staat: geen Angil and the Hiddentracks,
maar Angil + Hiddntracks. Zijn saxofonist had hem gevraagd voor de
nieuwe plaat geen songs te schrijven in E (of in mi), Mottet
besloot evenwel een stap verder te gaan en de letter ‘e’ volledig
te bannen: als muzieknoot, als akkoord, in de groepsnaam, in de
titels en in de teksten. Niet omdat hij zo’n filantroop is, maar
omdat deze manier van werken hem deed denken aan Oulipo, een
literaire stroming uit de jaren ’60. Oulipo verzamelde Franse
auteurs zoals Georges Pérec, die experimenteerden met vorm door
zichzelf allerlei technische beperkingen op te leggen.
Nu weet u meteen waar de enigszins vreemde titel vandaan komt, want
voor het overige was het ons als muzikaal ongeletterden niet meteen
opgevallen dat er iets ‘loos’ was met de composities op deze plaat.
De dingen die ons wel van meet af aan opvielen waren de klank, de
sfeer en de toon van de veertien tracks. De songs van
‘Oupilosaliva’ werden gecomponeerd op een oude ontstemde piano, die
jarenlang als decorstuk in een of andere kledingzaak had gestaan,
en vervolgens met de voltallige Hiddntracks opgenomen.
Met behulp van Mottets aftandse piano, percussie, viool, slagwerk,
(een heel klein beetje) gitaar en blaasinstrumenten (sax, trombone,
klarinet, fluit) wordt van bij het begin een eerder duister en lo
fi geluid neergezet dat een beetje doet denken aan rokerige
jazzkroegen, aan Tom Waits of aan
Tindersticks. Even belangrijk zijn echter de duidelijk hoorbare
invloeden van folk en (vooral) hiphop, een gevolg van de
samenwerking met B R OAD WAY in The John Venture en met
Anticon-artiest Jel. Het album begint dan ook veelbelovend, en de
eerste helft weet ons dan ook meteen te boeien en te bekoren. Maar
jammer genoeg is de grote sterkte van deze cd – de sfeer – tegelijk
ook de zwakte van ‘Ouliposaliva’. Om die sfeer niet te breken waren
Angil + Hiddntracks haast verplicht om een hele plaat lang dezelfde
toon, teneur en klankkleur(en) aan te houden, waardoor wij naar het
einde toe een paar keer het gevoel hadden dat de groep in herhaling
begon te vallen.
De plaat duurt een goede vijftig minuten en dat is minstens tien
minuten te lang om als geheel te blijven boeien, zeker omdat we ons
soms niet van de indruk konden ontdoen dat de vorm primeert op de
inhoud. Alles goed en wel beschouwd is de balans echter positief,
want op ‘Ouliposaliva’ bewijst Mickaël Mottet dat er ook bij onze
zuiderburen – misschien meer dan we vermoeden – erg knappe,
‘verantwoord experimentele’ muziek wordt gemaakt.