Interviews afnemen net voor een optreden heeft zo zijn
voordelen. Er is niets zo leuk als een gesloten gebouw infiltreren,
omdat je ‘die band moet interviewen’. Helaas kwamen onvoorziene
omstandigheden roet in het eten gooien, waardoor onze ontmoeting
met Grizzly Bear even uitgesteld werd. Terwijl Danielle Stech-Homsy
zich opmaakte voor haar optreden, kwam de erg vriendelijke en
amusante tourmanager ons uit de nood helpen. Daniel Rossen zou ons
even te woord staan, iets waar wij gretig gebruik van
maakten…
enola: Laten we maar onmiddelijk beginnen met de doordeweekse
vragen. Kun je ons even uitleggen hoe Grizzly Bear van een
soloproject tot een band gegroeid is?
Dan Rossen: Wel, het komt er op neer dat Ed [Droste] op
z’n eentje opnames maakte. Hij was tevens goed bevriend met Chris
Bear, die op zijn beurt samen met mij en Chris Taylor musiceerde in
onze studententijd. Zo heeft hij ons dus ontmoet. Wij zijn dan
eigenlijk de backing band van Ed geworden tijdens de tournee voor
zijn eerste plaat. Aangezien dit een heuse uitbreiding was, moesten
we het materiaal op die plaat [‘Horn of Plenty’] volledig
herwerken. Op die manier is ons huidig geluid stilaan naar boven
gekomen. Ondertussen begon ik ook wat nummers te schrijven en voor
te leggen aan de anderen. Daarna volgde dus onze tweede plaat
[Yellow
House]; dat is zo’n beetje onze geschiedenis in een
notendop.
enola: Kun je ons er nog even aan herinneren waar je ‘Yellow
House’ hebt opgenomen?
Rossen: In Eds ouderlijk huis, in de buurt van Boston. Chris Taylor
is een zeer goeie producer, dus dan zijn we maar met al zijn
materiaal daarheen getrokken. We wisten eigenlijk niet goed waar we
aan begonnen waren; we hadden tot dan toe nog nooit echt met z’n
vieren in éénn plaats gewerkt, en vooral voor Ed en mezelf was dat
een heuse aanpassing. Wij behoren tot dat type slaapkamerartiest,
zeg maar. De anderen zijn eerder muzikanten pur sang; ze
hadden over het algemeen ook meer ervaring. Het was een vreemd
gevoel om jezelf een maand op te sluiten en jezelf te dwingen iets
te maken. Het bleek achteraf zeer goed te klikken, maar toch was
het apart.
enola: Dus jij bent ook een songwriter voor de band. Wat heb je
voor de huidige plaat zoal gecontribueerd?
Ik heb ongeveer de helft van de plaat geschreven, denk ik; mijn
taak lag vooral bij de arrangementen en harmonieën, naast wat werk
met piano, banjo en gitaar. Eigenlijk ging het proces als volgt: Ed
bracht heel wat ruwe schetsen mee, en dan liet hij ons vrij om er
aan te sleutelen zo veel we wilden, daar deed hij echt niet
moeilijk over. Ikzelf legde de band dan nummers voor die ik vroeger
neerpende, voor ik bij Grizzly Bear kwam. Ik had al heel wat
arrangementen thuis gemaakt, en had ze eigenljk gewoon meegebracht
om te zien of ze ook daadwerkelijk enige waarde hadden.
Uiteindelijk is dat alles goed uitgedraaid.
enola:
Blijkbaar wel, ja. Nu, het is bijna een jaar geleden sinds de
release van ‘Yellow House’. Wat vond je zelf van de reacties op die
plaat en hoe zijn jullie door deze ervaring
veranderd?
We hebben het sindsdien erg druk gehad, vooral met het touren.
(lacht) Dat domineert ons leven op dit moment. De reacties
in de Verenigde Staten waren erg positief. Ik had eigenlijk geen
idee wat ik moest verwachten op dat vlak; wanneer je dermate in een
project betrokken bent, verlies je het nodige perspectief om zoiets
in te schatten. Ik weet het waarschijnlijk nog steeds niet. We
waren in ieder geval zeer blij en zelfs gechoqueerd toen we al die
positieve reacties kregen. Nu kunnen we ook door de VS touren,
wetende dat er bijna altijd een warm publiek op ons wacht. In
Europa gaat het nog wat trager, maar kom.
enola: Ik hoorde Grizzly Bear ooit eens omschreven worden als ‘de
band die bij elk optreden beter wordt’.
Wel, het is voor ons eigenlijk na de release traag begonnen. Er was
toen nog niet zo’n hype, zeg maar. Het is dus erg gradueel gegaan;
de plaat kwam uit, en dan gingen we op een traag tempo steeds
verder. Het is in ieder geval een pak gezonder op die manier.
Op naar
het klooster
enola: Ik wou het toch nog even over dat touren hebben. Ik heb
dat schema van jullie wat gevolgd, en het ziet er op dit eigenste
moment nog steeds intimiderend uit. Jullie moeten nog een Europese
tour afwerken, inclusief een optreden op ‘All Tomorrow’s Parties’,
dan uiteindelijk terug naar de VS, een tour met Feist,
zomerfestivals…
Het is totale waanzin. (lacht)
enola: Komt er dan geen punt waar je zegt van, ‘Oké, nu is het
echt genoeg geweest’?
a, absoluut, dat maak ik redelijk vaak mee. Op de duur krijg je het
gevoel contact te verliezen met je eigen leven, en dat kan
angstaanjagend werken. Nu, het blijft tot op zekere hoogte wel
fijn, en die tour met Feist lijkt me wel wat; het is een
fantastische vrouw, en ik ben zeker dat die tournee zal slagen. Ik
begrijp trouwens ook wel dat dit nu eenmaal deel uitmaakt van de
job. Soms maak je dan moeilijke tijden door, en lijkt het alsof je
gek wordt, maar het is nu eenmaal iets waar je mee moet leven. We
hebben uiteindelijk geluk dat we dit kunnen doen.
enola: Nieuwsgierig als ik ben, zou ik wel eens willen weten wie
die tournee met Feist geregeld heeft.
Dat weet ik eigenlijk niet. We zijn in elk geval benaderd
daaromtrent; iemand moet haar onze muziek gegeven hebben, en dan
heeft ze ons misschien uit een grote doos vol bandnamen gehaald.
(lacht) Ik heb haar eigenlijk nog nooit ontmoet, al heb ik
tonnen respect voor haar, maar ik weet dus niet hoe de vork precies
in de steel zit.
enola:
Je had het daarnet al over jullie studententijd; waar heb je
eigenlijk gestudeerd?
Wij zijn allemaal producten van New York University, al is Ed
ietsje ouder. Maar ik kende de twee Chrissen al een tijdje.
Eigenlijk heb ik Chris Bear ontmoet toen ik een jaar of vijftien
was, tijdens zo’n muziekkamp in de zomermaanden. Een paar jaar
later vonden we mekaar dus terug aan de universiteit. Hij is de
beste drummer waar ik tot nu toe mee gespeeld heb. Wij komen
eigenlijk allemaal uit het jazzmilieu, al willen we dat de dag van
vandaag een beetje stilhouden. (lacht) Maar het is
eigenlijk een hele eer om met Chris Bear te mogen spelen. Je kunt
stellen dat die vriendschap met hem en Taylor een extra drijfveer
was om bij Grizzly Bear te komen spelen.
enola: Mag er na al dat werk op het podium ook een rustpauze
komen dit jaar?
Hopelijk wel. Ik heb zin om eens aan wat nieuw materiaal te gaan
werken, hetgeen erg moeilijk is als je constant van de ene zaal
naar de andere trekt. We hebben trouwens nog een tournee in het
najaar, ook in de Verenigde Staten. Daarbuiten horen we gewoon te
rusten en met muziek bezig te zijn. Het zal heus niet makkelijk
worden, want er is altijd wel ergens iets te doen, en wij hebben
nogal snel de impuls om er dan ook voor te gaan. Als je geboekt
wordt, hoor je te spelen, zo simpel is het. Maar goed, deze zomer
lijkt redelijk rustig. Ik zou eigenlijk het liefst van al de stad
achter mij laten, en het klooster intrekken. (lacht)
enola: Live klinken sommige nummers uit Yellow House helemaal
anders. Dat sleutelen aan arrangementen of het omgooien van een
heel nummer, is dat iets waar je tijdens de opnames al mee bezig
bent, of volgt dat later pas?
Als ik een nummer schrijf, werk ik altijd in de veronderstelling
dat ik een bepaald idee zou kunnen herinterpreteren. Over het
algemeen kunnen we het geluid van ‘Yellow House’ moeilijk op een
podium voortbrengen. Daarvoor wordt er te veel met de multitrack
gewerkt, naast een arsenaal instrumenten dat we niet met z’n vieren
aankunnen in een live-setting. Daarnaast wilden we ook een andere
kant van Grizzly Bear laten zien; we wilden vooral tonen dat we
bovenal een bende zijn die graag samenspeelt, en ook het talent van
de individuele muzikanten duidelijker naar voren laten treden. Daar
komt nog eens bij dat we eigenlijk wat verveeld raakten met het
opgenomen materiaal, dus we gaven onszelf een nieuwe uitdaging .
Dan heb je dus tracks als ‘Easier’ en ‘Little Brother’ die
inderdaad helemaal anders klinken. Dat maakt het niet enkel
interessanter voor ons, maar ook voor het publiek. Volgens mij ga
je toch niet per se naar een band kijken om de cd te horen. Als
artiest wil je dat ook niet, en dus proberen we onszelf en het
publiek te verrassen.
De zuiverende diefstal
enola: Ik heb onlangs de kans gekregen naar een zijprojectje te
luisteren dat wel iets wegheeft van Grizzly Bear. Kun je ons wat
meer vertellen over Department of Eagles?
Ja, dat is eigenlijk mijn oude band. Ik praat er normaal gezien
niet veel over, maar we zijn wel bezig met nieuw materiaal, samen
met Chris [Taylor]. Aangezien ik het zo druk heb met
Grizzly Bear, is er weinig tijd over om aan die plaat te werken,
maar we doen wat we kunnen. Er komt ook nog een compilatie uit met
oude opnames die ik thuis maakte, wat in zekere zin overloopt in
het werk aan ‘Yellow House’. Zo heb je meteen ook een koppeling
tussen de twee bands. Ik hoop trouwens ook nog Chris Bear te
strikken voor de nieuwe Eagles-plaat, al vrees ik dat hij het te
druk zal hebben. Taylor zal alvast instaan voor de productie. Het
is eigenlijk een leuke afleiding voor me, en de songs zijn ook
ietwat anders, met minder meanderingen en dergelijke.
enola: Ik hoorde er wat van Brian Wilson insteken.
Jij hebt vast ‘Nobody Does It Like You’ beluisterd. Daar kan je dat
inderdaad horen, en het overlapt wel met wat we bij Grizzly Bear
doen, denk maar aan de harmonieën. De andere songwriter waarmee ik
werk, houdt het liever in een nauwere omkadering, en richt zich
meer op de teksten dan op het totale geluid. Bij Grizzly Bear
kunnen we soms echt onszelf verliezen in al de lagen waarmee we de
nummers doorspekken; bij Department of Eagles is dat dankzij mijn
collega niet het geval.
enola: Op ‘Yellow House’ wordt er hier en daar gewerkt met
veldopnames, met als duidelijkste voorbeeld ‘Little Brother’. Zijn
jullie specifieke locaties gaan opzoeken, of is het eerder iets dat
spontaan tot jullie gekomen is?
De meeste geluiden die je op de plaat hoort, behoren gewoon tot het
achtergrondlawaai van onze opnameruimte. Dat zijn dus geen
veldopnames; het huis was gewoon slecht geïsoleerd, waardoor de
krekels het tot in de mix geschopt hebben. De vogelgeluiden bij
‘Little Brother’ hebben we er op het allerlaatste moment
bijgemonteerd. We zochten nog naar een duidelijke overgang op onze
plaat, en ik vond dat het einde van ‘Little Brother’ niet echt snor
zat. Nadat we onze opnames afgewerkt hadden, gingen we even op
tournee in het zuiden van het land, en daar heeft Chris Taylor de
vogelgeluiden opgenomen. Oorspronkelijk waren we niet van plan het
te gebruiken, maar hij deed erg enthousiast over zijn nieuwe
aanwinst. Uiteindelijk hebben we die geluiden dan geïntegreerd, en
beslisten we er muziek voor te schrijven. Ik denk dat die vogels de
enige veldopname vormen op onze plaat.
enola: Er is nog een korte opname aan het begin van
‘Lullabye’.
Juist, dat hebben we er eigenlijk voor de lol bijgevoegd. De man
achter de stem is trouwens een Nederlander. Hij ontwerpt onze
T-shirts.
enola: Dit is je tweede Europese tournee sinds het uitbrengen van
‘Yellow House’. De eerste hebben jullie vroegtijdig moeten
stopzetten, en daar zaten verschillende redenen achter. Je bent
onder andere ook beroofd in Brussel. Hoe moeilijk is hetvoor een
band om zich na die emotionele en materiële schade te
herpakken?
Ja, inderdaad, dat we in Brussel al ons materiaal zouden
kwijtraken, hadden we niet verwacht, maar nu weten we dus dat het
geen ongevaarlijke stad is.
enola: Je kan bijna zeggen dat er na dat voorval een openbaar
pleidooi werd gelanceerd om jullie te helpen.
Dat was toch een beetje belachelijk. Ik bedoel, het is ongelooflijk
vriendelijk van die mensen, maar er zijn belangrijkere dingen om je
geld aan te geven. Nu, het was eigenlijk een moeilijke periode in
het algemeen. Mijn vader was erg ziek en is sindsdien ook
overleden, dus ik maakte me veel zorgen. Op het moment van die
tournee verdienden we ook amper geld, onze optredens waren niet
jedat, enzovoort. De dag voor we naar Brussel vertrokken werd er
zelfs al geopperd om de hele tournee gewoon stop te zetten en het
vliegtuig terug te nemen. Ik zei toen, ‘laten we het nog een dagje
volhouden, en dan zien we wel’, en toen werden we dus beroofd. Ik
ben toen alles kwijtgeraakt, zelfs mijn kleren. Toen was de keuze
snel gemaakt. Ik beschouwde het bijna als een teken dat ik beter
wat tijd zou doorbrengen met mijn familie. Achteraf gezien heeft
het ook positieve gevolgen gehad, want we zijn er ook als groep
doorgekomen. Onze volgende Amerikaanse tournee was een succes, en
al ons verloren materiaal is uiteindelijk ook vervangen. Alles
kwijtraken werkte bijna als een soort zuivering voor ons.
enola:
Dan, bedankt om ons wat van je tijd te gunnen, en nog eens
proficiat met ‘Yellow House’.