Sommige artiesten maken platen vol sonische napalm die gemaakt
is in garages waar het zweet van de muren druipt, anderen laten in
lang uitgesponnen songs vlinders uit hun pistolen ontsnappen die
langzaam rond je cirkelen en zorgen voor een gestadige, maar
onvermijdelijke bedwelming. Joanna Newsom behoort overduidelijk tot
de laatste categorie. ‘Ys’, haar tweede worp, lijkt een rotsblok
dat Sisyphus een depressie zou bezorgen, maar voelt aan als een
frivool dwarrelend veertje dat ze in onze richting blaast. Vijf
nummers, vijfenvijftig minuten en een apocalyptische woordenvloed:
‘Ys’ lijkt arty farty gezever, maar het is een meeslepende
kunststukje geworden van een integere, fascinerende artieste.
Werkelijk alles aan ‘Ys’ is bijzonder: de gouden bladrandjes van
het booklet, de hoes die van Jan Van Eyck had kunnen zijn, maar
vooral de muziek en de teksten die doorsopt zijn van de magische
toverdrank van Joanna Newsom. De grote zin voor detail en de
symbolische kracht die de Vlaamse Primitieven in hun werk stopten,
zijn ook inherent aan ‘Ys’. Newsom schildert folkverhalen met Steve
Albini, Van Dyke Parks en Jim O’ Rourke als meesterknechten en het
resultaat draagt een tijdloze bijzonderheid in zich om van te
duizelen.
Op haar debuut ‘The Milk-Eyed Mender’ klonk Newsom nog als een
fragiele freakfolk-fee die niet door iedereen ernstig werd genomen.
Op ‘Ys’ bezingt ze haar poëtische epistels en sprookjesachtige
fantasieën echter met de ervaring en het zelfvertrouwen van een oma
die vanuit de schommelstoel haar kleinkinderen naar andere
werkelijkheden transporteert.
“The meteorite is the source of the light, and the meteor’s
just what we see; and the meteoroid is a stone that’s devoid of the
fire that propelled it to thee”: we zien het niet direct uit
de strot van Johnny Rotten komen. Hoewel de teksten geen hapklare
brokken zijn, worden ze door het taalgevoel en de unieke frasering
van Newsom omgetoverd tot poëtisch spinnenrag. Als een goedmenende
Shelob wikkelt Newsom de zinnen rond de luisteraar tot het laatste
spoortje weerbarstigheid is verdwenen en de betekenis van de
woorden zich ontvouwt. Zo is ‘Emily’ een prachtige ode aan haar
zusje en blijkt ‘Monkey & Bear’ een spannende dierenfabel over
vriendschap, liefde en de moed om het onbekende te
overwinnen.
In tegenstelling tot haar debuut worden de verhalen van Newsom niet
enkel begeleid door harp, maar ook door weelderige arrangementen
van Van Dyke Parks. Zo doet ‘Monkey & Bear’ sterk aan Prokofiev
denken: strijkers- en houtblazersarrangementen verklanken de reis
van de aap en de beer en Newsom volgt met haar stem de avonturen
van haar personages. Voorzichtige stapjes en uitbundige
danspartijen worden subliem uitgeschreven tot een muzikaal
handschrift dat de opwinding van de lessen in de Germaanse
filologie een pak zou opkrikken. Newsom heeft echter geen grootste
muzikale omkadering nodig om te overtuigen. In ‘Sawdust &
Diamonds’ zijn meanderende harpklanken en haar meeslepende stem
ruim voldoende om negen minuten de adem in te houden en de
schoonheid van ‘Ys’ in je op te nemen.
Het kale ‘Sawdust & Diamonds’ mag dan een aangenaam oog van de
symfonische storm zijn, de rijke arrangementen voelen nergens
copieus aan en de maagtabletten blijven dus op zak. Door de
productie van Albini en het mixwerk van O’ Rourke zitten de
arrangementen nergens in de weg van de goddelijke
stem+harp-combinatie. In ‘Only Skin’ mag Newsom bijvoorbeeld lange
tijd einzelgänger spelen tot prachtige strijkers haar vergezellen
op het pad van de liefde.
‘Ys’ is zo’n plaat die het toenemende cultuurpessimisme meesterlijk
de kop indrukt. Wie maalt nog om Donna of TopRadio als er artiesten
als Joanna Newsom bestaan die verrassen en betoveren, ontroeren en
bevreemden, verstillen en verbazen. ‘Ys’ is een unieke folktrip
zonder weerga, bezaaid met paadjes die bewandeld moeten worden. U
weet wat u te doen staat!