Tot voor twee jaar stond Andrew Bird bekend als een gek uit Chicago
die niets met zijn klassieke opleiding wou doen, en zich vooral
bezighield met het maken van albums vol muziek die haar origine
vond in de eerste helft van de twintigste eeuw. Dit was uiteraard
slechts de populaire perceptie; voor 2005 hadden we reeds twee
parels in handen gekregen, met het poppy (maar vintage)
‘Swimming Hour’ (gemaakt samen met zijn voomalige band) en het
conceptalbum ‘Weather Systems’, meteen ook Birds eerste soloplaat.
In 2005 werd echter de standaard uitgebracht waarop Andrew Birds
toekomst en verleden geprojecteerd zal worden, of dat nu terecht is
of niet.
‘The Mysterious Production of Eggs’ was een unieke plaat, vol
diversiteit en karakter. Ze dook dan ook in veel eindejaarslijstjes
op en catapulteerde Birds populariteit de hoogte in. Nu is het
grillig genie uit Chicago terug met zijn derde solo-album,
‘Armchair Apocrypha’, opgenomen in Minnesota samen met een paar
vrienden uit de lokale scène, waaronder ook Martin Dosh. Dit was op
zich al een heuse verandering; tot dusver ging Andrew Bird vooral
in zee met zijn oude makkers van The Bowl of Fire, zoals drummer
Kevin O’Connor . Passend is het zeker, want ‘Armchair’ is ook voor
de luisteraar een nieuwe ervaring.
Birds nieuwste valt op te delen in twee delen: zijn pogingen tot
het maken van goeie rocksongs (met het aloude ‘Andrew Bird
instrumentarium’) en zijn eerder akoestische bevliegingen. Dit is
geen perfecte opdeling; er zijn in beide plaathelften een of twee
uitzonderingen te vinden, maar het geeft wel een gestructureerde
indruk. Ook dat is nieuw; wie ‘The Mysterious Production off Eggs’
kent, weet dat Bird graag van de hak op de tak springt, maar dat
gebeurt hier nauwelijks. Ook de aanwezigheid van meer ‘rocksongs’
doet het beeld van Bird als avonturier wat afbrokkelen. U merkt
het: wij hebben tijdens de vele luisterbeurten meerdere malen de
woorden ‘wat jammer’ gemompeld.
Dit alles is natuurlijk een vrij algemene indruk; we hebben het nog
niet over de nummers zelf gehad, en die komen er doorgaans goed
uit. Het rockgedeelte van ‘Armchair’ is een interessante
nieuwigheid in het repertoire van Bird, en onthult catchy songs met
een jutezak vol goeie ideeën, al valt er bij elke track helaas wel
iets aan te merken. ‘Heretics’ is de beste popsong, al was het
volgens ons echt niet nodig de eerste versregels nog eens te
reciteren op het einde. Dit blijkt trouwens een irritant patroon te
zijn, en enkel bij ‘Fiery Crash’ weet de zanger echt op deze manier
te scoren. ‘Dark Matter’ is dan weer een van Birds traditionele
recyclageprojecten; hij bracht het nummer onder de titel
‘Sweetbreads’ al eens uit op een live-ep. Toen was het nog een
leuk, akoestisch akkefietje over leverpaté. Nu is het een
euforische maar troebele massa vol elektrische gitaren en vocale
harmonieën, waarbij de toon van het nummer gewijzigd wordt zonder
veel aan de tekst te sleutelen. ‘Plasticities’ weet de eerder
gemaakte fouten te vermijden, maar duikt op het vlak van
catchiness misschien net iets te enthousiast het ravijn
in.
Het indrukwekkende ‘Armchairs’ luidt de tweede albumhelft in, met
een triomferende Bird die vocaal alle registers opentrekt, en de
pers nog wat meer redenen geeft om nodeloze verwijzingen te maken
naar het stemgeluid van Jeff Buckley. De
pianobegeleiding is een mooie afwisseling en draagt bij tot een
uitgebreide schotel, geprepareerd door een strijkende architect. De
pianobegeleiding vinden we ook terug bij ‘Scythian Empire,’ alweer
een akoestisch pareltje. ‘Simple X’ duidt op de aanwezigheid van
Martin Dosh; in zekere zin moeten we verrast zijn dat we pas na zes
nummers echt een track met overduidelijke Dosh-invloeden vinden.
Het is in elk geval fijn vertier, en een aangename
tempowissel.
Terwijl we op kruissnelheid naar het einde van ‘Armchair Apocrypha’
vliegen, blijft ons vooral bij dat Andrew Bird een van de weinige
songwriters blijft die miserie en vernietiging weet te combineren
met universele pracht. Terwijl zijn teksten verhalen vertellen over
neerstortende vliegtuigen, fatalisme en verstikkend imperialisme,
blijft afwisselend de euforie en melancholie uit zijn viool- en
gitaarspel doorschijnen. Terwijl de zoete tonen van ‘Spare-Ohs’
zachtjes wegebben en de tsjilpende vogels het laatste
(instrumentale) nummer inleiden, zijn we opnieuw gecharmeerd.
‘Armchair Apocrypha’ heeft zijn gebreken, en het is waarschijnlijk
geen album dat eindejaarslijsten zal veroveren, maar Bird is er
vast en zeker in geslaagd een erg solide plaat samen te stellen, en
ondanks zijn recyclagedrift toch enkele schuchtere stappen
voorwaarts te zetten.
Andrew Bird treedt op vrijdag 23 maart 2007 op in de Botanique te
Brussel.
http://www.myspace.com/andrewbird
http://ekonomiskmgmt.com/audio/andrew_bird/heretics.mp3