Het Spaanse kwartet 12twelve is het levende bewijs dat iedereen een tweede kans verdient. Een paar jaar geleden speelden ze nog competente, maar volstrekt onopmerkelijke postrock à la Mogwai op de Doppler-split die ze met de collega’s van Ya Te Digo uitbrachten, maar intussen is de band uitgegroeid tot een eclectisch combo dat een pak meer te bieden heeft.
Bij een eerste beluistering was zelfs niet eens opgevallen dat het ging om dezelfde band. De postrockinvloeden zijn er zeker nog wel, maar in plaats daarvan is een jazzoriëntatie nu de uitvalsbasis geworden. Nog steeds wordt er inventief gespeeld met dynamiek, maar er wordt ook geswingd, geëxperimenteerd met elektronica en gestoeid met freejazz, experimentele rock en allerhande exotica op superaanstekelijke wijze. Voornaamste troef daarbij is intussen Jens Neumaier, vier jaar geleden nog fulltime toetsenist, maar intussen ook uitgegroeid tot een indrukwekkende altsaxofonist.
De indie-invalshoek is er ook nog, maar het spelen met samples, bleeps en bezwerende gitaargeluiden wordt aangevuld met de drive uit hardbop, acid jazz en onconventioneel getoeter en gejank dat doet vermoeden dat op z’n minst één lid wat albums van John Coltrane, Ornette Coleman en Albert Ayler in de kast heeft staan. Nergens vormt deze uitstap naar moeilijkdoenerij echter een hindernis voor muziekfans met een avontuurlijke smaak. Een sterke ritmische puls, vaak de grote afwezige op de echte bevreemdende uitdagingen, is immers een constante, waardoor de combinatie van modern en authentiek, dansbaarheid en intellectualisme, mooi in evenwicht blijft en het album een charmante, internationale sfeer krijgt.
L’Univers werd opgenomen met Steve Albini en klinkt zowel geweldig tijdens de jazz- als de rockmomenten. Swingende trips als "Mr. Gesus", "Il Monstro" en het geweldige, opgefokte "Autobahn Polizei" hebben het warme geluid van John McLaughlins Extrapolation, en zelfs als Neumaier de dissonantie opzoekt blijf je je als luisteraar bewust van het swingende tegengewicht dat geboden wordt door Javier Garcia (contrabas), Jaime Pantaleon (gitaar) en Jose Rosello (drums). Die tracks mogen dan wat much zijn voor degenen die het genre kennen van US3, Jazzmatazz en Jamie Cullum, maar tracks als "Professor Ali" en "Yotuel" zijn verleidelijk genoeg om zelfs de meest weerbarstige derrières aan het draaien te krijgen.
Tussen de zestien songs zitten wat niemendalletjes weggestopt die vooral bedoeld lijken om het effectenarsenaal uit te proberen ("La Modelo", "R2chapa"), elders gaan de elementen hand in hand met de jazz: het hypnotische "La Habitacion De Albert" glijdt halverwege van nerveuze groove over in contemplatieve postrock (mét melancholische saxuithalen!), elders worden gitaargeluiden gemanipuleerd of wordt wat geknutseld met digitaal gepruts. Het is vooral in de tweede helft van het album dat de band terugkeert naar z’n verleden, met de ambient opbouw van "Intornarumori", de gitaarspiralen van "Com Senyors" en het geaarzel van de dromerige titeltrack.
L’Univers is wat te lang, en de tracks hadden misschien een betere volgorde kunnen krijgen, maar de band is er wel in geslaagd een door en door Europese plaat op te nemen die mediterraanse warmte én grootstedelijke inventiviteit uitstraalt zonder kig of geforceerd te klinken, en die tijdens z’n beste momenten één van de meest geslaagde cocktails van jazz en rock biedt die we in tijden gehoord hebben. Prima plaatje.