Hier hebben velen jaren op gewacht: Dinosaur Jr. heeft een nieuwe plaat gemaakt, in de originele bezetting. Lees voorgaande zin gerust nog eens over, en vang vervolgens een vreugdedans aan, want Beyond is een klepper.
Dat dit album er gekomen is, mag een klein wonder heten. De originele line-up van de band — J Mascis, Murph en Lou Barlow — hield het amper drie platen vol. Wat nadien verscheen, waren niet meer dan vermomde soloplaten van J Mascis.
Het uiteenvallen van het oorspronkelijke trio kwam toentertijd niet als een donderslag bij heldere hemel. Hoe goed het uit hardcore-band Deep Wound ontstane groepje ook was, de interne spanningen en non-communicatie wierpen een schaduw over klassiekers als Bug en het alles overtreffende You’re Living All Over Me, en zorgden ervoor dat het feest snel uit was. Dat Barlow en Mascis vervolgens een hele tijd slechts via de advocatuur contact hadden met elkaar, leek elke hoop op een doorstart van de band de kop in te drukken.
Maar wonderen zijn de wereld nog niet uit, en amper een jaar nadat de Pixies elkaar terug hadden gevonden, stonden de grondleggers van wat gemakshalve alternative rock genoemd kan worden, opnieuw op één podium. In tegenstelling tot Boston’s finest echter, ging Dinosaur Jr. een stap verder, en wist het trio een prima plaat op band te zwieren.
In tegenstelling tot wat The Stooges ons recentelijk lapten, weet dit nieuwe album wel de vergelijkende test met het verleden (van de groep) te doorstaan. Wanneer Beyond aftrapt met de single “Almost Ready” is het alsof de voorbije twintig jaar niet hebben plaatsgevonden. Goed, de wereld is meer gewend geraakt aan luid gitaarwerk, waardoor het schokeffect minder groot is dan toen de band met Dinosaur het verstarde hardcore-wereldje een trap in de ballen gaf: melodieus was toen plots geen scheldwoord meer, en gitaarsolo’s bleken evenmin zo verwerpelijk te zijn als voordien gedacht. Op dat gebied verrast Beyond absoluut niet, maar de songs, die staan als een huis.
Of het nu het melancholische “We’re Not Alone” is, of het zowaar op een metal-rif drijvende “It’s Me”, Dinosaur Jr. doet wat het altijd deed, en wat veel bands jammer genoeg niet nodig achten: de luisteraar bij het nekvel grijpen en onderdompelen in een bad vol verzwelgende gitaarrock, waarbij noise en song elkaar nooit in de weg staan.
Een adempauze wordt de luisteraar niet gegund, of het moet met het akoestische “I Got Lost” zijn, maar dat nummer snijdt je evengoed de adem af als “What If I Knew”, dat met zijn aanstekelijke gitaaruitbarstingen en lijzige zang van Mascis als vintage Dinosaur Jr. gecatalogeerd kan worden. En dan werd het hoogtepunt nog niet vermeld: “Pick Me Up” is een mokerslag die zonder problemen het niveau van het klassieke “Sludgefeast” haalt, iets dat niet in het minst te danken is aan de minutenlange, orgastische gitaargolven waarmee het nummer op het einde volkomen achterover slaat.
Beyond is, gezien de jaren die verstreken zijn sinds het ontbinden van de Heilige Drievuldigheid, geen grensverleggende plaat geworden; daarvoor zijn de tijden te veel veranderd. Het is wel een album dat nog steeds relevant klinkt, en prima standhoudt tussen het jonge gitaargeweld. In een perfecte wereld was dit album de opvolger geweest van Bug; als dàt de enige echte kritiek is die er op Beyond te leveren valt, dan is er sprake van een indrukwekkende plaat.