In 2005 verraste BRMC vriend en vijand door hun in noise gedrenkte
gitaren in de kast te laten en een plaat vol te stouwen met
akoestische allegaartjes die hun oorsprong vinden in de blues,
rootsrock en zelfs gospel. ‘Howl’ is intussen uitgegroeid tot een
halve cultklassieker bij het kampvuurminnende gitaarvolkje en de
plaat zorgde er voor dat de band met meer sérieux dan ooit door de
critici benaderd wordt. De verwachtingen waren dan ook hoog
gespannen voor BRMC’s vierde langspeler, ‘Baby 81’. Het werd een
album met enerzijds de beste muzikale elementen die de band in zijn
negenjarig bestaan vergaard heeft maar met anderzijds een gebrek
aan songs die de middelmaat overstijgen.
De eerste single uit ‘Baby 81’ die de motorvrienden op de wereld
loslieten gaf nochtans goede hoop. Op ‘Weapon of Choice’ wordt het
vuur aan de lont gestoken door een stuwende akoestische gitaarriff,
even later vergezeld door de neuzelende coolheid van Turners stem.
Een onheilspellende lick geeft bottleneckgewijs uiteindelijk het
startschot voor een meebrulbaar refrein. Verder krijgen we doorheen
de song de geoliede afwisseling tussen Robert Turners semi-spoken
word en Peter Hayes’ schreeuwende falset die de band al sinds
‘Whatever Happened to my Rock ’n Roll?’ kenmerkt. Tekstueel hebben
we hier – zoals gewoonlijk bij BRMC – niks bijzonders om over naar
huis te schrijven: rechttoe rechtaan antioorlogspropaganda verpakt
in hapklare statements (‘I won’t waste my love on a
nation’) maar het is allemaal goed bedoeld en het bekt
lekker.
Naast ‘Weapon of Choice’ hebben we nog een tweetal nummers die het
luisteren de moeite waard zijn en die bevinden zich eveneens aan
het begin van de plaat. ‘Took Out a Loan’ is een uitstekende opener
met dezelfde bombast en hetzelfde karakter van ‘Stop’, waarmee
‘Take Them On, On Your Own’ van wal stak. Het daaropvolgende
‘Berlin’ drijft op een fijn ingehouden rock ’n rollriffje en kent
een aantal sterke hooks om uw aandacht vast te houden, maar het
nummer komt tezelfder tijd ook nooit écht van de grond. De
‘Suicide’s easy – What happened to the Revolution?’ doet
je in het begin nog even goedkeurend het hoofd op en neer bewegen,
maar bij de derde keer gaan de tenen krullen, besef je het (nu toch
wel storende) inhoudsloze van de slagzin en verlang je naar wat
boeienders.
Op dat ‘boeienders’ blijven we helaas bijna de hele plaat lang
wachten. Enige verlichting wordt nog gebracht tijdens ‘Not What You
Wanted’: een Beatles-doorslagje met een fijne melodie in opgewekte
stemming. Helaas duurt het nummer meer dan de helft te lang. En dat
is waar het schoentje bij het grootste deel van de songs op ‘Baby
81’ knelt. De meeste nummers hebben wel een goeie drive,
aangestoken door een dito zanglijntje waar je spontaan
zonnebrillen, leren jekkers en aanverwante kledingaccessoires mee
associeert, maar elk nummer verzandt na een goeie minuut steeds in
een zeurderig herhalen van hetzelfde trucje. Zo heeft ‘Need Some
Air’ een gejaagde onderbouw en een aanstekelijke
‘oh-ho-how’ in het refrein, maar dat ís het dan ook. Twee
sterke ideeën maken daarom nog geen goeie song en dat songschrijven
lijkt BRMC vreemd genoeg verleerd te hebben.
Op ‘Baby 81’ vinden we wel zowat alles terug wat de jongens in het
verleden uit de grote muzikale vergaarbak gegraaid hebben. Blues en
roots zijn onmiskenbaar aanwezig op ‘666 Conducer’, donkere
singer-songwriter (denk Richard Ashcroft) op ‘Am I Only’ en
psychedelische fuzz op ‘American X’. Die afwisseling in genres
zorgt ervoor dat de eerste paar beluisteringen van de plaat best
wel een sterke indruk nalaten, zonder dat je het gevoel krijgt dat
het hier om een onsamenhangende mikmak gaat. Helaas is deze plaat
geen blijver (behalve dan misschien de twee écht sterke songs) en
heeft ‘Baby 81’ intussen al een klein laagje stof vergaard. En ho
ja. Nergens vind je een BRMC-recensie zonder dat erin verwezen
wordt naar The Jesus and Mary Chain. Wie zijn wij om daar
verandering in te brengen…
BRMC speelt 15 juli op het Dour-festival.
http://www.blackrebelmotorcycleclub.com
http://myspace.com/blackrebelmotorcycleclub