Qua dooddoener kan "Alleen is toch ook maar alleen" wel tellen. Alsof elk solitair bestaan de facto eenzaam of nutteloos is. Maar als een mens slechts bij gratie van anderen leeft, waarom worden "persoonlijke" ontdekkingsreizen dan zo hoog gewaardeerd? Is ons niet altijd geleerd dat alleen wie op zichzelf terug geworpen is, zijn ware aard kan kennen?
Enkel zij die louter op zichzelf moeten steunen, kunnen begrijpen hoezeer de godgelijkheid verborgen ligt in de persoonlijke queeste. Maar een (zelf)opgelegde eenzaamheid kan evenzeer een ongekende mensenhaat en autarkisch superioriteitsgevoel oproepen dat maar al te vaak gepaard gaat met een verstilde droefenis, niet om individuen maar om datgene wat niet uitgesproken kan worden en alleen gekend is door lotgenoten die hun kruis in solitaire stilte dragen.
Het duo achter Solo Andata brengt deze stilte nu toch onder klanken, niet woorden, op het breekbare Fyris Swan. De groep ontstond nochtans in Perth, Australië. Een land en gebied dat eerder met bronsgebruinde surfers en luidruchtige, bierhijsende krokodillenworstelaars geassocieerd wordt, dan met in zichzelf gekeerde laptopmuzikanten. Misschien vertrok Paul Fiocco daarom wel naar het klimatologisch nauwer bij de muziek aansluitende Zweden terwijl zijn kompaan Kane Ikin achterbleef in het land van koala’s en Neighbours.
Het debuut Fyris Swan kwam tot stand middels de modernste communicatietechnieken. Fiocco en Ikin schreven elk aanzetten tot songs en stuurden deze flarden van ideeën dan naar elkaar. Deze flarden dienden als basis voor nieuwe ideeën en songaanzetten, tot er uiteindelijk een nummer en daarna zelfs een album uit gedistilleerd kon worden. De clash tussen het warme Australië en het koude Zweden vormde het humus waarop de songs groeiden zonder dat er ooit aan een album in concrete termen gedacht moest worden.
Dat is dan ook duidelijk te horen aan de plaat, die eerder een schets wil geven van onbestemde ideeën dan dat het er als een volwaardig en op zichzelf staand werk wil staan. Maar in die onbestemdheid en vaagheid schuilt de kracht van Fyris Swan. De electro / ambient / musique concrete / … van Solo Andata is net dwingend in zijn onbevangenheid. Het eist geen plaats op maar verkrijgt ze door louter aanwezig te zijn, en niet eens luidruchtig.
Soepele jazzinvloeden, dronende folkgitaren en zachte ruisklanken vloeien vaak samen uit de boxen om dan onmerkbaar de kamer te vullen zonder ooit tastbaar te worden. Fyris Swan laat zich dan ook niet gemakkelijk kennen. Het is slaapkamer-electro die zo minimaal ingevuld is dat het automatisch de voorbode van een rustige nacht wordt, maar het is ook onheilspellend, door zijn kale inkleding die de instrumenten veel prominenter naar voren schuift en elke noot, elke klank stil laat dreunen.
Solo Andata draait volgens zijn twee leden rond geïsoleerd en gescheiden van de andere leven. Het was toeval dat zowel Fiocci als Ikin elk op hun eigen continent in eenzelfde solitaire beslotenheid terecht kwamen. Maar dat toeval voedde wel de structuren en ideeën die hun weg vonden naar Fyris Swan, een plaat die bij voorkeur in de stilte, mogelijk gemaakt door de afwezigheid van allen, beluisterd wordt. Alleen is echt niet maar alleen.