
Weinig bands leveren zonder woorden een krachtig statement over de
locus horribilis die onze wereld steeds meer aan het worden is.
Explosions In The Sky is echter een filmische uitzondering op de
regel. Op de hoes van ‘All Of A Sudden I Miss Everyone’, hun vierde
worp, is een man op zoek naar de laatste restjes schoonheid na de
zondvloed en tegelijkertijd reflecteert hij over zichzelf in de
narcistische waterspiegel. Of is hij op zoek naar de laatste
overlevenden na de schipbreuk van de originele postrock? Op dat
vlak liggen de wrakstukken van EITS op de bodem van de zee hun
onvervulde geheimen met de vissen te delen. Vernieuwend zijn deze
Texanen nooit geweest en een nieuwe plaat heeft bij de band nooit
een nieuw geluid betekend. Hun sound is even voorspelbaar als een
tsunami na een onderzeese aardbeving, maar de emotionele golf is zo
overrompelend en intens dat deze lacune grotendeels wordt
weggespoeld. ‘All Of A Sudden I Miss Everyone’ is zeker niet zo
goed als zijn twee voorgangers, maar vanuit onze sloep zien we toch
weer verschillende lichtpuntjes flikkeren in de diepte. Wie echter
op zoek is naar de kapseizende schoonheid van ‘The Only Moment We
Were Alone’ zal bot vangen.
Op hun vorige
plaat probeerde EITS ons ervan te overtuigen dat de wereld geen
kille, dode plaats is, maar de dramatische songtitels van de nieuwe
plaat laten weinig ruimte voor hoop. De tranerige, epische sfeer
van hun postrockcomposities is nochtans dezelfde gebleven. Opener
‘The Birth And Death Of The Day’ brengt onmiddellijk een kolkende
melancholie teweeg die geen spaander heel laat van de
reddingsbootjes van het scepticisme. Conventionele, maar
oerdegelijke instrumentale pracht met sprankelende
intensiteitscontrasten kondigt een meeslepende catharsis aan, maar
het wassende water wordt vertroebeld door het tegenvallende
‘Welcome, Ghosts’. Dit is EITS op automatische piloot.
Melodielijnen meanderen als vanouds, maar het geheel klinkt te
makkelijk en draagt het artificiële van een Ikea-fonteintje in
zich.
Na een middelmatig intermezzo laten de Texanen echter het pronkstuk
van hun nieuwe album op de luisteraar los. ‘It’s Natural To Be
Afraid’ maakt zijn titel helemaal waar met een weldoordachte,
onrustige sfeerschepping en sluimerende noise die de atmosferische
melodie beloert als een uitgehongerd roofdier. Het valt ook op dat
de hard/zacht-contrasten in vergelijking met vroeger nog
geïntensifieerd zijn. Nauwelijks hoorbare gitaarnoten worden vaak
als stuifmeel weggeblazen door golvende baslijnen, aanhoudende
drumroffels en snijdende gitaarnoise.
Op de tweede plaathelft wordt de sfeer er niet meteen luchtiger op,
maar de band breidt zijn poëtische palet wel uit met subtiel
aangebrachte toefjes piano. In het ingetogen ‘What Do You Come Home
To?’ klinkt de dialoog tussen gitaren en piano erg vlot en
natuurlijk, alsof de twee gesprekspartners elkaar al jaren kennen.
Afsluiter ‘So Long, Lonesome’ reserveert zelfs nog een grotere rol
voor het instrument. Pianonoten introduceren een eenvoudige, maar
treffende melodie en de gitaren houden zich als figuranten op de
achtergrond met sfeervol gepingel. Tussen deze twee intrieste
geluidsdekentjes staat gelukkig nog het stevigere ‘Catastrophe And
The Cure’ dat met koppig drumwerk, nukkige gitaren en een
grimmigere sfeer naar een krop in de keel solliciteert. Het nummer
borduurt echter net iets te lang op hetzelfde thema voort om zijn
ambities waar te maken.
‘All Of A Sudden I Miss Everyone’ is zo’n plaat waarbij de critici
een punt hebben, maar het argument van de liefhebbers overtuigender
is. De gitaarrivier van EITS vloeit als vanouds, maar wel met een
beklijvende weemoed die zelfs Charon op de Styx niet onverschillig
kan laten. In tegenstelling tot The Earth Is Not A Cold
Dead Place is deze plaat geen kandidaat voor de
eindejaarslijstjes, maar de eerste teleurstelling van 2007 is dit
album zeker niet geworden.