Gevoelens van woede uitdrijven en muzikaal vertalen; vele bands en artiesten hebben zo al tornado’s van platen door menige huiskamer gejaagd of waren vuurtorens van (wan)hoop voor op hol geslagen zielen. Ostinato wil hetzelfde doen, maar dat draait wel even anders uit.
Aan pretentie geen gebrek bij dit Amerikaanse trio met roots in Virginia/Washington DC, waarvan Chasing The Form al een tweede schampere poging is om muzikaal relevant te zijn. De band wil niet alleen "woede" capteren zoals niemand dat ooit heeft voorgedaan maar wil met zijn "epische, orkestrale rock" (jaja) ook de middenvinger opsteken naar de gewone, traditionele pop. Helaas gebeuren er op die traditionele popplaneet momenteel boeiendere dingen dan op Ostinato’s platen.
Een betere titel dan Chasing The Form had Ostinato niet kunnen kiezen. Ze jammen, rammen, pingelen, zeuren, en laten instrumenten en melodieën verdwalen in het ijle zonder zelf ook maar het minste idee te hebben waar ze eigenlijk naartoe willen. De obligate namedropping bij plaatjes als deze loert vervaarlijk om de hoek, maar de verwijzingen naar en herkenningen van inspiraties en voorbeelden zijn zo afgebleekt en verwaterd dat ze nog nauwelijks herkenbaar zijn. Ostinato doet zijn best om in progrockcontreien te penetreren, maar meer dan een hoofdschuddend schouderklopje hebben we daar niet voor veil.
De acht minuten durende opener "Goal Of All Believers" belooft aanvankelijk nog een spannende plaat. De eerste twee minuten doen je schrap zitten voor wat komen gaat, maar verworden na een eerste stormwind die slechts wat muf zand doet opstuiven tot niet meer dan achtergrondgeluid voor enorm zeurderige gezangen van David Hennessy. Daarna begint een eerste voortjakkerende jamsessie die gerust stof had mogen vergaren in het repetitiekot. "Monkey Gestures" drijft voort op zoemende, eentonige gitaren die de song nog geen minuut boeiend kunnen houden.
Daarna haalt Ostinato het tempo nóg naar beneden in "Antiaircraft", "The Art Of Vanishing" en "Latitude", die na in totaal drieëntwintig minuten enkel vragen als "Waarheen" en "Waarom" oproepen, niet het minst bij Ostinato zelf. Mocht er nu een pakkende melodie inzitten, een structuur die gedurende de opbouw aan intensiteit wint, geen probleem, maar dit alles heeft geen zin. Na een dozijn luisterbeurten is het gros van de plaat nog steeds even vergankelijk als de lucht die we inademen. En het bondigere, louter instrumentale slottrio brengt meer eieren van de in slaap sukkelende boer.
Mocht woede altijd zo suf zijn, dan zouden terroristische aanslagen met valium in het drinkwater of met slaapgas gebeuren en zou de wereld een veel vredigere maar ook saaiere plaats zijn. Want dat gevoel heeft Ostinato wel perfect weten te capteren: saaiheid.