De tekening voor de mama en de papa, het vlijtig in elkaar geknutselde onding dat een asbak of vaas voorstellen moet, … De eerste creatieve uitingen zijn ontroerend in hun kinderlijke naïviteit en ontlokken later nog steeds een glimlach, ondanks — of net dankzij — het kige enthousiasme.
Tijdens de puberteitsjaren breekt bij velen een nieuwe golf van creativiteit los, alleen is het dan geen rozengeur en maneschijn, maar veeleer dood, verderf en droefenis dat de klok slaat. Wanhopige tieners die zich onbegrepen voelen, pennen driftig hun verlangens en angsten neer maar slagen er bijna nooit in het anekdotische te overstijgen. Nog geen vijf jaar later worden deze uitingen dan ook verbrand, versnipperd en vernietigd, opdat elk spoor van hun bestaan voorgoed zou verdwijnen. Een enkele keer duiken restanten van deze demonen echter terug op en vallen ze als ratelende skeletten uit de kast. Men kan dan alleen maar hopen dat de schade beperkt blijft.
In 2001 debuteerde Five Deez met Koolmotor. De groep was verbonden met het Wanne Be-collectief (zie ook Talib Kweli en DJ Hi-Tek) uit Cincinnati en plaatste zich ook muzikaal in dezelfde traditie. Reguliere hiphop dus, maar wel inventief genoeg om zich te onderscheiden van het hardere New York-geweld én van de overheersende G-Funk-trend die in de West Coast furore maakte dankzij Dr Dre. In 2003 volgde Kinkynasti dezelfde lijn en ook met het onlangs verschenen Kommunicator blijft de groep het geluid trouw.
Met Slow Children Playing wordt nu het oude materiaal van onder het stof gehaald. De songs werden immers opgenomen tussen 1993 en 1998, nog voor de debuut-e.p. uit 1999, maar ze hadden evengoed gisteren opgenomen kunnen zijn. Het blijft natuurlijk de vraag in hoeverre het album representatief is voor deze eerste periode, en of niet alleen deze songs die de tand des tijd doorstaan hebben, het album haalden. Maar Slow Children Playing telt niet minder dan zeventien songs, allen opgenomen in een periode dat de groep nog geen vaste vorm had (een aantal leden vertrokken voor het debuut) en de meeste onder hen nog schoolplichtig waren.
De invloeden van Native Tongue (De La Soul, A Tribe Called Quest) en Gangstarr (de jazzy tracks) mogen dan wel hoorbaar zijn, het is zonder meer opvallend hoezeer producer Fat Jon toen al op zoek was naar een eigen geluid zonder de grote voorbeelden uit de Old Skool te negeren of klakkeloos te imiteren. Bovendien trappen de mc’s op die relatief jonge leeftijd, waar stoere verhalen domineren, niet in de val van hoes, bitches en gats, maar meten ze zich op tekstueel vlak een eigen identiteit aan. Nog voor ze de schoolbanken ontgroeid waren, toonde Five Deez dan ook al een maturiteit waaraan het veel andere hiphopgroepen nog steeds ontbreekt.
Uiteraard haalt Slow Children Playing nergens het niveau van de latere albums maar dat wordt dan ook nergens beweerd. Met het album wil de groep in de eerste plaats de luisteraars een blik gunnen op hun "puberteit" en wat daar zoal uit voortvloeide. Hoezeer het ook toegejuicht mag en moet worden dat alle sporen van creatieve uitingen door pubers gewist worden eens de auteur ervan "volwassen" geworden is, kan het geen kwaad de hoogstaandere creaties te behouden. Al was het maar om aan te tonen dat zelfs aangeboren talent aangescherpt wordt. Slow Children Playing is het skelet dat uit de kast mag vallen, de kindertekening die op de koelkast hangt.