Wanneer je op Pukkelpop ’s middags een ijzersterke set speelt met een groepje dat maar niet uit de schaduw lijkt te raken van het grote Queens Of The Stone Age, dan heb je het wel gehad. Denk je. Tot datzelfde groepje opeens voor een volle AB staat en beatlemania-achtige reacties oproept bij het publiek.
Ze hebben net zo min iets te maken met death metal als met de Eagles, maar toch kunnen Eagles Of Death Metal bogen op één van de meest geslaagde groepsnamen van de laatste jaren. In de naam zit namelijk het nonsensicale vervat dat de ziel van de band vormt. Al is het frontman Jesse "The Devil" Hughes vanzelfsprekend menens. Zo is de man doodernstig wanneer hij, zoals tijdens het eerste, ondertussen legendarische, Belgische concert van de band in de AB-club enkele jaren geleden, de mannen opriep achteraan in de zaal plaats te nemen zodat het vrouwelijke deel van het publiek de eerste rijen zou kunnen bevolken. Zulke zaken zorgen ervoor dat de groep niet altijd even serieus genomen wordt en soms wordt afgedaan als een gimmick die, zeker in de begindagen, dreef op de naambekendheid van Josh Homme en Tim Vanhamel. Met de jongste plaat Death By Sexy zette de band muzikaal echter een serieuze stap voorwaarts en het feit dat Homme en Vanhamel al tijden geen deel meer uitmaken van de live-line-up, maakt dat ook daar de focus meer op de muziek komt te liggen.
Bij openingsact The Spores kon het publiek zich echter afvragen in hoeverre de nadruk lag op de muziek en niet op de gimmick of de poppenkastvertoning die de groep op het AB-podium ten beste gaf. The Spores mogen dan wel evenzeer afkomstig zijn uit de woestijnkliek rond Queens Of The Stone Age, indruk maakte de band allerminst. Even leek het interessant te worden toen het trio rond Molly McGuire "Sounds Of Silence" speelde terwijl de zangeres een laidbackversie van "Should I Stay Or Should I Go" zong, maar in zo’n geval rijst de vraag of interessant een gepast adjectief is om een rockconcert te beschrijven.
Des te overtuigender kwamen Eagles Of Death Metal uit de hoek. Als Daan zichzelf een player noemt, dan moet voor Jesse Hughes een nieuwe, overtreffende term uitgevonden worden. Met heupbewegingen die Elvis met schaamrood op de kaken zouden doen afdruipen, bespeelde de man van de eerste tot de laatste seconde het publiek. Hoeft het gezegd dat Hughes daarbij vooral de dames op het oog had? Met zijn kamerbrede glimlach danste hij, vol van liefde voor het publiek, dat het een aard had en werden massaal lofuitingen de zaal ingegooid.
Het was dan ook een feest de groep met zoveel spelplezier nummers als "Cherry Cola" en "I Want You So Hard (Boys Bad News)" te zien afwerken. Tijdens die laatste song, wanneer het publiek woord voor woord de tekst meebrulde, kon je je zelfs afvragen waarom dat nummer nooit een hit geworden is. Het potentieel was er alvast, zoals ook culthit "I Only Want You" bewees. Omringd met klassemuzikanten (u herkende vast Dave Catching, Gene Trautman en Brian "Big Hands" O’Connor, woestijnratten die elk in meer bands gespeeld hebben dan Rudy Trouvé) kwam de kwaliteit van de nummers als nooit tevoren naar boven drijven. Zelfs een eerder mak nummer als "Speaking In Tongues" bleek met de juiste aanpak een meer dan behoorlijke indruk na te laten. Wanneer de Eagles met de afsluitende covers "Beat On The Brat" en "Brown Sugar" afdaalden naar de bron, was het overduidelijk dat in de rock-’n-rollannalen een meer dan interessante avond kon worden toegevoegd.