Botanique, Brussel, 22 februari 2007
Tot aan het begin van dit jaar kon zo goed als niemand zich wat
voorstellen bij Au Revoir Simone.
Behalve een plaatsje op de soundtrack van successerie Grey’s
Anatomy had het eerste album maar weinig ruchtbaarheid genoten.
Enkele maanden voor de release van de opvolger ‘The Bird Of Music’
zou een zekere David
Lynch daar echter verandering in brengen door na een
gezamenlijke verschijning bij de Amerikaanse boekhandel Barnes
& Noble deze drie meisjes tot zijn muzikale plat du
jour te bombarderen. Deze schouderklop wekt natuurlijk meteen
het interessepeil van menig cultuurminnaar en aldus stonden de
Brooklynettes nog voor hun eerste echte Belgische release al voor
een nagenoeg volgestampte Rotonde, die niet lang op zijn gading
moest wachten, want door de afwezigheid van een support betraden de
Simonnekes het podium al om enkele minuten na klokslag acht.
Bij de opener ‘The Lucky One’ verliep alles nog wat onwennig: de
drummachine moest nog opladen en samen met deze installatie voelde
je ook het zenuwpeil van het trio het maximumniveau bereiken. De
eerste pasjes werden schuchter gezet en ook Erica’s stem klonk in
dit eerste nummer nog wat onwennig. Een vurig handgeklap mocht
meteen het ijs breken en na de verplichte uiting van bewondering
voor de zaal (dit maal uitzonderlijk samengaand met een aansporing
om enkele planten binnen te smokkelen) werd de sfeer op de bühne al
heel wat losser. Hier en daar werd nog een klein slippertje
gemaakt, zoals de iets te harde synth loop aan het begin van ‘A
Violent Yet Flammable World’ die de eerste zanglijnen de mist liet
ingaan, maar toch vormde deze wending een doobraak. De hele set
bloeide meteen de hele set open en dit zorgde meermaals voor magie
op het podium. In verschillende disciplines werden prijzen
weggekaapt: een beklijvende versie van ‘Stay Golden’ (samen met
‘Through The Backyards’ de terugblik op het debuut ‘Verses Of
Comfort, Assurance & Salvation’) toonde de meest fragiele zijde
van de drie, voor ‘Dark Halls’ kregen we dan weer een aanstekelijke
discotheekversie van The Supremes gewapend met tamboerijnen te
zien. Beide stijlen werden succesvol verenigd in ‘Lark’, voorzien
van een stevige beat en een wild met de haren in het rond
schuddende Annie maar desalniettemin nog steeds gewapend met dat
hemelse refrein dat je even van deze aardbol losrukt.
Het prijsbeest van de avond was toch de voor de gelegenheid
opgepepte versie van ‘I Couldn’t Sleep’, verfijnde doch dreunende
electronica die even goed een volgepropte club als een intieme
concertzaal in extase zou kunnen brengen. Groot waren de verbazing
en het spijtgevoel dan ook wanneer meteen erna en amper een dikke
veertig minuten ver ‘The Way To There’ als tiende en laatste nummer
werd aangekondigd. Na dit in een rode gloed doordrenkte, dromerige
afscheid deden ‘Night Majestic’ en een lauwe cover van Rod Stewarts
‘Young Turks’ dienst als bisnummers, maar na een klein uur werd de
stekker toch definitief uitgetrokken.
Dat dit vroege afscheid tot de pijnlijke soort behoorde, zegt
natuurlijk eveneens wat over de kwaliteit die aangeboden werd. De
simplistische synthpop van op de albums wordt live met enkele extra
laagjes aangekleed. Meer dan ooit vormden de nochtans koele,
mechanische bouwstenen (drummachine, samples, keyboards) zo nummers
met een strak pulserend hart eronder. Een onweerlegbare
succesfactor is hierbij dan ook de complementariteit van het trio
met Heather als de afstandelijker Simone, Erica als het mooie
verlegen meisje en Annie als de prettig gestoorde
spring-in-het-veld. Dat deze verschillende karakters toch een
evenwichtig geheel vormen, is de kracht van en voor de groep
(doorheen de gig was er een constante interactie waarbij ze als
elkaars steunpilaren fungeerden).
Au Revoir Simone is goed op weg om de nieuwe trend te worden, maar
beschikt over genoeg talent om tot veel meer dan dat uit te
groeien. Woensdag kregen we hiervan alvast een voorsmaakje dat naar
meer doet verlangen.