‘Reprieve’, zo heet het alweer achttiende (!) album van de
zesendertigjarige Ani Difranco: singer-songwriter uit Buffalo, New
York. Op eerdere platen beet de daadkrachtige dame zich nogal eens
vast in thema’s als commercialisering, seksisme, feminisme en
klassenstelsels. Dat is niet vreemd als je bedenkt dat de zangeres
annex gitariste sinds jaar en dag ook een standvastige (en in
sommige kringen gevreesde) activiste is. In 1990 richtte ze haar
eigen platenlabel – Righteous Babe Records – op als protest tegen
de op geld beluste platenmaatschappijen. In 2004 liep ze fier
voorop tijdens de Pro-Choice March (pro-abortus mars) in Washington
DC en in datzelfde jaar – omstreeks de presidentsverkiezingen –
riep ze, middels de Vote Dammit! Tour, Amerikaanse fans op om
vooral níét op de ultraorthodoxe George Double U te
stemmen. Het moge duidelijk zijn, we hebben hier te maken met een
geëngageerde en vrijgevochten freule die als vanzelfsprekend de
daad bij het woord voegt. Het was dan ook DiFranco’s
pitbullmentaliteit die steevast garant stond voor opzwepende, punky
folknummers.
Op haar laatste album gooit de zangeres het over een andere boeg.
Geen felle sneren naar rechtse politici maar juist ingetogen
Cat Powereske nummers. “I ain’t in the best shape
that I’ve ever been in but I know where I’m going and it ain’t
where I’ve been”, zingt ze op ‘Subconscious’. Mevrouw Difranco
is duidelijk aan een introspectie begonnen en op zich is daar niks
mis mee. Ware het niet dat het in dit geval voornamelijk oersaaie
nummers oplevert. Op Reprieve horen we wederom de jazzy klanken die
ze met het album Evolve al introduceerde. Maar waar dat schijfje
nog gekenmerkt werd door een funky latin-jazzsound met veel blazers
en contrabassen, moeten we het hier vooral doen met minimalistisch
pianospel en variatieloze gitaarriedeltjes. Toegegeven, de
zelfbenoemde righteous babe is geen onverdienstelijke
woordkunstenares. Luister bijvoorbeeld naar anti-oorlogsnummer ‘A
Spade’ met de regels “The answer is in the intention that lies
behind the question. Put that on your standardized multiple choice.
I mean, how’s this supposed to look to me? But half of divinity is
out there trying to make harmony with only one voice”.
Men kan Difranco ook niet verwijten haar roots te verloochenen.
Seksisten krijgen het er nog steeds – zij het in geringe mate – van
langs en met het aansnijden (lees: veroordelen) van politieke zaken
als religieus fanatisme en The War on Terrorism is ze de
titel ‘de vrouwelijke Bob Dylan’ nog best waardig. Toch is
‘Reprieve’ geen noemenswaardig album. Daarvoor mist het de felheid
die de Lill’ Folksinger bij een klein publiek zo groot
maakte. Haar vaste schare fans zullen zich afvragen waar hun
energieke riot girl gebleven is die, met haar tegendraadse
gitaarspel, ruige anti-establishment liederen ten gehore bracht.
Anno 2006 serveert de zangeres namelijk een mengelmoes van lome
jazzballads (‘Hypnotized’, ‘Nicotine’) en rustieke Americana-songs
(‘Half-Assed’, ‘Shroud’) waarbij vooral haar eigen
(liefdes)strubbelingen centraal staan. Laat het gezegd zijn dat
Difranco’s geflirt met bovenstaande muziekstijlen op zijn minst te
prijzen valt. Desalniettemin zal de uitkomst van haar
experimentatiedrang weinig luisteraars behagen. De inhoud van dit
schijfje is gewoonweg te kaal (erg monotone zangpartijen) en te
eentonig (de veelbezongen onderwerpen zijn inmiddels wel
uitgekauwd) om te blijven boeien. Tel daar de ongeïnspireerde en
tot vervelens toe herhalende gitaarloopjes bij op en je hebt/hoort
een teleurstellende en slaapverwekkende plaat.