Geen Arcade Fire vanavond. Dan zijn er twee opties: stil in een hoekje janken, of je eens duchtig afreageren. Het treft dat Alec Empire, de paus van de Digital Hardcore, wél in town is.
Al valt de tour van Empire een beetje uit de lucht. The Futurist, zijn laatste en zwakste album, is alweer twee jaar oud; een nieuwe plaat is nog niet aangekondigd. Dit optreden lijkt dan ook deel uit te maken van een snelle reeks tussendoors: even wat nieuw materiaal op de baan uittesten, vooraleer aan de opnames wordt begonnen.
Het lijkt bovendien back to basics: de band is beperkt tot één elektronische drum en Nic Endo’s arsenaal aan knoppen. En vooraan: Alec Empire op zang en pose. Nog steeds is hij immers een volksmenner pur sang die de toeschouwers van bij het begin uitdaagt, onderwijl fotogeniek zijn voet richting publiek schoppend. De kwaliteit van de geluidsmix is echter zo belabberd,dat de man tijdens het grootste deel van het optreden onhoorbaar is.
Empire is nog steeds Empire: en dus zetten scheurende gitaarklanken, loeiharde knetterende jungleritmes of ravebeats, en dreunende bassen een genadeloze aanval in op de gehoorgang. Maar was tijdens de Futurist-tour de gitaar nog zo dominant dat Empire net zo goed pure speedmetal kon maken, dan is de balans nu opnieuw de andere richting uitgeslagen: de gitaar komt uit de doosjes van Endo, en vaker dan anders ligt in de harde beats en baslijnen de nadruk op dansbaarheid. Voor het eerst klinkt Empire min of meer funky, nog het meest in "Addicted To You" — altijd al zijn meest toegankelijke nummer, en hier in een versie die niet eens zo ver verwijderd is van wat Goose doet. Voor het eerst wordt op een optreden van Empire meer gedanst dan gepogood.
Nog steeds geen enkel nummer uit de erfenis van Atari Teenage Riot; Empire put zijn nummers vanavond uit Intelligence & Sacrifice en The Futurist, de laatste twee soloplaten. Maar met een klankbalans die geen zin voor nuance toelaat, en een Empire die niet boven de mix uitstijgt, klinkt alles eenvormig, en kan opener "Kiss Of Death" net zo goed "Into The Death" (van Atari Teenage Riots Delete Yourself) zijn. Het is pas met "Intelligence & Sacrifice" en een opzwepend "Gotta Get Out" dat enige herkenbaarheid opsteekt.
"Back to basics? Back to nothing, eerder", bromt een teleurgestelde fan na afloop. Dat is te streng geoordeeld. Empire ondergaat eenvoudigweg wat elke vernieuwer ooit ten beurt valt: op een dag ben je niet langer vernieuwend, maar doe je nog steeds je oude trucje, en blijkt de tijdsgeest je ingehaald te hebben. De scherpte van weleer is afgebot. Empire is nog steeds boeiend, en dansbaarder dan ooit, maar zonder de opwinding van vroeger. Ofwel vindt hij inspiratie voor een nieuwe marsrichting — en af en toe hinten nieuwe songs daarnaar —, ofwel blijft hij ter plaatse trappelen. En dan is de achteruitgang definitief ingezet.