Wanneer kan muziek aanspraak maken op het predikaat ’tijdloos’?
Over bands als Joy Division bestaat
er geen twijfel. Curtis en co staken op het einde van de jaren ’70
en het begin van de jaren ’80 al ver boven de concurrentie uit en
wie door middel van ‘Unknown Pleasures’ of ‘Closer’ vleermuizen als
dolkjes van Damocles aan het plafond laat hangen, weet dat de groep
de hele nu-wave-lichting nog steeds moeiteloos naar huis speelt.
Over ‘100 lbs’, een heruitgave van Matthew Herberts debuut van 10
jaar geleden, zijn de twijfels groter. In 1996 was de plaat
onmiskenbaar een pionierswerk op het vlak van minimal electro en
speelse, funky deep house, maar nu zouden de kurkdroge beats en
synths naar lucht moeten happen tussen het verstikkende dansgas van
Switch-compilaties. Bovendien hebben erfgenamen als Anthony Rother,
Ellen Allien
en Ricardo
Villalobos de hypnotische minimal van ‘100 lbs’ al geëvenaard
en zelfs overtroffen. Toch is deze reissue de moeite
waard, want de plaat is de blauwdruk van het vroeg ontluikende
talent van deze meesterproducer en het bewijs van Herberts
reputatie als fascinerende trendsetter.
Voor wie het niet mocht weten: Matthew Herbert is zowel producer
(check alstublieft het ravissante Ruby Blue van Roisin
Murphy), componist, klankenkunstenaar, dadaïst als echtgenoot van
de fantastische Dani Siciliano. Zoals
klassieke componisten noten uitschrijven in partituren pent Herbert
toverformules van klanken neer. Op Scale, zijn laatste
plaat, werden zijn experimentele samplekunsten verenigd met
straffe, poppy songs, resulterend in een champagnefontein van
klassiek, jazz, disco en electro. Het verschil met ‘100 lbs’ is
frappant. Geen geluiden van auto’s, bussen haarlak of
luchtballonnen en geen Dani Siciliano die als een engel boven de
bruisende geluidszee zweeft, maar wel een dansbare fusion van
minimal house, techno en lichte vleugjes jazz die het geheel
verteerbaar maken. Denk aan Marc Moulin die voor meer elektronica
opteert, maar dan eigenzinniger en met meer ballen.
‘Thinking Of You’ is het soort woestijn-minimal waarvan je een
uiterst droge keel krijgt. Rauwe flarden synth, een droge beat en
een hihat zo kaal als een drooggelegd zoutmeer doen je snakken naar
een frisse pint. ’00 Licky’ is ook niet bepaald een dorstlesser en
gaat zoals de meeste nummers recht op z’n doel af: een sample
krijgt het gezelschap van een hihat, dan een beat en vervolgens
bewerkte vocals tot de hypnotische meute klanken de finish
bereikt.
In sommige nummers wordt de monotonie gelardeerd met bijzondere
geluiden en krijgen we een glimp van de latere Herbert te horen. Zo
wordt de beat van ‘Pen’ gedomineerd door elektronisch gehijg,
geblaas en gekraak, maar memorabel zijn deze kiempjes niet. Later
zou Herbert deze techniek verder verfijnen met boeiendere
resultaten tot gevolg. Naar het einde van de plaat toe gaat het
clubgehalte nog meer de hoogte in met het titelnummer en ‘Take Me
Back’, maar zonder een smakelijke muzikale saus vallen ze te licht
uit voor de woonkamer. Een vette remix van Rex The Dog zou deze
nummers van de vergetelheid kunnen redden, maar nu ontbreken de
nodige kruiden om van een sterke hap te spreken.
‘100 lbs’ was medio jaren ’90 een verrassende en vernieuwende
plaat, maar nu klinkt ze toch wat te gedateerd om te blijven
boeien. Beweren dat de plaat haar muzikale waarde enkel ontleent
aan interessante retrospectie over een eigenzinnige artiest zou
echter de waarheid onrecht aandoen. ‘100 lbs’ is een bron van
inspiratie geweest voor tal van dj’s en elektronica-fetisjisten en
het muzikale parcours van Herbert verdient alle lof. We kijken dan
ook al uit naar zijn volgende etappe!