Naast de vaste waarden zoals Asterix en Lucky Luke kent het stripverhaal ook zijn moderne klassiekers. Reeksen als Lanfeust van Troy, Blacksad of Murena doen tienduizenden lezers steeds weer uitkijken naar een nieuw deel. Van die laatste reeks is zopas het vijfde album verschenen.
Aanvankelijk zag de toekomst er voor Lucius Murena en de zijnen echter niet zo rooskleurig uit. Toen in 1997 Purper en goud verscheen, deed niets vermoeden dat deze nieuwe historische strip van Jean Dufaux zou uitgroeien boven de rest van ’s mans grote maar middelmatige oeuvre. Ook tekenaar Philippe Delaby kende op dat moment nog niet het grote succes en was na het debacle van De Poolster op zoek naar een nieuwe uitdaging.
Al snel bleek echter dat de wereld van het oude Rome zowel Dufaux als Delaby op het lijf geschreven is. Het scenario van Murena blinkt uit door een nauwgezette documentatie en een strakke karaktertekening. Dufaux’ stokpaardjes zoals gratuit geweld en donkere seksualiteit worden in bedwang gehouden door de historische ambitie van het verhaal, en de tekeningen ondersteunen deze ambitie volledig. Delaby’s kloeke realistische stijl put zich uit in details en de kleuren zorgen er mee voor dat de beelden van het oude Rome uit Murena bij de meest overtuigende horen die we in de strip al tegenkwamen. Alex lijkt plots erg ver weg.
Een extra kwaliteit van deze reeks is de combinatie van historische feiten met aanvullende fictieve verhaallijnen en personages. Ook in De Zwarte Godin, het eerste deel van de tweede cyclus, keert deze aanpak terug. Keizer Nero raakt meer en meer onder invloed van de verderfelijke Poppaea, die zijn vlagen van waanzin goed weet uit te buiten. Wanneer Nero in een wagenwedstrijd tegen alle verwachtingen in het onderspit delft tegenover een mysterieuze vrouw, slaan de stoppen door. Dit vormt het begin van een hardnekkige speurtocht om zijn afgang te bestraffen. Ondertussen is Nero’s voormalige favoriete Acte in de armen van Lucius Murena terechtgekomen. Ook hier laat Poppaea echter haar gif vloeien.
Voor het eerst werkt Philippe Delaby samen met inkleurder Jérémy Petiqueux, en die brengt het er bijzonder goed van af. Met een vrij beperkt kleurenpalet brengt hij net als in de vorige delen de pagina’s tot leven. Hij hanteert een techniek die aansluit bij de vorige inkleurders van deze reeks, wat de overgang erg vloeiend maakt. Deze overgang is tekenend voor het hele album. De auteurs gaan met Murena verder op de ingeslagen weg en bouwen geduldig voort aan een memorabel historisch fresco. Toch verliezen ze ook het avontuur niet uit het oog: De Zwarte Godin leest weer als een trein. Volgend jaar verschijnt alweer deel zeven, en gelet op Delaby’s strakke agenda zouden de twee laatste delen van deze tweede cyclus in 2009 en 2010 moeten volgen.