Wat doe je als artiest wanneer je stilaan de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en je creatieve hoogtepunt dateert van toen je ongeveer vijfentwintig jaar oud was? Je wordt een soort kermisattractie door jezelf oeverloos te blijven imiteren, of je huurt angstvallig een sterproducer in die je een hip imago probeert aan te meten. De drie Beastie Boys kiezen voor nog een andere optie en keren op The Mix-Up terug naar hun oude liefde, het nachtenlange jammen tot de ochtendzon je in slaap wiegt.
Lang voor het New Yorkse trio in zee ging met Rick Rubin en aan de lopende band hitsingles als "(You Gotta) Fight for Your Right (To Party!)" en "No Sleep Till Brooklyn" afleverde, was Beastie Boys een onbeig punkgroepje dat experimenteerde met allerlei funk- en discogeluiden. The Mix-Up hint naar die periode, naar drie boezemvrienden die samenkomen en hun muziek als de ultieme uitlaapklep zien. Op het nieuwe album staan evenwel geen punkgitaren meer, wel lome basriffs, futloze synths en doffe drumslagen.
Het is de eerste keer dat het olijke drietal kiest voor een zuiver instrumentale plaat vol nieuwe muziek. Op zich is daar niets mis mee, want in het verleden maakten DJ Shadow en Nightmares On Wax al bruisende instrumentale hiphopplaten. De Beastie Boys vergeten wel dat als de raps wegvallen, de stootkracht van het instrumentarium dubbel zo groot moet zijn. Enkel “The Gala Event” met zijn slome triphopbeat en het uptempo “14th St. Break” vol uitzinnige belletjes en scheurende gitarlijnen, weten te overtuigen. Het zijn zeldzame momenten die herinneringen oproepen aan de prachtplaat Since I left You van de Australische groep The Avalanches. Helaas staan er voor elk van die nummers ook vijf andere op de plaat die onderling inwisselbaar zijn en helemaal niet beklijven.
Een andere troefkaart die de heren ditmaal op zak houden is het gebruik van samples. In het verleden toonde de groep zich heer en meester in het inventief integreren van flarden Sly Stone, Pink Floyd, Led Zeppelin, en zelfs Johnny Cash in de nummers. Het uit samples opgetrokken meesterwerk Paul’s Boutique ligt overigens aan de basis van het geluid van de huidige Ninja Tune-artiesten. Op The Mix-Up wordt haast alles door de drie Beastie Boys zelf ingespeeld. Helaas zijn Ad Rock, MCA en Mike D geen al te geweldige muzikanten, wat een begrenzing van het creatieve proces met zich meebrengt. Hoewel toetsenist Money Mark af en toe voor wat afwisseling zorgt (“The Rat Cage”), verliezen de nummers te vaak hun weg in een wollige wei waar verdovende middelen de enige uitweg bieden.
Rustig uitbollen, zo heet het dan. Of dat gelijk is aan waardig ouder worden, is een andere vraag. Tijdens hun laatste concerten werd al een intermezzo ingebouwd waarbij plaats gemaakt werd voor enkele streepjes instrumentale muziek. Meestal was dat het moment waarop het publiek iets ging drinken. Ook op Rock Werchter begonnen de fans tijdens de nieuwe nummers “Off The Grid” en “Electric Worm” de resterende drankbonnetjes in de achterzak te tellen. Dit stond in schril contrast met de uitzinnige massa die al crowdsurfend tekeer ging op oude krakers als “Brass Monkey” en “So What’cha Want”. Het was een teken aan de wand, The Mix-Up is een album vol weinig inspirerende laid back muziek.
Het siert de drie rappers dat ze na de tegenvallende reguliere hiphopplaat To The 5 Boroughs voor een ander geluid kiezen. Toch worden de excentrieke en scherpzinnige rhymes op de nieuwe plaat meer dan gemist. De peetvaders van de hiphop kunnen via deze ommeslag de neerwaartse albumspiraal niet ombuigen, of zelfs maar doen stagneren. The Mix-Up voelt alsof je favoriete patissier plots oud brood verkoopt. En daar zitten wij alvast niet op te wachten.