Brett Anderson :: Brett Anderson

“Ik moet mijn demonen terugvinden”, schreef Brett Anderson aan zijn fans toen hij de split van Suede bekendmaakte. Na een kortstondige reünie met Bernard Butler als The Tears, leidt die zoektocht nu tot een eerste soloplaat.

“Isn’t Suede without the glam not nothing at all?”, vroeg Finn Andrews van The Veils ons ooit. Het is een vraag die het plaatje van Brett Anderson negatief probeert te beantwoorden: op Brett Anderson geen spoor van het grote gebaar dat de man tot nog toe kenmerkte. Zijn debuut bevat gewoon elf (meestal ingetogen) popnummers die zonder veel drama worden afgeleverd.

Zonder de gitaarcapriolen van Bernard Butler en een glamoureuze pose om zich achter te verbergen, is Anderson volledig op zichzelf aangewezen. Hij staat er naakt, en dat is niet altijd een prettig gezicht. Zo zeurt de man al eens een eind weg in trage nummers als “Ebony” en “The Infinite Kiss”, dat zelfs niet door een overdosis strijkers van gaapfactor tien kan worden gered. Valt ook op: in zulke gevallen gaat ’s mans stem verschrikkelijk tegensteken, iets dat eerder nog niet voorviel.

Niettemin weet Anderson nog steeds een degelijke popsong uit zijn mouw te schudden. Opener “Love Is Dead” met zijn wolk strijkers en ook “To The Winter” kunnen de concurrentie met een goeie Suede-albumtrack aan. Sterk is ook de sleper “Scorpio Rising”, ongetwijfeld een van de hoogtepunten van het album. Het stevigere “Dust And Rain” is een welkome afwisseling tussen de soms al te gezapig voortglijdende songs.

Tekstueel lijkt Anderson dan toch sterker geworden. Op zijn vorige platen was er al eens sprake van onzinnige rijmelarij; hier gaat de zanger vaker de autobiografische toer op en realiseert hij zich dat hij zich af en toe bepaald onuitstaanbaar heeft gedragen. De bekentenis “there’s a monster in me” (“To The Winter”) kan er van af, maar Anderson schiet ook op de wereld rondom. Het nogal prekerig getitelde maar voor de rest puike walsje “The More We Possess The Less We Own Of Ourselves” spreekt in dezen voor zich.

Zonder Butler, zonder pathos, is Anderson vooral heel “gewoon”. Er is niets opwindends, niets meeslepends aan Brett Anderson. Het is niet meer dan een degelijke, middelmatige plaat. Ze stoort niet, maar maakt ook nergens blijvend indruk: een plaat om op te leggen op zondagochtend, maar om even snel te vervangen eenmaal de mist in het hoofd is opgetrokken en de verveling toeslaat. Anderson kan veel beter dan dat, maar hij heeft duidelijk een sterkere creatieve partner nodig dan toetsenist-producer Fred Ball die hem hier uit de brand hielp. In de bio die bij de promo werd geleverd, spreekt Anderson al van volgende soloplaten. Afgaande op dit debuut lijkt een reünie van Suede nog steeds een beter idee.

Brett Anderson speelt op 24 april in de Botanique in Brussel.

http://www.brettanderson.co.uk
http://www.brettanderson.co.uk

verwant

Live /s Live 2023 :: Dire Straits in strandzand

Eerst Zeebrugge, nu Antwerpen. Zou Live /s Live bij...

Eindejaarslijstje 2022 van Philippe Nuyts

Globaal gezien wint elk jaar tegenwoordig een lelijkheidsprijs. De...

Eindejaarslijstje 2022 van Matthieu Van Steenkiste

Raar jaar. Toen het begon, zaten we nog binnen,...

Suede :: Autofiction

"De pendel slingert terug": na het wel erg Scott...

aanraders

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

The Slow Show :: Subtle Love

Eigenlijk had The Slow Shows daags na verschijnen van...

Goes & Goes :: Nie Gezeverd

Bestaat er zoiets als blues uit Vlaamse klei getrokken?...

Public Service Broadcasting :: This New Noise

Geef J. Willgoose, Esq. een oubollig onderwerp en hij...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in