124 min. /
België-Nederland-Duitsland/2006
‘Kruistocht in spijkerbroek’ staat naast ‘Koning van Katoren’
van Jan Terlouw zowat in ons Vlaams collectief geheugen
gebrandmerkt. Ik wil niet weten hoe die versies in de bibliotheek
er na zoveel jaar uitzien – als er überhaupt nog letters instaan,
want ik heb alleszins bij mijn editie van het boek de woorden van
het papier gezogen. Het staat op elke boekenlijst, is al minstens
duizendmaal besproken en na dertig jaar halen de kids nog steeds
dit Middeleeuwse avonturenverhaal uit de rekken. Wat was Thea
Beckmans historische roman bloedstollend spannend (zal hij nog
terug geraken?), schrijnend (die kindertjes!) en nog leerrijk ook
(in de Middeleeuwen geloofde men nog in God!)! En ik ben blijkbaar
niet de enige, die nieuwsgierig was naar de vlees-en-bloedversie
van dit heilige boek: de film doet het meer dan goed in de zalen.
Maar toen was toen en nu is nu zo blijkt. ‘Kruistocht In
Spijkerbroek’ de film heeft niets extra te bieden. Een bevredigende
verfilming voor kinderen, zoveel is zeker, maar geen
cinematografische overdondering.
Was het verhaal dan toch niet zo spetterend als in mijn
verheerlijkte/vertroebelde gedachtegoed? Of ligt het volledig aan
de verfilming, die mij niet uit mijn nylonkousen blies? Een
combinatie van de twee factoren: tijdreizen houdt de mens al eeuwen
in de ban, maar deze film kon het nog geen twee uur volhouden,
hoewel regisseur Ben Sombogaart een vrij getrouwe verfilming
aflevert. De wilde plannen om van Dolf een crimineel boefje in een
instelling te maken verdwenen in de achterzak en over het alom
gekende verhaal kan ik dus kort zijn…
Het Nederlandse broekventje Dolf mist de kans van zijn leven:
tijdens de kwalificatiewedstrijd tegen België raakt het Nederlandse
team min of meer door zijn egoïsme uitgeschakeld en dan komt dat
kneuterige stemmetje wel eens in ons hoofd zingen van If I
could turn back time… Met dat verschil dat Dolf ook echt de
uitdaging met de tijd aangaat. Met behulp van de teletijdmachine
van zijn moeder, verzendt Dolf zichzelf naar het stadium in
Duitsland zodat hij de wedstrijd opnieuw kan spelen. Alleen glijden
zijn vingers eventjes uit en komt hij terecht in het jaar 1212.
Midden in een kinderkruistocht nog wel. In zijn pepe jeans, met
alleen een i-pod (een troubadour in een doosje) en een Mars op zak,
stapt hij mee met de kinderoptocht…
‘Kruistocht In Spijkerbroek’ is zowat de duurste Nederlandse
film ooit, al moet dat met een korreltje zout genomen worden: het
scenario is door zowat elfendertig handen gegaan, de opnames
verliepen op de meest uiteenlopende locaties, het geld werd
gesprokkeld uit maar liefst vijf verschillende landen en de cast is
bijna volledig Engelstalig: vertel mij wat daar nu zo oernederlands
aan is? Qua uiterlijk werd nieuwkomer Joe Flynn als Dolf wel goed
gecast: hij ziet er tenminste uit als een grote gezonde Hollandse
kerel en met zijn vriendelijke uitstraling hebben de tienermeisjes
van de Joepie en Fancy er weer een nieuwe
loverboy bij op wiens poster ze kusjes kunnen geven voor het
slapengaan. Alleen sneu van zijn acteertalent: hij doet het zonder.
Zo zie je hem op een bepaald moment bang terugdeinzen voor een hond
– een waarschuwing in neonlicht met de boodschap: ‘nu speel ik
bang’ of ‘pas op, trauma’, ware even subtiel geweest. Als hij later
met een paar woeste wolven oog in oog komt te staan, komt hij al
iets meer tot leven (de enige scène waar ik wel van onder de indruk
was), maar algemeen gezien legt Flynn maar weinig emotie in zijn
karakter én geeft hij hem maar weinig karakter tout court.
Ik wijt het aan een gebrek aan ervaring, iets waar zijn eega minder
last van heeft: Stephanie Leonidas (Jenne) is delicieus als een
pralinewinkel en haar carrière zal na deze film niet eenzaam als
een eendagsvlieg uitsterven.
Kinderen regisseren is geen makkie en Ben Sombogaart brengt het
er fatsoenlijk vanaf: met groepen van 250 kinderen op scène
uiteindelijk na knip- en plakwerk de illusie wekken dat het om een
groep van 8000 kinderen gaat, is aardig gelukt en daarvoor zetten
we al eens ons petje af. Ook op de costume design valt
weinig aan te merken, alle kinderen zien er geloofwaardig
afgepeigerd uit en de beelden zijn visueel best aantrekkelijk.
Alleen zweeft de kruistocht misschien iets te veel in het niets: er
is weinig aandacht voor de setting en de context waarbinnen alles
zich afspeelt: vage tijdsperiode, maar vooral de omgeving is
onscherp: ze lopen alsmaar door open velden en bossen en als ze al
eens een (lucht)kasteel tegen komen, dan lijkt dat toch meer uit
het cadeauboekje van Sinterklaas geknipt te zijn dan uit de
geschiedenisboeken.
Ook qua spanning is het op de kin kloppen: de film mist het
gevoel dat er iets onheilspellends boven de kinderen hun hoofd
hangt en dàt is toch de essentie van het verhaal: ze zitten in een
illusie en beseffen niet dat ze op weg zijn naar een kwaadaardig
complot. Nergens wordt dat gevoel tastbaar gemaakt. Het is alsof
men de spanning opzettelijk uit de weg is gegaan: het eerste deel
van de film is redelijk beschrijvend en zet de sfeer, het tweede
deel bevat al meer actie, maar telkens op het moment dat het bijna
spannend dreigt te worden, wordt er teruggeschroefd. De scène
waarin slechterik Vick wordt ondervraagd naar de ware bedoeling van
de reis, wordt abrupt onderbroken, want plots is het de volgende
ochtend. En zo worden er nog voorzetten gegeven die niet worden
benut: de ontluikende romance tussen Jenne en Dolf is maar bijzaak
en er wordt niets gedaan met het voorstel van Dolf om de kinderen
in groepen te verdelen om zo beter te kunnen overleven. Ook de
verhouding tussen de lengte van de scènes zit soms een beetje fout:
zo wordt er enorme lap tijd besteed aan de redding van 40
gevangengenomen kinderen in Robin Hood-stijl, maar het
einde wordt dan weer pijnlijk snel afgemaakt.
Het einde is dan ook echt de Achilleshiel van de film. Als je al
maar weinig spanningsopbouw hebt en er niet echt een stijgende lijn
is, kan je moeilijk een explosieve finale verwachten. Op het strand
van Genua valt het verhaal stil als een sputterende motor, alsof de
regisseur gezegd heeft ‘vandaag zijn we te moe, we doen morgen wel
voort aan deze scène’, maar het gewoon zo heeft gelaten en er
alleen nog vlug-vlug een belachelijk aanhangsel in het heden aan
heeft gebreid. De film zakt met andere woorden door zijn pootjes
als een 15-jarige hond met obesitas.
‘Kruistocht’ is kortom te braaf, te lang en niet goed gedoseerd.
Voor mij mochten er ook nog meer guitige knipoogjes naar het heden
in. Deze familievriendelijke film zal een kersttopper worden, maar
of er buiten het kleine broertje iemand op het puntje van zijn
stoel zal zitten? Ach, er zijn eerlijk gezegd kwadere box
office films te bedenken, het is bekijkbaar en er zijn weer
duizend leerkrachten gelukkig gemaakt met dit educatief verantwoord
materiaal, dus een ramp is het zeker niet.